Skip to main content
  • 15 september 2011

Gebruikt papier uit Tripoli

Martin Broek

Nieuws is vaak niet nieuw. Ook het beste nieuws kan gemaakt worden van  gebruikt papier dat al jaren in ordners op kantoorplanken staat of door woedende menigten over vloeren is vertrapt. Zelf ben ik een keer zo stom geweest  samen met wat collega's de gehele exportadministratie van Melehemie, het  bedrijf dat grondstoffen voor chemische wapens aan Irak leverde, bij een  bezetting uit het raam over straat te laten wapperen. Op de redactie van het  roemruchte discussie-, onderzoeks- en actieblad Bluf! kreeg ik daarover de  wind van voren. Zo had niemand er meer wat aan. 

Een organisatie als Human Rights Watch kent de waarde van gebruikt papier zeer goed. Nadat Noord-Irak niet meer onder Saddam Hoessein's controle  stond wist deze mensenrechtenorganisatie de hand te leggen op grote  hoeveelheden dossiers van de inlichtingendiensten. Het bleek een rijke informatiebron over de misdaden van het Iraakse regime. 

De reden dat ik er aan terug moest denken is de gang van zaken in Tripoli. De  laatste weken kwam steeds opnieuw informatie naar buiten die bedoeld was  om geheim te blijven. Opvallend is dat het de Britse en Canadese pers is die  buitgemaakte papieren onthult. 

In Tripoli is het ook weer Human Rights Watch dat een aantal keren met interessante papieren op de proppen komt. De ene keer onthult men samen met  Reuters dat het Britse bedrijf General Dynamics UK Britse pantserwagens en  het hoofdkwartier voorziet van de modernste communicatie technologie. Bij  een andere onthulling gaat het om de rol die de Buitenlandse Inlichtingen  Dienst MI6 en Condoleezza Rice (destijds Nationale Veiligheidsadviseur van  George W. Bush) speelde bij overleg met Tripoli. Ghadaffi zou weer een gerespecteerd lid van de internationale gemeenschap worden en weer genieten van  de "Great opportunities that could come of such a rejoining' aldus Condee in  een mail. 

Deel van die onthulling is een verhaal rond Abdul Hakim Belhaj. Hij was in de  jaren negentig lid van Libyan Islamic Fighting Group (LIFG). De Observer schreef in november 2002 een verhaal dat de HFG met MI6 een moord op  Ghadaffi voorbereidde. De leden ontvluchten in 1998 Libië. Belhaj vindt  onderdak bij de Taliban in Afghanistan. Tot 2002 vecht hij tegen de Russen.  Later krijgt hij vermoedelijk contact met Mullah Omar en begint in Jalabad  trainingskampen voor Jihadi's.

Als de VS na 11 september 2001 Afghanistan binnenvallen vertrekken de LIFG  leden naar Zuidoost Azië. In 2003 worden, zoals al beschreven, de banden  tussen het Westen en Libië aangehaald. Belhaj wordt in 2004 op grond van  MI6 informatie door de CIA gegijzeld in Kuala Lumpur, Deze brengt hem via  Bangkok naar Tripoli en draagt hem over aan de beruchte Libische geheime  dienst. In Libië zit Belhaj zeven jaar vast en wordt er gemarteld. Naar eigen zeggen is hij in Tripoli ook ondervraagd door geheime diensten uit de VS en  Engeland. Dat hoeft niet te verbazen, de Britten ruilden volgens gevonden  documenten informatie over anti-Ghadaffi personen in Engeland met informatie die Libië vrij kreeg tijdens ondervragingen van gevangenen. 

In augustus 2011 zegeviert Abdul Hakim Belhaj als commandant van de Militaire Raad in Tripoli als de door de NAVO-gesteunde oorlog tegen de machthebbers in Tripoli zijn einde nadert. 

Het verhaal van Belhaj vertelt in kort bestek het verhaal van de machtspolitiek rond en in Libië. Het is een somber verhaal. Mogelijk is dat de reden dat progressieve personen, groepen en partijen veelal weigeren machtspolitieke argumenten mee te wegen bij hun morele en rooskleurige oordelen over de  wereld.