-
22 oktober 2023
Twee auteurs voor de prijs van één
In facebook kwam de vraag voorbij of er ook goeie boeken -gedoeld werd op een roman, fictie- over ‘de beweging’ zijn. Iemand noemde Blauw en geel en donkerrood van Rymke Wiersma (verschenen in 2014). Die wordt hier warm aanbevolen, om meer dan één reden.
Over ‘ons’ verschijnen te veel boeken die niet door ons geschreven zijn. Letterlijk boeken óver de beweging dus. Gepubliceerd door mensen die niets, of slechts heel weinig, met ons samen hebben meegemaakt. A. F. Th. is het ‘beste’ voorbeeld van zo’n auteur.
Dan zijn er de ‘spijt-optanten‘. Mensen die ook bewogen hebben maar zich daarvoor bij nader inzien de ogen uit de kop schamen. In hun boeken is hun activistische verleden gereduceerd tot een bijzin of een lullige anecdote.
Er zijn ook integere romans verschenen over kraken en alternatieve leefvormen. ‘De woongroep’ van Franca Treur, en ‘Hazer’ van Jeroen Thijssen, spelen zich af in kraakpanden en laten geen smaak van spijt of verbittering na.
‘Blauw en geel en donkerrood’ speelt zich ook af in kraakpanden en woongemeenschappen maar biedt een veel groter venster op wat een mens bezielt om bewust buiten de gebaande paden te leven, en dat een leven lang vol te houden.
Atalanta. de uitgever van dit boek, is al decennia achtereen de broedplaats voor anarchisme, feminisme, filosofie, ecologie en dwarse muziek in het Utrechtse. Rymke Wiersma is mede-oprichter en een dragende kracht van Atalanta, en heeft dus recht van spreken.
In haar boek dus wel afgewogen opinies over de verschillende wegen die de beweging sinds de jaren zestig is ingeslagen, maar geen botte veroordelingen. Dat is de eerste reden waarom de pil (450 bladzijden) zo lekker wegleest.
De tweede zit em in de opbouw van de roman. Het is alsof ie door twee verschillende mensen is geschreven. In lange hoofdstukken is de tiener Jim aan het woord, in kortere hoofdstukjes daartussen de oudere vrouw Welmoed.
De stijlbreuk tussen deze verschillende hoofdstukken heeft een fantastisch effect.
In het verhaal van de puber wordt een wereld mudvol details nauwlettend opgetekend: de wereld van de tiener. De lezer maakt er kennis met namen en plaatsen die er eigenlijk niet toe doen, we gaan er veel plassen, en we letten ontzettend veel op wat iemand aanheeft.
Welmoed is daarentegen een dichteres (die dus Sappho citeert). Zij herinnert zich niet altijd bij welke naam een minnares ook al weer genoemd werd, zij beschrijft van de ander vooral de oogopslag, en zij weet dat de lezer niet is geinteresseerd in je plasgewoontes.
Als lezer vergeef je de veertienjarige maar al te graag haar stroeve proza omdat ze een spannend en meeslepend verhaal heeft te vertellen. En omdat je tussendoor mag uitrusten in de herinneringen -en de spitse filosofische kanttekeningen- van Welmoed.