-
29 oktober 2018
Bouwen aan de bubbel
Een congres in Helsinki over migrantenliteratuur afgelopen vrijdag leverde me tal van nieuwe inzichten op.
Ik bezoek dat soort bijeenkomsten eens in de tien jaar. Vergeleken met dat van ruim twee decennia her was de plek waar we vorige week mochten vergaderen flink opgeschaald. In 1995 werden we als auteurs van buitenlandse origine op een donkere zolder in het voormalig stadhuis van Turku aan onszelf overgelaten. De enige geboren Fin die toen aan de uitnodiging gehoor wilde geven was een professor in de journalistiek. En de koffie moesten we uit een automaat halen.
Tien jaar later waren we al wel verhuisd naar de Finse hoofdstad. Maar in de vensterloze ruimte in een uitgestorven winkelcentrum had men toen vooral haast om van ons af te komen want 's middags was de zaal afgehuurd voor een verjaardag. Vrijdag echter zaten we in een monumentaal pand pal naast het paleis van de president en de Finse nationale bank. In een geur van boenwas en onder gedempt licht kregen we de koffie geserveerd met een servetje en voor de liefhebbers was er zelfs een glas wijn, een ongehoorde luxe in Finland.
Er waren meer dingen veranderd. De voertaal was er Engels. Men ging daarin zover dat zelfs de teksten waaruit de deelnemers voorlazen voor de gelegenheid in het Engels waren vertaald. Tevens waren de bezoekers van een andere snit dan bij eerdere gelegenheden. Twintig jaar geleden werd de vergadering nog gedomineerd door de mensen met een vluchtelingenachtergrond. Ballingen. De meesten vers afkomstig uit het Midden-Oosten waar even daarvoor de zaak op scherp was gezet. Koerden en Somali's bepaalden toen nog waarover gepraat werd en welke boodschap naar de aanwezige Finnen moest worden gestuurd.
Vrijdag waren de ballingen verre in de minderheid en kregen ze nauwelijks het woord. Nadat ik in mijn speech had verteld over hoe Finland bijna vijfentwintig jaar geleden reageerde op de eerste migranten, benadrukte een dichteres van Duitse komaf dat zij zich niet in het minst geroepen voelde om in het Fins te schrijven. 'Ik schrijf voor mijn publiek in Duitsland en wil ook niet dat mijn gedichten in het Fins vertaald worden. Want een vertaling zou afbreuk aan hen doen.'
Daarmee was de toon gezet. Mij bleek dat veel van mijn medecongressanten als vertaler werkten, maar dat zij niet uit het Fins vertaalden. Een Spaanse verklaarde: 'Mijn moedertaal wordt gesproken door vierhonderd miljoen mensen. Ik vertaal vooral uit het Frans en het Italiaans. Fins is gewoon een te kleine taal om rekening mee te houden in mijn beroep. Ik heb hier in Helsinki een klein kantoor waarvoor ik een veel te hoge huur moet betalen en dit congres zou zich vooral bezig moeten houden met het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden in mijn beroep.'
Wacht even: dit congres gaat toch over migrantenliteratuur?', dacht ik bij mijzelf, en vroeg om de microfoon. 'I feel quite embarrassed', begon ik, en toen men uitgelachen was vertelde ik een anekdote. Het zal 2004 of 2005 zijn geweest toen ik in een miniscuul gehucht voor anderhalve man en een paardekop een boek van me gepresenteerd had en na afloop werd aangeschoten door een vrouwelijke journalist. Ze werkte voor het plaatselijke sufferdje maar is voor eeuwig in mijn herinnering gebleven omdat ze me een vraag stelde die noch daarvoor noch daarna door iemand anders aan me gesteld is geworden.
'Voel je dat je persoonlijkheid is veranderd sinds je in Finland woont? Met andere woorden: heeft je Finse leven iets met je gedaan?'
Ik herinner me dat ik haar het antwoord op haar vraag grotendeels schuldig bleef, zo zei ik vrijdag tegen mijn gehoor. 'Want ik had me die vraag tot dan toe nauwelijks gesteld. Maar in alle jaren daarna heeft juist die vraag mij geinspireerd bij mijn schrijven.' En ik legde uit dat het heden tendage voor mij voelt alsof ik twee personen ben, een Nederlandse en een Finse. Dat ik me in twee landen thuis voel. Dat ik iedereen die er uit eigen vrije wil voor kiest om land te verhuizen toewens dat ie op een goeie dag tegen zo'n goeie journalist aanloopt. 'Want', sloot ik af, 'ons zoals we hier nu vandaag zitten en praten, bedreigt een gevaar. Het gevaar dat we ons in onze eigen bubbel opsluiten. En dat speelt uiterst-rechts in de kaart, in de wereld zowel als hier in Finland.'
Nou, dat laatste moest ik natuurlijk nog even goed uitleggen want niemand vindt het leuk om een bubbelaar genoemd te worden. Maar nadat ik verteld had dat ook in Finland de populisten van rechtse snit graag en met sappige voorbeelden het verhaal ophangen dat buitenlanders niet willen integreren in wat zij als 'hun' maatschappij aanduiden, en dat buitenlanders die de Finse taal niet beheersen en ook in andere opzichten amper kontakt maken met hun nieuwe landgenoten dit soort rechtse praatjes met hun gedrag alleen maar voeden – daarna werd er geknikt en namen ook anderen het op voor migrantenliteratuur die toch vooral in het Fins geschreven moet blijven, of desnoods vanuit al onze moedertalen naar het Fins vertaald.
'Makkelijk is het niet', riep ik nog, 'maar probeer toch maar eens in een taal die je eerst vreemd is de liefde te bedrijven of een gedicht te schrijven. Het maakt een ander mens van je! En nu is het tijd voor een goed glas wijn...'
JoopFinland