Skip to main content
  • 06 juni 2012

Hollands Next Top Lobbyist

Martin Broek

Enige tijd geleden ging ik meedoen aan de Amnesty-wedstrijd Hollands Next  Top Lobbyist. De winnaar mag mee naar de Verenigde Naties in New York.  Daar wordt in juli gestemd over het wapenhandelverdrag. De bedoeling van  de wedstrijd is dat ik zoveel mogelijk mensen krijg die me 'leuk' vinden, 'liken'. Het verdrag wordt als de oplossing gezien voor ongebreidelde wapen exporten. Maar is dat waar? 

De Europese Unie heeft bijvoorbeeld prachtige regelgeving rond de handel in  wapens. Die regels worden niet alleen door de EU-landen omarmd, maar ook  door Canada, Cyprus, Liechtenstein, Noorwegen, IJsland en de geassocieerde  landen in Midden- en Oost-Europa. Deze landen zijn samen verantwoordelijk  voor de helft van alle wapenexporten. Bovendien gaat een groot deel van de wereldhandel vrijwel ongehinderd door de Europese lucht- en zeehavens (ook  goederen uit de VS). 

Controle is wel mogelijk. Dat merkt vrijwel iedere zakenman, waar dan ook in  de wereld, die het in zijn hoofd haalt iets meer dan een doos staafmixers met  onderdelen uit de VS aan Iran of Noord-Korea te leveren. Daar staat gevangenisstraf of, na volledige medewerking, enige tonnen boete op. De straf  van Uncle Sam ontlopen is er niet bij. Regelmatig duikt de Rotterdamse haven  in de Amerikaanse processen op als draaischijf voor al dan niet ernstige leveranties. 

Als controle op wapenexporten spoort met buitenlands beleid dan is er veel  mogelijk. Helaas laat dat beleid zich doorgaans niet leiden door mooie zaken  als mensenrechten en ontwikkeling, maar door economische en geostrategische belangen. Duitsland levert daarom een serie onderzeeërs aan Israël,  bedoeld om kernwapens af te schieten. Dat is strijdig met een handvol regels  uit de gedragscode. Geen haan die er naar kraait. Waarom dan nog meer  regels? En Putin, Obama en Jintao laten zich heus niet door een verdrag dwingen. De wereld zou er bij gebaat zijn als er een campagne kwam voor het  strikt uitleggen van wapenexportregels, strenge controle op goederen die het  land verlaten, en dan bij overtredingen even assertief vervolgen als de VS nu  doet. 

Ruim een jaar geleden stelde de Campaign Against Arms Trade uit Londen,  CAAT, dat wapenleveranties aan het Midden-Oosten aantonen dat handel boven mensenrechten gaat. Ook in Europa. CAAT pleitte voor een onmiddellijk wapenembargo voor de hele regio en een zinnig gebruik van de gedragscode door de regeringen van EU-landen. April dit jaar schreven onderzoekers een rapport over Europese wapenexporten. Bij de presentatie stelde één van hen dat ze hoopte dat de EU-lidstaten de kwaliteit van hun beslissingen  inzake exportvergunningen van de afgelopen jaren zélf gaan evalueren en er  conclusies uit trekken: 'Het idee dat de Europese Commissie of het Parlement zich daarover zouden mogen uitspreken, dat is waarschijnlijk hopen op  sprookjes.'

Hop in Den Haag, Madrid, Boedapest en Boekarest: aan de slag!  Maar of ze dat doen? Ook als deelnemer aan de Amnesty competitie lukte  het me niet te gaan geloven in de aanpak. Blijft de vraag wat wél helpt. Wapenhandel zou een sexy onderwerp kunnen zijn voor activisten en pers. Ze  zouden kunnen onderzoeken, namen en shamen, lobbyen (en dat betekent  niet alleen zoveel mogelijk 'likes' binnenhalen), artikelen en boeken schrijven,  organiseren, acties op poten zetten, flyeren en aankaarten. 

Op straat, in zaaltjes, in media, voor banken, tijdens aandeeihoudersvergaderingen, in de Tweede Kamer en gemeenteraden. Samen met anderen  dwingen dat die controle er in Nederland komt. Niet om de controle, maar  omdat wapens worden gebruikt om mensen te onderdrukken en arm te  houden en andere rijk en machtig te maken.