Skip to main content
  • 05 mei 2009

Bevrijdingsvuur!

Joke Kaviaar

Het enige bevrijdingsvuur dat die naam kan dragen is het vuur dat alle repressie in één vlam vernietigt. Zo’n vuur brandt er in mij. Ik zou het zo uit mijn vingertoppen willen schudden, om met een simpele handaanraking een einde te maken aan de gevangenschap van de zoveelste man of vrouw waarvan ik het verhaal van leven in het ongewisse hoor. Een verhaal over vluchten en een beter leven zoeken. Een verhaal over afgewezen worden. Een verhaal over niet gehoord worden. Een verhaal over angst, armoede en zoeken. Een verhaal over ’s morgens uit het bed gelicht zijn. Een verhaal over identiteitscontrole, meestal een controle op verblijfstoestemming, een racistische nationalistische aangelegenheid.

Ik zie de vlaggen wapperen vandaag. De vlaggen van bevrijdingsdag, nog even snel gekocht omdat ze in de aanbieding waren, met frisse kleuren en verse vouwen. Het zijn de vlaggen van een natie die tot de onze wordt gerekend. Een natie die zich bevrijd noemt. Maar die bevrijding geldt alleen de mensen die mogen zeggen dat die natie van hen is. Al die anderen, die mogen zich niet onder ‘ons’ mengen.

Vrijheid, zoals die gevierd wordt door een minister president Balkenende door het ‘bevrijdingsvuur’ te ontsteken, die schijnvrijheid, dát bevrijdingsvuur, dat is geen bevrijdingsvuur. Het is heet en je kunt je eraan branden, maar de passie ontbreekt. Het rookt en verstikt en beneemt de mens die ware vrijheid zoekt de adem. Het is het vuur van het eigen volk eerst gedachtengoed. Rood-wit-blauw en bleke trots, oranje vaandels van des naties kots.

Ik spuug op Balkenende en Beatrix en hun vlag. Ik spuug op de artiesten die zich laten lenen voor deze bevrijdingsfestivals in plaats van de dodenherdenking van de dag ervoor voort te zetten, maar dan voor de slachtoffers van ons nationalisme. Voor hen geen bevrijding, maar opsluiting. Voor hen geen leven, maar dood. Voor hen geen herdenking maar vergetelheid. Voor hen niet anders dan een telkenmale toezien hoe iets gevierd wordt dat niet bestaat:  vrijheid.

Als mijn spuug de brandstof kon zijn en mijn vingertoppen de lucifers, konden de vorsten en hun kroost nog wat beleven! Wordt wakker, onnadenkende volgelingen! Blijft u elke noodverordening voor lief nemen omdat de zogenaamde veiligheidsmensen veinzen een aanslag op het  koningshuis te vrezen? Staat u nog altijd toe u te laten uitkleden op straat, te laten controleren bij elke stap omdat u gelooft dat dit uw veiligheid dient? Omdat het u niet kan schelen hoe deze repressie andere mensen kapot maakt omdat zij vreemden voor u zijn?

Blijft u allen de trouwe honden aan een baas, een leider, een koning of een god, welke namen deze allen ook moge dragen? Wilt u blijven de slaven, de lakeien, de horde, het kanonnenvoer, de buffer tussen de macht en de machteloze? Pas dan op, want u zult weg moeten springen voor de vonken van verzet die alle kanten op zullen schieten.

Op een dag, u weet niet wanneer, en ik weet niet wanneer, slaat de vlam in de pan. Ik zal me warmen aan dit bevrijdingsvuur dat de in aanbouw zijnde detentiecentra voor mensen zonder papieren vernietigt. Bevrijdingsvuur voor de kantoren van de IND! Bevrijdingsvuur als een lint van vlammen op weg naar regeringszetels, overheidsgebouwen, op weg naar muren en gesloten deuren, als een springstof tussen sloten en scharnieren. Laten Balkenende en Beatrix, Albayrak en Hirsch Ballin, van Middelkoop en Bos, laat hen allen met verschroeide gezichten toezien hoe de ware bevrijding eruitziet.

Burgers, burgers, burgers! Hoe verontrust kunt u zijn om uw huis dat in waarde daalt, uw aandelen die kelderen, uw banen die niet zeker meer zijn, uw huur die niet meer op te brengen valt, al uw burgerlijke verworvenheden en bezittingen die u vrijheid noemt? Hoe verontrust kunt u werkelijk zijn in het licht van razzia’s en controles, in het aangezicht van angst en de noodzaak om te schuilen, te stelen, het eten uit containers te vissen, met ziektes te moeten blijven rondlopen, in oude vodden tussen het vuilnis te slapen, hoe verontrust kunt u zijn?

Burger, brave burger, die besmet werk verricht en geld verdient aan de misère van anderen. U,  de bewaker, de ontwerper, de bouwer, de chauffeur, u die denkt dat u er toe doet, u die het radartje dat onmisbaar is wilt zijn en tegelijk geen verantwoordelijkheid wilt dragen. U, de opvolger van bevelen, de uitvoerder van beleid. U, die denkt dat dood, ellende, marteling, droogte, overstroming, pijn, hulpeloosheid allen zaken zijn die u niet treffen kunnen;

Drinkt u en applaudisseert u met de meute mee op deze dag die bevrijdingsdag heet, neemt u deel aan de polonaise rond het paleis? Denkt u werkelijk dat de waarheid alleen in overheidsdocumenten leeft? Vertelt u mij: Beangstigt het bevrijdingsvuur u of verheugt u zich er op? Ik zeg u, het kan niet snel genoeg branden!

Laat het bevrijdingsvuur zich een weg vreten door de documenten die de regeringen hun recht van bestaan bestendigen, door de rapporten, door de wetten, regelingen en geschriften, door paspoorten, verdragen, door facturen en afschriften, door alles dat zich leent voor de knechting van de vrijheid. Laat het vuur het verzet dienen, en niet de overheersing. Laat het worden doorgegeven door hen die de vrijheid, de bevrijding, niet alleen voor zichzelf willen houden. Laat het een grenzeloos vuur worden, zo heet, dat het zelfs tralies doet smelten en muren doet wankelen. Maar wees waakzaam: laat het niet in de handen van een leider vallen. Die zal het misbruiken, er goede sier mee maken. Die zal het in een doofpot stoppen en zeggen dat dit veiliger is.

Leve het vuur! Leve het vuur van bevrijding!