Skip to main content
  • 20 maart 2007

Over oude en nieuwe tijden

Jo van der Spek

Exact vier jaar geleden bevond ik mij in Koerdistan. In de laadruimte van een vrachtwagen wel te verstaan, die ons zou brengen naar een braakliggend terrein even buiten Diyarbakir voor de viering van het Koerdische nieuwjaar newroz. De uitgelaten stemming in de laadruimte en later ook tijdens de vele optredens was een oppervlakteverschijnsel. Een dag eerder was de coalitie van de leugen Irak binnengevallen, en de angst voor een gifgasaanval was voelbaar. De weken voorafgaand aan newroz waren her en der in de stad bordjes verschenen die de richting aangaven naar de dichtstbijzijnde schuilkelder. Het was echter een publiek geheim dat de opvangcapaciteit van deze schuilkelders onvoldoende was, en dat deze ruimtes bovendien alles behalve bescherming zouden bieden indien zich een aanval zou voordoen. Dus had menigeen een gasmasker aangeschaft.

In Diyarbakir zullen dit jaar, net als vier jaar geleden, honderdduizenden proberen het terrein te bereiken waar newroz gevierd wordt. De gelukkigen zullen een plek hebben weten te bemachtigen in een auto, bus of laadruimte van een vrachtwagen, de overigens rest niets anders dan de lange weg naar het festivalterrein te voet af te leggen. En wederom zal de uitgelaten stemming een oppervlakteverschijnsel zijn. Onder de feestvreugde gaat verbittering en woede schuil, gevoed door een reeks van gebeurtenissen. Om te beginnen is er woede over de vermeende strontium- en chroomvergiftiging van Öcalan en natuurlijk de recente gifmoord op zeven guerrillastrijders van de PKK door, naar verluidt, een Turkse infiltrant. En dan is er de reeks van veroordelingen tot zware straffen van Koerdische politici op basis van uiteenlopende beschuldigingen als steun aan de PKK of het gebruiken van de aanspreektitel 'meneer' voor de gevangene Öcalan. Meer in het algemeen is er verbittering over het feit dat de belofte van een nieuwe tijd in een hervormd Turkije holle woorden lijken te zijn. Het zijn oude tijden die opnieuw worden uitgevonden en als het woord Koerd al gebruikt wordt, is het alleen in ontkennende zin.

In 2005 oordeelde het Europese Hof voor de Mensenrechten dat PKK leider Abdullah Öcalan geen eerlijk proces had gekregen en dat de rechtbank waarvoor hij verscheen niet onafhankelijk en onbevooroordeeld was. Een nieuw proces was volgens het Hof voor de Mensenrechten een goede optie. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa had de taak toe te zien op de uitvoering van het arrest. En het gif zat in de staart. In plaats Turkije te dwingen het vonnis van het Hof uit te voeren adviseerde het comité onlangs de uitspraak te negeren. Eén van de argumenten van het Comité om Turkije niet te houden aan de uitspraak van het Europese Hof is dat het niet te verwachten zou zijn dat Öcalan in een eerlijk proces een andere straf zou krijgen. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa besluit hiermee dat lidstaten oneerlijke processen mogen voeren indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat de straf niet anders geweest zou zijn indien sprake van een eerlijk proces. Ook over Europa hebben de Koerden dit jaar weer genoeg reden tot bitterheid.