Skip to main content
  • 13 augustus 2008

Washington en de strijd in Zuid-Ossetië

Bas van der Plas

Bush herhaalde maar weer eens de Amerikaanse verklaringen over de onaantastbaarheid van het Georgische territorium en de soevereiniteit. De verklaringen van Bush kwamen na eerdere verklaringen op zondag 9 augustus van vice-president Dick Cheney, die had gezegd dat de agressie van Rusland 'niet onbeantwoord' kon blijven. Deze verklaringen van zowel Bush als Cheney maken enkel maar het niveau van hypocrisie van Washington duidelijk. De Amerikaanse regering liet geen protesten horen toen op donderdag 7 augustus Georgische troepen Zuid-Ossetië binnenvielen en zonder enig voorbehoud huizenblokken in de hoofdstad Tskinvali met tanks en mortieren beschoten. Aangenomen wordt dat de Georgische aanval aan tweeduizend burgers het leven heeft gekost. Pas toen Rusland op de Georgische aanvallen antwoordde met een snelle tegenaanval begonnen in Washington de alarmbellen te rinkelen.

provocaties
Rusland verdedigt haar eigen aanspraken op de Kaukasus, een regio die Rusland meer dan 200 jaar in bezit had tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991. Bovendien zijn de voortdurende oorlogen en oorlogsdreiging de tragische gevolgen van de val van het Sovjetrijk. Burgers van de voormalige Sovjetrepublieken lopen het risico slachtoffer van oorlogen te worden en de geopolitieke aanspraken van de grootmachten.
Maar ondanks de harde tegenaanvallen van Rusland tegenover Georgië kan toch niet ontkend worden dat de provocatieve politiek van Washington, gericht op vermindering of zelfs eliminatie van haar invloed in de voormalige gebieden van het Russisch Imperium en de Sovjet-Unie, de voornaamste factor is van het uitbreken van de recente gewapende strijd tussen Rusland en Georgië. Nog maar een maand geleden bracht de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Condoleezza Rice, een bezoek aan Georgië. Zij voerde daar gesprekken met de Georgische president Saakasjvili en in een persconferentie verklaarde zij de pogingen van Saakasjvili om de Georgische controle over Zuid-Ossetië en Abchazië te herkrijgen te steunen en veroordeelde de rol van Rusland in dit al jaren onopgeloste probleem. Ook gaf Rice haar steun aan de Georgische pogingen om lid te worden van de NAVO.

lidmaatschap NAVO
Van Russische zijde is het evenwel bekend dat het de toetreding van voormalige Sovjetrepublieken als Georgië en Oekraïne tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie als een niet te tolereren bedreiging voor haar veiligheid beschouwt. Wanneer Georgië in de onderhavige situatie al lid van de NAVO zou zijn geweest dan is Moskou er zich terdege van bewust dat de andere lidstaten wettelijk gebonden zouden zijn aan een militaire interventie ter ondersteuning van Georgië.
Het is ondenkbaar dat Saakasjvili niet tot in details met Rice tijdens haar bezoek de plannen voor een militaire aanval op Zuid-Ossetië zou hebben doorgenomen. Georgië, dat volledig afhankelijk is van Amerikaanse militaire, diplomatieke en financiële steun, zou nooit zonder het informeren van Washington en het zich verzekeren van Amerikaanse goedkeuring tot een dergelijke grote actie overgaan. Voorbereidingen voor deze aanval vanuit Georgië zouden tijdens het bezoek van Rice aan Tbilisi een maand geleden al redelijk ver gevorderd zijn. En het Georgische leger wordt volledig gedomineerd door Amerikaanse militaire adviseurs. Sommige daarvan kwamen om tijdens de gevechten met het Russische leger en op de Russische televisie werden hun naamplaatjes getoond. Al sinds de door de Amerikanen gedomineerde oorlog tegen Servië in 1999 heeft Washington militaire hulp gegeven aan Tbilisi en de hoeveelheid van deze hulp is alleen maar dramatisch toegenomen met het aan de macht komen van Saakasjvili in het begin van 2004.

selectief
De Amerikaanse verklaringen over de onaantastbaarheid van het Georgische territorium en de soevereiniteit van het land zijn uiterst selectief. Er heeft dan ook nog niemand vanuit de VS een verklaring kunnen geven waarom de Servische militaire interventie tegen separatisten van Kosovo tot 'oorlogsmisdaad' werd verklaard terwijl de Georgische aanval op Zuid-Ossetië 'legitiem' was. De regering-Bush was de voornaamste speler op de achtergrond bij de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo, op gronden die niet te onderscheiden zijn van de eisen van anti-Georgische separatisten in Zuid-Ossetië en Abchazië. Bovendien moedigde Washington de krachten die streefden naar de afscheiding van Tsjetsjenië van Rusland aan en financierde deze zelfs.