-
05 juli 2015
De humanitaire gelofte: verslag toetsingsconferentie non-proliferatieverdrag (NPV) 2015
In mei vond de negende toetsingsconferentie plaats van het non-proliferatieverdrag (NPV). Elke vijf jaar wordt op deze conferentie de uitvoering van dit verdrag tegen de verspreiding van kernwapens opnieuw bekeken door de lidstaten en NGOs. Krap vier weken duurt de bijeenkomst in het hoofdkwartier van Verenigde Naties in New York. Het programma staat bol van formele procedures en verhalen met een hoop kabaal en razernij, die volkomen betekenisloos zijn.
Talrijke NGOs en een aantal regeringen hebben ter voorbereiding verklaringen opgesteld en documenten met standpunten paraat, hopend op een uitkomst die uitzicht biedt op een route naar kernontwapening. Indrukwekkend was de speech van Zuid-Afrika, waarin het de kernwapenstaten verantwoordelijk houdt voor het gijzelen van de wereld voor hun ‘veiligheid’ en dat zij door zelfzucht gedreven het risico nemen van een nucleaire catastrofe en daarmee al het leven op aarde op het spel zetten. Dat er in de afgelopen veertig jaar nooit uitzicht is geweest op een route naar ontwapening heeft naast de periode van de Koude Oorlog vooral te maken met zwakke formuleringen in het verdrag. Daardoor trekken de vijf ‘erkende’ kernwapenstaten telkens weer aan het langste eind. Tot grote ergernis van een grote groep niet-kernwapenstaten. Zij eisen dat er onmiddellijk een einde komt aan de discriminatoire praktijk van het NPV die tot willekeur leidt. Net als de lobbyisten van de NGOs willen zij een sterker en een rechtvaardiger NPV. Samenwerkingverband ICAN heeft met haar campagne op dit vlak veel vooruitgang geboekt door Oostenrijk tot aanvoerder te maken van deze belangrijke missie. Het vindt veel weerklank onder de niet-kernwapenstaten die niet onder een atoomparaplu vallen, vooral niet-westerse landen. Helaas liep de toetsingsconferentie toch weer uit op een mislukking door de weigering van Israël - dat als waarnemer aanwezig was - te onderhandelen over een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten.
Vetorecht kernwapenstaten maakt NPV tandeloos
Het non-proliferatieverdrag (NPV) opende voor ondertekening in 1968 en trad in 1970 in werking. Behalve India, Israël, Pakistan, Noord-Korea, en Zuid-Soedan, wordt het nu omarmd door alle landen. Alleen daarom al is dit verdrag ondanks zijn vele tekortkomingen zo belangrijk. Het verdrag is gebaseerd op drie pijlers, die zeg maar de hoofdlijnen zijn van het NPV. De eerste is dat kernwapens zo contraproductief zijn voor de veiligheid dat ze door alle ondertekenaars vrijwillig moeten worden afgezworen, uitgezonderd door vijf staten: de VS, Rusland, het VK, Frankrijk en China. Deze staten blijken ook de permanente leden van de VN-Veiligheidsraad te zijn. De tweede pijler volgt uit de eerste, namelijk dat deze vijf grootmachten al kernwapens hadden voordat het NPV werd onderhandeld. Ze hebben een bijzondere status en mogen voor onbepaalde tijd hun kernwapens houden. Daarbij hebben ze een vage belofte gedaan om uiteindelijk volledig te ontwapenen.
Hun speciale status geeft hen - naast de staten die deel uitmaken van het roulerende bestuur van het Internationale Atoomenergie Agentschap (IAEA) - vetorecht over wijzigingen in het verdrag. Dit is in een ver verleden stevig verankerd in het NPV om het discriminerende regime te vergrendelen. Het achterliggende idee van deze hoofdlijnen in het verdrag is dat kernwapens onwettig zijn - direct en permanent voor de meeste staten en uiteindelijk voor allemaal. Binnen het NPV is er dus een toezegging van alle lidstaten voor een algeheel verbod op het bezit, fabricage, en het transport van kernwapens, een verbod dat onmiddellijk van kracht is voor de 189 lidstaten en op een dag voor de laatste vijf. Een andere groep van vijf staten - drie met kernwapens en één, Noord-Korea - met minstens nucleaire explosieven - zijn uiteraard niet gebonden aan deze toezeggingen omdat zij het verdrag niet hebben ondertekend.
De derde pijler van het NPV is dat vreedzame of civiele kerntechnologieën, zoals kernenergie, geweldig zijn en universeel moeten worden gedeeld en gepromoot, met passende veiligheidmaatregelen en waarborging ('safeguards'). Een weerspiegeling van de conflicterende taken van het IAEA: toezichthouder én promotor van civiele kernenergie, waarvan cruciale technologie niet of nauwelijks verschilt met de militaire variant. Feitelijk staat de uitkomst van een toetsingsconferentie al bij voorbaat vast. Elk slotdocument met verplichtingen waar leden van de NPV zich aan committeren op een toetsingsconferentie vereisen consensus van de leden. Dit, met de hierboven vermelde vetobepaling (artikel VIII) betekent dat deze conferenties nooit bindende maatregelen voor kernontwapening zullen opleveren, omdat die niet omarmd worden door de vijf kernwapenstaten. Op zijn best komt er een slotdocument met tandeloze maatregelen.
NPV 2.0
Is het harde werk van al die lobbyisten voor kernontwapening dan allemaal tevergeefs? Geenszins! Zeker niet in een tijd van geopolitieke verschuivingen naar een multipolaire wereldorde. De enige manier die perspectief biedt is blijven werken aan een sterker en rechtvaardiger verdrag, die op termijn door alle lidstaten moet worden omarmd. ICAN slaagde erin om Oostenrijk aanvoerder te maken van deze missie die veel weerklank vindt bij de grootste groep landen binnen het NPV, allen niet-kernwapenstaten en aangesloten bij de Beweging van Niet-Gebonden Landen. Bij deze landen heerst een groeiend ongenoegen. Ze ergeren zich mateloos aan hoe de grote vijf (P5) een NPV-lid als Iran onevenredig onder druk zet om hun volkomen legale civiele kernprogramma in te perken, terwijl diezelfde kernmachten hun NPV-verplichtingen om haast te maken met ontwapening helemaal niet nakomen. Het voornemen van de VS om in de komende dertig jaar een biljoen dollar te besteden aan nieuwe wapenfabrieken, aanvoersystemen en kernwapens heeft daarbij olie op het vuur gegooid. De woede geldt ook voor de vier andere kernwapenstaten die druk bezig zijn hun arsenalen te moderniseren. Het is obsceen en wijst op een totaal gebrek aan goede trouw om hun NPV belofte voor kernontwapening na te komen.
De humanitaire gelofte
Het lijdt geen twijfel dat de ICAN-campagne over de humanitaire gevolgen van het gebruik van kernwapens veel in werking heeft gezet. Na een bijeenkomst in Noorwegen in maart 2013 volgden er conferenties in Mexico en Oostenrijk. In Wenen - in december 2014 - beloofde de Oostenrijkse regering "samen te werken met alle betrokken partijen" om "de juridische leemte van het verbod en de afschaffing van kernwapens te vullen." Op de toetsingsconferentie nam Oostenrijk het voortouw in de lobby voor kernontwapening. Het is veelzeggend dat het nauwelijks bijval krijgt van andere Westerse landen, waarvan een groot deel valt onder de atoomparaplu van de NAVO. Alleen van Ierland, Cyprus en een reeks ministaatjes krijgt Oostenrijk steun. Het Oostenrijkse initiatief lijkt vooralsnog vooral een bindmiddel te zijn voor het groeiende ongeduld bij de Beweging van Niet-Gebonden Landen. Het is een veelbelovend initiatief. Dankzij de campagne hebben op dit moment 108 landen de ‘Humanitaire Gelofte’ ondertekend. De volgende grote bijeenkomst zal zijn op de zeventigste verjaardag van het gebruik van kernwapens op Hiroshima en Nagasaki, 6 en 9 augustus in Japan. Hopelijk zal dat tot meer publiciteit leiden dan bij de toetsingsconferentie, waarover in de mainstream media nauwelijks verslag werd uitgebracht.
Onwil bij Israël om te ontwapenen
Arabische landen en Iran dringen in VN-verband al veertig jaar aan op een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten. Bij de toetsingsconferentie van 2010 besloten de lidstaten unaniem tot een Internationale Conferentie voor de oprichting van een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten. Die conferentie was geagendeerd voor december 2012 in Helsinki. Maar even daarvoor, eind november 2012, kondigden de VS en Israël aan niet deel te nemen. Israël, de enige kernmacht in de regio en geen ondertekenaar van het NPV, blijft halsstarrig deelname weigeren. De VS verklaarden dat de conferentie niet bijeen kon worden geroepen vanwege de ‘bijzondere omstandigheden’ in het Midden-Oosten. De Beweging van Niet-Gebonden Landen veroordeelde de annulering in scherpe bewoordingen. Het benadrukte de sterke wens van haar leden voor het streven naar ontwapening en riep Israël op zijn kernwapens te vernietigen en hun nucleaire installaties te onderwerpen aan IAEA-inspecties in overeenstemming met de internationale regelgeving voor non-proliferatie. Israël was als waarnemer aanwezig op de toetsingsconferentie in mei. Aanvankelijk leek het erop dat de VS, die Israël in zijn weigering te ontwapenen altijd steunen, druk op Israël uitoefenden voor medewerking. Maar uiteindelijk weigerde Israël om ook aan een nieuw geplande bijeenkomst in maart 2016 deel te nemen. Het werd daarbij gesteund door de VS, Canada en het Verenigd Koninkrijk. Zo liep ook deze toetsingsconferentie weer uit op een mislukking.