Skip to main content
  • 28 februari 2022

Vragen over vreemde zaken. Bij Poetin's oorlog

Rob Lubbersen

De inval van het Russische leger in de Oekraïne is zonder meer stuitend. Linksom of rechtsom. Duizenden soldaten, meestal jongens in de kracht van hun leven, zullen sneuvelen. Duizenden burgers worden gedood of moeten met pijn en als invalide verder leven. Stuitend!

Bij alle beschouwingen over deze oorlog zijn bij mij enkele vragen gerezen. De belangrijkste is misschien wel weer die hoe het zit met de ‘condition humaine’ oftewel de menselijke inborst. Zijn we dan nog altijd niet in staat om uitbuiters, leugenaars en geweldplegers de pas af te snijden? Helpen we ze integendeel toch steeds weer aan de macht? Het lijkt er soms wel op. Maar als het antwoord op deze vraag bevestigend is, dan wacht ons een toekomst van barbarij. Het antwoord op de vraag is dus nog belangrijker dan de vraag zelf. Daar zijn we als mensheid nog niet klaar mee.

Eigen taal en cultuur

Bij de recente oorlog van Poetin tegen de Oekraïne zijn vier andere vragen bij me opgekomen die wellicht ook niet eenvoudig zijn te beantwoorden.

De eerste vraag is waarom er zo weinig aandacht is besteed aan wat de mensen in de afgescheiden gebieden Loehansk en Donetz nou precies vinden. De strijd tussen hun milities en het Oekraïense leger is immers opgevoerd als een hoofdoorzaak van de spanningen. Wat willen de pakweg 3,5 miljoen inwoners van die twee volksrepublieken nu eigenlijk. Leunen ze liever aan tegen Rusland of wil een meerderheid misschien best wel terug naar de Oekraïne. Van de Krim-bewoners weten we dat ongeveer 85% liever bij Rusland dan bij de Oekraïne wilde horen. Van de Donbas, waar Loehansk en Donetz deel van uitmaken, weten we dat niet. We hebben er Poetin nauwelijks over gehoord, behalve dan in algemeenheden over genocide, volkerenmoord dus. Van zo’n autocraat kun je niet echt humane interesse verwachten. Maar, ik heb van de westerse leiders, van Biden tot en met Macron en Rutte de afgelopen weken totaal niets gehoord over de wensen van de Donbassers zélf. Mooie democraten!

Terzijde: deze hele crisis toont wederom wat een pest het nationalisme is. Het nationalisme van de Russen en de Oekraïners, maar ook van de afscheiders in Loehansk en Donetz. Lekker bij je eigen klup van vreemde smetten vrij. In eigen kleine kring belangrijk lopen doen. Een stam zijn. En stammenstrijd voeren. Tot aan oorlog toe. Kennelijk heersen eigen taal, eigen cultuur en eigen etniciteit nog ruim over onderlinge en internationale solidariteit.

Bloedlink, dat wel

De tweede vraag is waarom de vergelijking met de Baltische staten is uitgebleven. Estland, Letland en Litouwen scheidden zich in 1991 af van de Sovjet Unie/Rusland en werden onafhankelijke republieken. In 2004 sloten ze zich aan bij de NAVO en sindsdien zijn er o.a. Amerikaanse troepen gelegerd. Daar heb ik nooit iemand schande over horen spreken. Maar als Loehansk en Donetz dat doen – afscheiden (van de Oekraïne), onafhankelijkheid uitroepen, bevriende natie (Rusland) om militaire steun vragen – dan is de wereld te klein. Merkwaardig!

De derde vraag betreft de opstelling van de westerse wereld de afgelopen maanden, sinds de Russische troepenopbouw aan de grens met de Oekraïne. De Amerikanen riepen onmiddellijk dat de Russen héél snel de Oekraïne zouden binnenvallen. De Engelsen volgden niet veel later. Enfin, dat ‘héél snel’ klopte niet – eerst moesten de Olympische Spelen worden afgewerkt – maar op 24 februari 2022 was het dan zo ver. Opmerkelijk is dat de Amerikanen, de Engelsen en alle andere NAVO-landen vanaf het begin overal erbij riepen dat ze zich met een conflict niet militair zouden inlaten. Oekraïne was en is immers geen NAVO-lid. Wel werd direct geschermd met niet-militaire sancties. Pas na de Russische invasie werd alom geroepen dat sancties misschien niet genoeg waren – gewezen werd op de 630 miljard dollar die Poetin als buffer had gereserveerd én op het feit dat hij alleen naar heel harde taal luistert. Het is dan ook bevreemdend dat de NAVO niet meer spierballen heeft getoond om een niet-lid maar wel bevriende natie te hulp te schieten.

Bloedlink, dat wel. Want dat zou op een wereldoorlog kunnen uitlopen en Rusland ís een kernmacht. Maar de NAVO heeft veel meer soldaten op de been (3,3 miljoen tegen 1,1 miljoen), is veel moderner bewapend en kan steunen op gigantisch meer economische kracht (de Russische economie is ongeveer even groot als die van de Benelux…). Had iets meer tromgeroffel niet juist Poetin doen terugschrikken voor een derde wereldoorlog en dus doen afzien van een aanval op de Oekraïne? We weten het niet en hopelijk gaan we niet alsnog iets dergelijks ervaren. Maar soms denk ik dat het westen de Oekraïne wel erg gemakkelijk heeft ‘weggegeven’. En nu bijna dankbaar van de daken schreeuwt dat de defensiebegrotingen omhoog moeten.

De mobilisatie

Mijn vierde vraag gaat over de verdediging door de Oekraïne zelf. Waarom werd gewacht tot ná de invasie voordat een algehele mobilisatie werd afgekondigd. In december van vorig jaar begon de Russische troepenopbouw aan de grens naar 100.000 man. In januari van dit jaar riepen de Amerikanen dat dit onherroepelijk tot een invasie zou leiden. In de loop van februari namen de gewapende incidenten dagelijks toe. De dreiging werd groter. De Oekraïense regering en het leger groeven zich in. Burgers oefenden een beetje met houten geweren in parken en schoolkinderen werd de weg gewezen naar schuilkelders, als die er al waren. Van een serieuze mobilisatie was geen sprake. Pas nadat het Russische leger was binnengevallen werden alle weerbare mannen tussen de 18 en 60 jaar gemaand zich beschikbaar te houden voor ‘de verdediging van het vaderland’. Terwijl de kruisraketten in het rond vlogen en de eerste tanks binnenrolden én miljoenen in onafzienbare files probeerden te vluchten, in totale chaos dus, moesten miljoenen mannen worden ingeschakeld bij de strijd tegen de invasiemacht.

Hopeloos. Onbegrijpelijk. Ter vergelijking: toen de spanningen in Europa in 1939 opliepen, vond in augustus in Nederland een mobilisatie plaats van 230.000 extra soldaten. Dat was bijna 10 maanden voordat in mei 1940 de Duitsers binnenvielen. Die vroege mobilisatie heeft hier uiteindelijk niet veel geholpen en of het in de Oekraïne veel verschil had gemaakt, weet ik niet, maar de nonchalance daar is op zijn minst opzienbarend. Blaming the victim? Nee hoor. Niet dan?