Skip to main content
  • 03 maart 2018

Pleidooi voor communisme: VERZET! van Gustaaf Peek

Rob Lubbersen

Het communisme mag zich tegenwoordig niet al te populair wanen. Daar zijn wel wat redenen voor. Stalin, Mao, Pol Pot, Mengistu en vele anderen hebben er een afschuwelijk potje van gemaakt. Recent verschenen er op de Nederlandse markt nog eens twee boeken die menige (oud-)communist ernstig te denken gaven. Het autobiografische Raadselvader van Jolande Withuis en het biografische Selma van Carolijn Visser. Over respectievelijk een communistisch gezin in Nederland en een gezin in communistisch China. Maar de herdenking van 100 jaar Oktoberrevolutie in Rusland liet zien dat er desalniettemin veel interesse is in de geschiedenis van dat communisme. En nu heeft Gustaaf Peek het nota bene voor het, nou ja, ‘een’ communisme opgenomen! Om te redden wat er wellicht waard is om van dat of zijn communisme gered te worden.

Gustaaf Peek is een Nederlandse schrijver. Geboren in Haarlem in 1975. Zijn roman Ik was Amerika werd in 2010 bekroond met de BNG Nieuwe Literatuurprijs en met de F.Bordewijk-prijs. Hij levert met enige regelmaat artikelen aan De Groene Amsterdammer. In 2017 publiceerde hij bij Querido het manifest VERZET! Pleidooi voor communisme. Met 67 bladzijden voor € 8,99. En met een vlammend protest tegen het kapitalisme en een al even vurige oproep daartegen in opstand te komen.

Verbitterend voorspelbaar
Gustaaf Peek begint zijn manifest met een schildering van gevaren die onze wereld bedreigen. Een groeiend verschil tussen arm en rijk, toenemende tegenstellingen tussen mensen en landen, de klimaatcrisis. In zijn analyse is het kapitalisme hoofdschuldige. “Er bestaat alleen een nu van destructieve concurrentie, van ontregelende overnames en intimiderende onteigening en een toekomst van oneindige, redeloze hebzucht. Hoe revolutionair het kapitalisme ook lijkt, de dynamiek is verbitterend voorspelbaar. Tegenover elk succes staan ontelbare slachtoffers. Tegenover elke korte en hiërarchisch belonende hausse staat een langdurige, collectieve crisis. Tegenover elke groeimarkt staat een gewond milieu.”
Vervolgens definieert hij: “Kapitaal is een gemeenschappelijke inspanning die als buit eindigt bij één particuliere partij.” Want: “Voor het kapitalisme is uitbuiting geen betreurenswaardig woord, maar een noodzakelijkheid. De instandhouding en intensivering van ons sappelen, ons angstige improviseren is alleszins beoogd. Het is een feitelijk uitputtend economisch systeem, en altijd hongerig naar meer.”
Gustaaf werkt dit verder uit voor wat betreft de vernietigende werking op mens, maatschappij, economie, democratie en milieu. Het tempo waarin hij het kapitalisme neersabelt heeft hem het verwijt van ‘oppervlakkigheid’ opgeleverd. Maar hij slaat wél raak!

Bevrediging vóór behoefte
Een hele paragraaf gaat over ideologische beïnvloeding. “Een ongekend welvarende, invloedrijke maar kwetsbare minderheid probeert ons, de overstelpende meerderheid, in het natuurlijke nut van onze uitbuiting te laten geloven.” Hier komt hij met het concept van “Bevrediging vóór behoefte.” Het komt erop neer dat we ons voortdurend door “vluchtige verrukkingen” laten verleiden, in plaats van onze “oprechte verlangens” te volgen en dáár onze toekomst op te bouwen. Maarrr…: “Alle dwang en indoctrinatie om verzet vóór te zijn onthullen een onzeker hart. Blijkbaar moet er iets verborgen blijven, blijkbaar dienen onze initiatieven, onze vrije en creatieve vermogens om onze eigen levens vorm te geven gepaard te gaan met een georganiseerd wantrouwen, een bewuste beteugeling. Blijkbaar twijfelt kapitaal over de uitkomst van de machtsstrijd tussen zijn minderheid en onze meerderheid.”
En terecht! Want er is een tegenkracht!

Rosa Luxemburg
De kracht tegenover het kapitaal, dat is de arbeidersbeweging, links, het socialisme, en Peek noemt dat in zijn meest uitgesproken vorm: het communisme. Zonder de communisten die na Marx en Engels en hun Communistisch Manifest van 1848 het sociale strijdperk betraden, zouden de levensomstandigheden van miljoenen mensen nog heel wat slechter zijn dan nu het geval is. Dankzij de strijd en soms alleen al de dreiging van het communisme zijn betere beloningen, kortere arbeidsdagen en langere vakanties afgedwongen. Het is niet genoeg om de mensheid en de wereld te redden én Peek erkent dat onder het mom van communisme ook verschrikkelijke misdaden zijn begaan. Hij veegt Stalin, Mao, Pol Pot en Mengistu niet onder het vloerkleed.
Wat erg gemakkelijk voegt hij Lenin aan dit lijstje toe. Hij stapt nogal simpel heen over de problemen waarmee Lenin tijdens de Russische Revolutie in 1917 werd geconfronteerd. Natuurlijk hebben de communisten van toen ook hele grote fouten gemaakt, maar dat is geen reden de enorme en smerige mobilisatie van het kapitaal in Rusland en wereldwijd tegen de revolutie te veronachtzamen.
Peek kiest in de communistische traditie begrijpelijk liever voor Rosa Luxemburg. Immers: “Dit schreef Rosa Luxemburg: ‘Vrijheid alleen voor de aanhangers van de regering, alleen voor leden van een partij – al zijn zij nog zo talrijk – is geen vrijheid. Vrijheid is altijd vrijheid van andersdenkenden.’.” Zelf geeft hij als definitie: “In de meest algemene zin betekent ‘communisme’ het collectieve streven naar een egalitaire samenleving, waarbij kennis, macht en inkomen rechtvaardig worden verdeeld. Een samenleving die haar toekomst vindt in gemeenschappelijk geformuleerde rechten en gemeenschappelijk geformuleerde plichten, een samenleving dus die functioneert onder rigoureus democratisch gezag.”

Leervermogen en liefde
Gustaaf Peek vertrouwt bij het realiseren van zo’n samenleving bijna onvoorwaardelijk op het leervermogen en de liefde als kwaliteiten van ‘de mens’. Hij sluit zijn sympathieke en inspirerende betoog dan ook af met: “Wanneer we iets voor een ander kunnen betekenen, beginnen we voor onszelf te bestaan. Collectieve verlangens gaan gepaard met een bevrijdend besef: we zijn niet alleen. Een toekomst wacht waar we ons niet meer laten vereenzamen. Wanneer we elkaars moed en vrijheid bevestigen, zal er aan het recht van de ene mens om de andere uit te buiten een einde komen. Laten we afspreken het een revolutie te noemen nadat we ons van het kapitalisme hebben bevrijd en we ons eindelijk met de juiste vraag kunnen bezighouden: hoe als vrij mens te leven? Er is nog tijd. Er is alle tijd. Zusters en broeders, wij zijn aan zet.”