Skip to main content
  • 05 november 2007

Voor Vaderland en CAO?

Wendela de Vries

Oorlog voeren is mannenwerk. Vrouwen hebben over het algemeen wel wat beters te doen. Ook de kennis over oorlog en wapens is voornamelijk in handen van mannen. Dat is niet handig, want vrouwen ondervinden natuurlijk wel de gevolgen van oorlog en geweld. Ze kunnen zich er dus beter wel mee bemoeien. Langzamerhand begint dat ook te gebeuren. Finland had in de jaren negentig de eerste vrouwelijke Minister van Defensie ever, volgens Finnen die ik sprak overigens vooral omdat mannen in oorlogstijd teveel zuipen en dus onbetrouwbaar zijn. En in Nederland doet zich nu het unieke verschijnsel voor dat ter linkerzijde van het Parlement drie vrouwen het woord voeren over Defensie. Angelien Eijsink van de PvdA, Krista van Velzen van de SP en Mariko Peeters van GroenLinks hebben alledrie dit mannendossier in hun portefeuille, en ze weten nog waarover ze praten ook.

Wat moet je hieruit concluderen? Vaak is het zo, dat als het vrouwen lukt ergens de touwtjes in handen te krijgen, er sprake is van een dalende maatschappelijke status. Mannenberoepen waar vrouwen in terecht komen zijn beroepen op hun retour, qua maatschappelijk aanzien, denk aan het onderwijs. Zou het betekenen dat Defensie als bedrijfstak aan het afzakken is? Heeft het te maken met het softere, hulpverlener-achtige imago dat Defensie zich tegenwoordig aanmeet? Met het feit dat oorlogvoeren tegenwoordig opbouwwerk heet?

Een andere interessante vraag is wat het gevolg is dat vrouwen zich met Defensie bemoeien. Volgens de ooit roemruchte Vrouwen-vredesbeweging, die in de jaren tachtig de vredesbasisbeweging organiseerde terwijl mannen achter microfoons belangrijk stonden te doen, stellen vrouwen ten aanzien van oorlog andere prioriteiten. Eindeloos is het debat gevoerd of dat komt door hun aangeboren vreedzaamheid of doordat ze een andere maatschappelijke rol vervullen. Zelf neig ik naar het laatste: als je altijd degene bent die moet zorgen dat het eten op tafel komt en de kinderen veilig opgroeien heb je andere belangen en maak je andere keuzes, als je tenminste de kans hebt om keuzes te maken. Vrouwen kijken meer naar de softe kant van oorlog.

Dat blijkt ook uit het PvdA Defensieplan dat dit weekend verscheen, en dat is opgesteld onder leiding van mevrouw Eijsink. Over het algemeen blinken dergelijke stukken uit in strategische overwegingen en bijbehorende hardware: Kopen we dit wapen of kopen we dat wapen, en hoe verkopen we dat aan het publiek? Maar in het nieuwe PvdA stuk ‘In dienst van Nederland, in dienst van de wereld’ (de sociaaldemocratische titelvariant van het bijbelse ‘Wereldwijd Dienstbaar’ van Van Middelkoop) gaat het vooral over personeelsbeleid: hoe krijgen we mensen, hoe houden we mensen en hoe begeleiden we mensen? Aan aankopen en afstoten is slechts één paragraaf gewijd, aan het wel of niet behouden van kernwapentaken twee paragrafen (conclusie: we moeten erover ‘in debat’).

Nu is het personeelstekort inderdaad het grootste probleem van Defensie, en het is fijn voor onze krijgsmacht dat dit probleem onder mevrouw Eijsinks bezielde leiding terdege wordt geanalyseerd. Alleen lijkt het PvdA plan nu meer op een vakbondsstuk dan op een defensiestuk. Het gaat over arbeidsvoorwaarden en medezeggenschap, maar gaat voorbij aan het meest wezelijke punt voor goed functionerend defensiepersoneel: het moreel. Militairen hebben niet zomaar een baan. Ze riskeren hun leven en dat van anderen, en dat doe je niet allen om de arbeidsvoorwaarden.

Vanaf de vroege oudheid weten alle veldheren dat geen enkele soldaat wil vechten zonder geloof in een Hoger Doel. Of dat nou het Vaderland is, of de Wereldvrede, of het Communisme, maakt niet uit. Je leven riskeer je alleen voor een zaak waaraan eer te behalen is. En precies daar schort het aan in het huidige defensiebeleid. Defensie kan nog zoveel doen aan personeelsbeleid, maar zolang het mensen uitstuurt naar de rotzooi in Afganistan, waar elke militair al snel doorheeft dat er evenveel wordt kapotgemaakt als opgebouwd, ondermijnt ze de lust van militairen om wereldwijd te dienen. Je gaat je leven niet riskeren voor missies zonder enig resultaat. Jammer dat mevrouw Eijsink dat niet begrepen heeft.