Skip to main content
  • 25 februari 2008

De Kamer waakt over onze belangen

Ronald van Haasteren

Vorige week mocht ik het genoegen smaken een commissievergadering over RFID-technologie bij te wonen in de Tweede Kamer. RFID-technologie maakt het mogelijk in producten minuscuul kleine zendertjes aan te brengen, die kunnen worden uitgelezen door een reader. Zo kan de computer automatisch bijhouden hoeveel spijkerbroeken de winkel uitgaan, en automatisch een order plaatsen om de hoeveelheid tijdig aan te vullen. Ook de OV-chipcard en het nieuwe biometrische paspoort werken op die wijze. En uiteraard kunnen RFID-chips ook in mensen worden geïmplanteerd, hetgeen ook al gebeurt.

De Kamer babbelde wat heen en weer over de kansen en risico's van de nieuwe technologie, tot het debatje een onverwachte wending kreeg. Arda Gerkens van de SP wilde wel eens weten of de gegevens die uit RFID-chips worden gehaald, ook voor opsporingsactiviteiten gebruikt kunnen worden. Bijvoorbeeld de reisgegevens die uit de OV-chipcard gedestilleerd kunnen worden. Een enigszins verwonderde Hirsch Ballin beaamde dat dit uiteraard zo was. Gerkens en de andere Kamerleden vielen bijna van hun stoel. Tijdens alle debatten over de OV-chipcard had de regering daar nooit iets over gezegd! Schande! Hirsch Ballin keek daarop zo mogelijk nog verbaasder en herinnerde de Kamer eraan dat het niet zo lang geleden akkoord was gegaan met de wet vorderen gegevens, die er in het kort op neer komt dat politie en justitie toegang kunnen krijgen tot álle gegevens die bedrijven over burgers opslaan. En dat zijn onderhand heel veel gegevens.

Ik zeg het enigszins beschaamd, maar ik moet Hirsch Ballin gelijk geven. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel vorderen gegevens is door een heel rijtje deskundigen principiële kritiek geleverd op deze 'trendbreuk in het strafrecht" en de uitdijende gegevensbanken voor de opsporing, die zich bij uitstek lenen om op visexpedities te gaan. Bovendien is in de (kritische) media al vaak genoeg erop gewezen dat de OV-chipcard door politie en justitie gebruikt zal gaan worden. En anders zijn er nog altijd de woorden van Harm Brouwer, de baas van het Openbaar Ministerie. "Hoe intensiever bedrijven gebruik gaan maken van RFID, des te meer mogelijkheden er ontstaan voor de opsporing,” zei Brouwer al in april 2007 tijdens een publiek debat. “Vanuit dat perspectief juicht het Openbaar Ministerie de ontwikkelingen met betrekking tot RFID alleen maar toe.” De verbaasde kamerleden hebben dus gewoon weer eens collectief zitten slapen en realiseren zich kennelijk niet wat de gevolgen zijn van de wetten waar ze mee instemmen.

Zo wordt het controlenet steeds strakker om de samenleving aangespannen en komen gegevens die voor geheel andere doeleinden zijn verzameld, beschikbaar voor de opsporings- en inlichtingendiensten. Moeten asielzoekers vingerafdrukken afstaan om te kunnen beoordelen welke EU-lidstaat hun asielverzoek moet behandelen? Nou, dan wil de politie daar ook wel eens in kunnen neuzen. Moeten alle Nederlandse burgers hun vingerafdrukken bij de staat inleveren als ze een nieuw paspoort aanvragen, om identiteitsfraude tegen te gaan? Nou, dat vinden politie en AIVD dan ook een heel interessant databestand om eens in te kijken. En de Kamer gaat keurig mee in deze salamitechniek, door elk klein plakje te besnuffelen in plaats van eens kritisch te kijken naar de gehele toekomstige worst die hen voor de neus wordt gehouden.

Maar tja, dat vraagt om visie, analyse, een kritische opstelling en misschien zelfs wel een ideologie of maatschappijvisie. En dat is anno 2008 kennelijk te veel gevraagd van onze volksvertegenwoordigers.