-
12 januari 2010
Voldoende bewijs voor veroordeling Wilders
Deze week start de rechtszaak tegen PVV-leider Wilders wegens het
overtreden van wetsartikel 137 dat minderheden beschermt tegen
vreemdelingenhaat en discriminatie.
Opmerkelijk is dat er een nieuwe aanklacht is toegevoegd in de
dagvaarding die Wilders onlangs ontving van Justitie. In eerdere
procedures ging het met name om discriminatie op basis van geloof. Nu
wordt Wilders behalve voor aanzetten tot haat en discriminatie van
moslims ook gedagvaard voor discriminatie van niet-westerse
allochtonen en Marokkanen. Daarbij speelt godsdienst dus geen rol
meer. Het betreft discriminatie op basis van afkomst en etniciteit.
Als je kijkt naar wat Wilders afgelopen jaren heeft gezegd lijkt dat
een terechte aanklacht. Want moslims zijn zeker niet de enige
bevolkingsgroep die Wilders wil uitsluiten. In de dagvaarding is te
lezen dat Wilders de grenzen wil sluiten voor "alle niet-westerse
allochtonen". Maar de PVV-leider gaat nog verder. In 2006 zei hij bij
de BBC dat het "natuurlijk niet acceptabel is" als de grote steden in
Nederland in meerderheid niet-blanke steden zijn. En in Kamervragen
stelde de PVV dat "het volstrekt onwenselijk is dat Amsterdam maar
liefst 177 nationaliteiten telt". In dit kader moet ook het gewenste
onderzoek van de PVV naar de kosten van "niet-westerse allochtonen"
gezien worden. Een deel van de bevolking wordt overigens nu al in de
verkoop gedaan door de PVV. De Nederlandse Antillen moeten op
Marktplaats. "De hoogste bieder mag ze dan hebben", aldus Wilders in
het AD.
De meeste aandacht in de dagvaarding van Wilders gaat echter nog
steeds uit naar de vermeende discriminatie van moslims. Het zal niet
moeilijk zijn daar bewijs voor te vinden. Wilders doet al jaren
uitspraken waarin hij aanzet tot discriminatie van moslims. In 2006
zei Wilders bijvoorbeeld tegen de NRC dat moslims "niet dezelfde
rechten en vrijheden" hebben als andere groepen. Een jaar later bleek
in HP wat dat zoal betekent: "Er mogen van mij in Nederland best
joodse en christelijke scholen bestaan, maar geen islamitische
scholen". En in het laatste Prinsjesdagdebat in de Tweede Kamer werd
duidelijk dat je van Wilders wel een keppeltje mag dragen, maar geen
hoofddoek of "kopvod" zoals hij dat noemde.
De PVV wil ook een groot deel van de Nederlandse moslims het land
uitzetten. Wilders zei vorig jaar in het Vlaamse Nieuwsblad dat er
"minder moslims moeten zijn in Nederland". In de Volkskrant in 2006
was hij ook duidelijk: "Iedereen past zich aan onze dominante cultuur
aan. Wie dat niet doet, is hier over twintig jaar niet meer. Die
wordt het land uitgezet." Uit een interview met Wilders op de Deense
televisie afgelopen zomer, blijkt dat het in Europa gaat om
"tientallen miljoenen" moslims die in aanmerking komen voor
uitzetting. Er wonen volgens Wilders 54 miljoen moslims op het
Europese continent. Dat betekent dus dat hij ruim een derde van alle
moslimburgers wil uitzetten.
Uit al deze voorbeelden wordt duidelijk dat de PVV een partij van
vreemdelingenhaat is. Gelukkig hebben we in onze rechtstaat de wet om
de burgers te beschermen tegen criminaliteit die door andere burgers
wordt gepleegd. De wet beschermt bijvoorbeeld de kwetsbare voetganger
tegen te hard rijdende chauffeurs. Jaarlijkse worden aan miljoenen
mensen boetes uitgedeeld wegens te hard rijden. Toch is autorijden
een recht voor iedereen. Maar wie daarbij regelmatig over de
snelheidsgrens gaat komt voor de rechter.
Er is ook vrijheid van meningsuiting voor alle burgers, maar ook daar
zijn in de wet grenzen aan gesteld om andere burgers te beschermen.
Smaad, laster en belediging zijn bijvoorbeeld strafbaar. En zo is er
ook artikel 137 dat minderheden beschermt tegen haat en
discriminatie. De komende weken zal de rechter bepalen of Wilders met
zijn vreemdelingenhaat de Nederlandse wet heeft overtreden. Er lijkt
een overvloed aan bewijs te zijn voor een veroordeling.