-
01 juni 1991
De Duitse vredesbeweging en de Golfoorlog
De Duitse vredesbeweging was tijdens de Golfoorlog zeer actief en breed georganiseerd. Er waren veel demonstraties, waaraan regelmatig vele tienduizenden mensen deelnamen en daaronder waren opvallend veel scholieren. Maar ook bijvoorbeeld de vakbonden. Er waren ook veel radicalere acties als blokkades en het bestormen van vliegvelden. En er werd actief opgeroepen tot desertie. Een belangrijke rol in de discussies speelde de rol van Duitse wapenhandelaars. Hiertegen richtten zich veel acties en de Duitse overheid voelde zich hierdoor gedwongen ook door internationale kritiek, o.a. vanuit Israël, om zich daarover uit te spreken. Net als in Nederland wist de Duitse vredesbeweging politiek/strategisch niet goed raad met Israël en de Scud-aanvallen door Irak zaaiden veel verwarring, zeker na het geruchtmakende bezoek van een Grünen-delegatie aan Israël, waarbij de bombardementen weliswaar werden afgekeurd maar ook wel begrijpelijk werden gevonden. In de nu nog lopende discussies over de Golfoorlog speelt Israël een belangrijke rol en de stellingnames leiden vaak tot emotionele taferelen.
Het volgende artikel geeft een beeld van de discussie in Duitsland. In deze discussie speelde het Duitse verleden een sterke rol en daarbij ook de Duitse eenwording en de stellingname daartegen door delen van links.
"Der Hauptfeind steht im eigenen Land!" Deze vanzelfsprekende anti-imperialistische stellingname, die bij links echter niet zo vanzelfsprekend bleek te zijn, werd door Günther Grass in de discussie verder uitgewerkt tegen de achtergrond van de Duitse nationale geschiedenis:
"Voordat we een oordeel gaan geven over de rol van andere landen, bijv. de USA, of Israël, of Turkije, wil ik wel de zwaarwegende misdaad aangeven, die weer eens door Duitsland is begaan. Er zijn hiervandaan wapens geleverd, die ver boven de "gewone" conventionele wapensystemen uitstegen, die ook door andere landen zijn geleverd. De mogelijkheid die Irak nu heeft om onder andere Israël met gifwapens en bacteriologische wapens te bedreigen, is zonder Duitse leveringen niet voorstelbaar. (...) Wij hebben nu 45 naoorlogse jaren achter de rug, met de last van ons Duitse verleden, van Auschwitz en de gevolgen ervan. Na de oorlog zijn er twee generaties opgegroeid, die niet tot de daders behoren, maar wel met de last van de Duitse geschiedenis te maken hebben. En nu wordt de cirkel weer gesloten. De jongere, nagekomen generatie is nu medeverantwoordelijk voor wat op de Wannsee Conferentie in 1942 begon en nu in zekere zin wordt voortgezet."
(Dit zijn citaten uit de Taz van 16.2.91)
Vanuit deze stellingname formuleerde Grass zijn afwijzing van de NAVO/VN-oorlog en distantieerde zich daarmee ontzet van onder andere Hans Magnus Enzensberger en van Wolf Biermann, die beiden voorstanders bleken te zijn van het gewapende ingrijpen. In tegenstelling tot deze twee schrijvers nam Grass zijn verwijzing naar het Duitse naziverleden serieus, de anderen gebruikten dit slechts als decor voor hun steun aan de oorlog. Zij zochten de continuïteit van het nationaalsocialisme niet in Duitsland, maar in Irak en met de vergelijking tussen Hitler en Saddam werd, aansluitend op de 'Historikerstreit", de uniciteit van het nationaalsocialisme bestreden. Het fascisme heeft, en dat wordt bewezen door het voortbestaan in Irak, "niets met Duitse, maar met antropologische feiten te maken"(Enzensberger). Het is dus ook geen wonder dat de heren schrijvers hun antifascistische opvattingen niet ook bij de strijd tegen de Duitse "hereniging" in daden hebben omgezet, maar pas bij de anti-Iraakse veldtocht (en dat vanzelfsprekend vanuit de goedverwarmde huiskamer). De voormalige kameraad van Strauss, generaal Schmückle, zette deze opvatting om in de stellingname dat het inzetten van het Duitse leger tegen Irak een "praktische verwerking" van het verleden zou zijn.
Net als Günther Grass had Gremliza in het januari-nummer van het blad Konkret nog betoogd dat links de oorlog van de VS niet kon ondersteunen, omdat "de partij .... van George Bush .... ook de partij van Helmut Kohl is en dus grootduits is." Twee maanden later was ook onze kameraaduitgever verstrikt geraakt in het net van de overheersende oorlogspropaganda en hield "het verschrikkelijke dat nu gebeurde voor het enige juiste op dat moment."
de antiduitse protesten in Israël
De antiduitse protesten in Israël begonnen al snel. Direct na de inval in Koeweit en nog voor de feitelijke Duitse eenwording, was er een picketline in Yad Vashem, waarbij onder verwijzing naar de Duits-Iraakse samenwerking bij de produktie van ABC-wapens de "Wiedervereinigung" werd afgewezen. De woede explodeerde tenslotte na het begin van de "hete" oorlog in januari. Een interessant inzicht in het verloop van de discussies in Israël wordt gegeven in een interview met de Israëlische schrijver Amos Oz (14.2.91 in de FAZ):
"De mensen in Israël praten op dit moment bijna net zoveel over Duitsland als over Irak. Na de berichten over de gasleveringen zei een vriend van mij, die er politiek voor is dat Israël zich er niet mee bemoeit, dat als Israël zou reageren, ze beter vliegtuigen in Zuid-Duitsland kunnen bombarderen dan in Irak."
Waarom heeft er eigenlijk niemand van radicaal links in Duitsland gezegd: Prima! In Israël stellen collega's van de vakbonden de juiste vragen en binnen de Israëlische vredesbeweging wordt over de juiste antwoorden nagedacht! Maar in plaats dat we de Israëlische kritiek offensief hebben gebruikt voor onze strijd tegen het Duitse militarisme, hebben we ons door de Duitse politici en hun media in het defensief laten dringen en laten misleiden. Een pamflet uit Frankfurt beschreef deze misleidingsmanoeuvre treffend: "Het is het toppunt van cynisme dat de Bondsregering en de media het zo suggestief voorstellen alsof ze door Israël zijn verzocht om mee te doen in de oorlog."
Waarom heeft links zich dit debat laten opdringen, zonder de verhoudingen precies te onderzoeken? Deze foute aanpak wordt nog duidelijker aangetoond aan de hand van het bezoek van Ströbele aan Israël. De perswoordvoerder van de Grünen verklaarde in een interview: "De Iraakse raketaanvallen zijn de logische, bijna dwingende consequentie van de politiek van Israël."
Nu is het duidelijk dat de rechtse regeringscoalitie van Shamir verantwoordelijk is voor de geweldsspiraal binnen het Israëlisch-Palestijnse conflict. Maar waarom moest dat door linkse Duitsers juist op dat moment worden gethematiseerd? Je zou je zelfs kunnen afvragen: moeten we dat niet pas thematiseren als we afscheid hebben genomen van de geringschattende houding over het bestaansrecht van Israël, die links de laatste 20 jaar heeft ingenomen?
Maar terug naar Ströbele: in plaats van de Israëlische politiek had hij de Duitse politiek moeten aanvallen: "De Iraakse raketaanvallen zijn de logische, bijna dwingende consequentie van de Duitse politiek." Dit zou meer de waarheid zijn geweest en als hij dan ook nog had beloofd om de Duitse rakettenbouwers (MBB) en de gifgaslaboranten (van BND en PREUSSAG) aan de Israëlische rechtbank uit te leveren zou er zeker een interessante dialoog zijn ontstaan, waarbij ook het pacifistische standpunt een heel ander gehoor had gekregen.
Wie -en dat uitgerekend ook nog bij deze oorlog- kritiek op Israël prefereerde, bevond zich al snel in een beklemmend bondgenootschap: begin februari werd tijdens een demonstratie voor de Hafenstrasse een boycot van Israël geëist. Een week later stond er in de STERN dat zulke boycotclausules ook bij Duitse bedrijven als Thyssen tot de normale afspraken hoorden bij het zaken doen in het Midden-Oosten.
Maar wie daarentegen kritiek op Duitsland had -zoals anti-imperialisten zouden moeten hebben- had ook al snel interessante bondgenoten: de rakettenbouwers van MBB zijn bijvoorbeeld zowel voor de RAF als voor de MOSSAD interessant. En waar bleef de steunverklaring van de RAF, toen de MOSSAD in 1988 een manager van MBB "aanpakte", die ook bij hen op de lijst stond.
Als wij de Iraaks-Duitse rakettendreiging tegen Israël offensief hadden gethematiseerd en vanuit die analyse de oorlog hadden afgewezen en tot de vernietiging van het Duitse militarisme hadden opgeroepen, zou het "Israël-argument" van de politici als een boemerang hebben gewerkt. De verwijzing naar de Duits-Iraakse samenwerking bij de ontwikkeling en produktie van ABC-wapens had door ons net als door Grass voor een radicalisering van de Antioorlogsbeweging gebruikt kunnen worden. Maar onze desinteresse voor deze argumenten maakte het gemakkelijker voor de heersers om deze onthullingen te depolitiseren en te gebruiken voor hun eigen oorlogspropaganda. De vredesbeweging ging zich pas met Israël bezig houden, nadat ze daar door de heersers toe gedwongen werd. Hun overigens juiste steunbetuiging aan Israël was dus niet serieus gemeend, want hij kwam niet voort uit het verzet tegen het Duitse imperialisme, maar uit opportunisme.
valse analyses
Binnen de "Nie wieder Deutschland"-stroming (die ontstond na de val van de Muur) zijn het afgelopen jaar twee tegengestelde concepten gehanteerd: een afgestompt antifascisme en een plat antikapitalisme. Bij de voorbereiding van de landelijke demonstratie ter herdenking van de "Reichs Kristallnacht" op 3.11 in West-Berlijn was er een tweerichtingenstrijd: vertegenwoordigers/sters uit de DKP-hoek wilden geen leuzen tegen de hereniging en een deel uit de autonome en anti-imp hoek wilden de verwijzing naar het nationaalsocialisme zo beperkt mogelijk houden en een allegaartje aan "anti-imperialistische" eisen naar buiten brengen. Bij een evaluatie van deze en andere debatten werd o.a. gesteld:
"Terwijl het platte antikapitalisme het Duitse verleden, het III. Reich negeert, bagatelliseert het afgestompte antifascisme het Duitse heden, het IV. Reich. Beide leiden in de richting van het nationalisme."
Deze controverse herhaalde zich bij de Golfcrisis. Sommigen legden de nadruk op de mogelijke herhaling van het verleden, op de voortzetting van de uitroeiing van de Joden door de Duits-Iraakse samenwerking; door hen werd de geallieerde oorlogsvoering genegeerd of zelfs ondersteund. Bij anderen ontbrak de verwijzing naar het verband tussen het Duitse imperialisme en de continuïteit van het nationaalsocialisme. Binnen deze valse Imperialisme-analyse wordt de bewuste bewapening van Irak door het Duitse Imperialisme minder bekritiseerd ... dan de trouwe endure hulp aan het VS-Imperialisme.
Achter dit foute uitgangspunt staat de verkeerde voorstelling van het Imperialisme als een min of meer gesloten blok, zoals die ook bij de strijd tussen "Noord en Zuid" tot uitdrukking komt. Het gegeven van de Duits-Iraakse wapensamenwerking wordt zo vereenvoudigd tot een vraag over de "wapenexport" door scrupuleuze handelaars met een kruideniersmentaliteit. Tegenover deze door de SPIEGEL en de sociaaldemocraten gebruikte zienswijze, waarbij de staat wordt vrijgesproken van medeverantwoordelijkheid, moeten we blijven vasthouden aan het uitgangspunt dat:
- de Duits-Iraakse samenwerking niet primair het gevolg was van winstbelangen, maar van een politiek-militaire strategie;
- dat deze niet gestuurd werd door kleine dubieuze firma's, maar door de Duitse geheime dienst en de grote concerns;
- en dat deze wapenexport niet alleen in het belang van Irak was, maar een samenwerking was vanuit wederzijdse belangen.
De tendens tot dit soort gevaarlijke "handelswegen" door het Duitse Imperialisme zal alleen maar toenemen. Door de ineenstorting van het Oostblok als gemeenschappelijke vijand van het Westen is een element weggevallen, dat tot voor kort de onderlinge imperialistische tegenstellingen verdoezelde. Vanuit een bipolaire wereld (met een OostWest-tegenstelling) zijn we nu in een multipolaire wereld gekomen met wisselende bondgenootschappen. De vijand van gisteren is vandaag een vriend (Gorbatsjov), de vriend van gisteren is vandaag een vijand (Saddam). Wie Saddam Hoessein centraal stelde bij kritiek op de ABC-wapensamenwerking (in plaats van MBB of PREUSSAG) zag zijn argumenten ineens als oorlogspropaganda misbruikt. En wie nu Bush centraal stelt (in plaats van Kohl of Vogel) krijgt steun van de rechtse NATIONALZEITUNG.
Deze problemen kunnen we vermijden door het anti-imperialisme anti-Duits uit te werken. We moeten niet de Duitse bondgenoten als doelwit van ons anti-imperialisme nemen, want ze kunnen morgen een tegenstander van Duitsland zijn, we moeten Duitsland zelf aanpakken! In plaats van prognoses te maken over een mogelijk Duits uittreden uit de NAVO en andere geallieerde organisaties, zouden we de gevaarlijke onberekenbaarheid en de ontoerekeningsvatbaarheid van het Duitse imperialisme moeten benadrukken.
"Der Tod ist ein Meister aus Deutschland" was een leus, die we op 3.11 nog vergeefs probeerden uit te dragen, maar later een standaardleus op vele demo's. Onthullingen over Duitse wapenleveranties die links jarenlang niet kon populariseren werden ineens door de burgerlijke pers overgenomen Maar wel in een afgezwakte vorm. Veelvuldig werd uitgelegd dat Duitsland slechts 1 van de vele handelaars was en nog niet eens de ergste en dat de "zwarte schapen" van de handel wel met nieuwe wetten waren te controleren, daarbij geholpen door de Geheime Diensten die zelf betrokken waren.
Wij zouden moeten zorgen dat deze breed besproken onthullingen over de agressieve militaire politiek van Duitsland niet weer verdwijnen. "Een nieuw oorlogsmisdadentribunaal tegen de industriëlen en politici die deze oorlog mogelijk maakten, zou een goede eis zijn." (Georg Fülberth). En in de beklaagdenbank zou Duitsland moeten zitten, dat aan beide kanten van het front betrokken was. En de aanklagers moeten de slachtoffers en de tegenstanders zijn van deze politiek: uit Halabja, Tel Aviv, Diyarbarkir en Baghdad.
(dit artikel is een bewerking van een stuk uit AK 328)