Skip to main content
  • 20 november 2006

Dubbel Paspoort

Jo van der Spek

Onlangs melde het staatsinstituut voor de productie van cijfers, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat er ongeveer één miljoen inwoners in Nederland zijn, die naast een Nederlands paspoort ook over een ander, niet Nederlands paspoort beschikken. De helft van deze personen met een dubbel paspoort is afkomstig uit Turkije of Marokko, aldus het CBS. Het aantal zou een verdubbeling zijn ten opzichte van een jaar of tien geleden en worden veroorzaak doordat mensen na naturalisatie hun eerste paspoort niet inleveren bij de verstrekker van het tweede. De digitale Volkskrant van 13 november schreef: “Overigens geldt sinds 1997 in Nederland de regel dat mensen nog maar één nationaliteit mogen hebben. Toch lukt het de meeste immigranten hun oorspronkelijke nationaliteit te behouden. Dat kan bijvoorbeeld door met een Nederlander te trouwen of wanneer de immigrant uit een land komt waar afstand doen van de oorspronkelijke nationaliteit wettelijk niet mogelijk is.”

Nu zal het mij een zorg zijn over hoeveel paspoorten mijn buurman of buurvrouw beschikt. Hoe meer, hoe makkelijker zou ik zeggen. Waar ìk over viel waren de woorden “immigranten” en “lukt”. In een alinea tijd zijn de “één miljoen inwoners” immigranten geworden die het “lukt” een ander dan het Nederlandse paspoort te behouden. “Lukken” verwijst naar intentioneel handelen, en in dit geval, een handelen dat succesvol is ondanks wettelijke pogingen het tegenovergestelde te bewerkstelligen. Het lukken heeft daarmee iets wederrechtelijks. En een van deze handelingen die onder dit wederrechtelijke “lukken” schijnt te vallen is het trouwen met een houder van een Nederlands paspoort, want dat is een van de manieren waarmee het deze immigranten “lukt” hun andere paspoort te behouden. De redenering luidt: immigranten trouwen met Nederlanders om hun niet-Nederlandse paspoort te mogen behouden. Het moet niet veel gekker worden.

Een gesprek schoot mij te binnen, enige tijd geleden gevoerd bij de afdeling burgerzaken van de gemeente.

Man: “Ik heb een vraag over de inschrijving van mijn pas geboren zoon in de Gemeentelijke Basisadministratie.”
Ambtenaar: Zwijgt, vragende blik. Kijkt naar de meegenomen kopie van de inschrijving.
Man: “Mijn zoon staat ingeschreven als in het bezit zijnde van een Nederlandse en Turkse nationaliteit.”
Ambtenaar: “Ja?” Nog steeds een vragende blik.
Man: “Wij willen voor hem geen Turkse nationaliteit. Kunt u dat corrigeren.”
Ambtenaar: “Ik zal kijken wat ik voor u kan doen.”   

De ambtenaar verdwijnt en komt naar enige tijd weer terug.

Ambtenaar: “Uw zoon heeft recht op zowel de Nederlandse als de Turkse nationaliteit.”
Man: “Om die Turkse nationaliteit hebben we niet gevraagd en die willen we ook helemaal niet.”
Ambtenaar: “Als u wilt kunt u afstand doen van de Turkse nationaliteit.”
Man: Verbaasd. “Maar om afstand te doen van de Turkse nationaliteit, moet ik eerst naar het Turkse consulaat om hem aan te geven, en dus de Turkse nationaliteit aanvragen, om vervolgens na het verkrijgen ervan, een verzoek in te dienen er weer afstand van te mogen doen. Daar heb ik helemaal geen zin in, ik wil die nationaliteit gewoon niet.”
Ambtenaar: “Uw zoon heeft er recht op.”
Man: “Het kan wel een recht zijn, maar is toch geen verplichting.”

(het gesprek begint zich te herhalen)

Ambtenaar: “U kunt er afstand van doen.”
Man: “Je kunt alleen afstand van iets doen wat je hebt, en het punt is nu net dat ik het niet wil hebben. Ook niet om er afstand van te doen.”
Ambtenaar: “Ik kan er ook niets aan doen. Zo is de wet nu eenmaal.”
Man: “Ik ga hem niet aangeven bij het Turkse consulaat, waar ze dus niet van zijn bestaan zullen weten. Alleen voor de Nederlandse wet zal hij dus de Turkse nationaliteit hebben, niet voor de Turkse. Beetje raar, is het niet?

Is deze in Nederland geboren baby een immigrant? En wie is nu eigenlijk wat gelukt?

Het wordt tijd dat de overheid zich minder bezig gaat houden met de vraag hoeveel paspoorten, nationaliteiten, culturen iemand mag of moet hebben, en meer met de vraag hoe een samenleving te creëren met volwaardige burgerrechten voor iedereen.