-
12 juli 2010
Angstvoetbal
Opvallend aan het WK2010 - afgezien van de merkwaardige voetbalopvatting die Oranje erop na hield – was dat het toernooi op geen enkele manier ontsierd werd door matpartijen tussen supporters, grootschalige berovingen van supporters of aanslagen door filialen van Al Quada. Terwijl daar van te voren toch uitdrukkelijk voor was gewaarschuwd.
Het nationale orakel Johan Derksen stikte zowat van trots in zijn snor toen een of ander vaag bericht doorkwam dat het Nederlandse elftal doelwit van aanslagen zou zijn in Zuid-Afrika. Had hij daar zelf niet al weken geleden op gewezen? Uiteraard werd direct een blik veiligheidsdeskundigen – onderhand een zeer inflatoir begrip geworden – opengetrokken die allemaal met zeer bezorgde en serieuze gezichten allerlei rampscenario's voorspelden. De ondertoon was ook duidelijk: veiligheid kon je eigenlijk niet met goed fatsoen aan die Zuid-Afrikanen overlaten. Daarnaast waren er allerlei waarschuwingen te horen over de criminele wijken in de buurt van de stadions, waar grootschalige plannen zouden worden beraamd om de argeloze voetbalsupporters te overvallen. Om van matpartijen tussen – bijvoorbeeld – Duitse en Engelse hooligans maar niet te spreken.
Tijdens het toernooi zag je het beeld al langzaam kantelen. Allerlei voetbalcommentatoren die een wedstrijdje meepikten, verhaalden met een mengeling van verwondering en plezier dat ze vrijwel ongecontroleerd de stadions binnenkwamen, dat achterdeuren gewoon openstonden, dat aardige suppoosten zo nu en dan bereidwillig een hekje openden zodat supporters wat makkelijker op hun plek terechtkwamen en dat er soms nauwelijks gefouilleerd werd – suppoosten gingen op hun eigen oordeel af en lieten de protocollen de protocollen. Een ongekend feest en een ongekende vrijheid, was de conclusie, maar... als het maar niet fout gaat.
Het ging niet fout, het bleef een feest en alle doemscenario"s konden de kast in. Kom daar maar eens om in het beschaafde Westen. Daar zijn voetbalwedstrijden een soort counter insurgency geworden, met ordetroepen in de hoogste staat van paraatheid, cordons, streng beveiligde stadions, verplichte identificaties, en noodbevelen. En dan loopt het nog steeds met de regelmaat van de klok uit de hand. Herinnert u zich het EK2000 nog, in België en Nederland georganiseerd? Vooral in de Belgische speelsteden waren veldslagen te zien tussen supporters en mobiele eenheden. In Nederland is inmiddels een draconische voetbalwet het parlement gepasseerd, waarin weer flink aan allerlei burgerlijke vrijheden wordt geknaagd om een paar honderd hooligans in toom te kunnen houden – en de wet is ook nog eens toe te passen op allerlei andere groepen waar de autoriteiten last van hebben.
Het wordt, kortom, tijd voor een omgekeerde vorm van beleidsuitwisseling. In plaats van een legertje zelfbenoemde deskundigen vanuit Europa naar Zuid-Afrika te sturen, om die lui daar eens te leren hoe je met moderne middelen een voetbaltoernooi in goede banen leidt, kunnen wij een hoop van de Zuid-Afrikanen leren. Daar is wel enige durf en introspectie voor nodig, en daar zijn Europeanen niet heel erg goed in. Maar als het ooit ogenstrelend voetballend Oranje erin slaagt om een poldervariant van betonvoetbal op de mat neer te leggen en daar een heel eind mee te komen, zou dit toch ook mogelijk moeten zijn. Dan kan het leger ordehandhavers zich voortaan concentreren op Bavariameisjes.