Skip to main content
  • 28 oktober 2022

Inclusiviteit

Rymke Wiersma

'Iedereen is hier welkom!' Hoe mooi klinkt dat, hoe inclusief. Maar wat bedoel je of wat bedoel ik met 'iedereen'? Inclusiviteit, een actuele discussie, maar ook een die me doet denken aan Akigoloké.

Lang geleden hadden we een plan, ik samen met anderen. We wilden een dorpje beginnen. Natuurlijk geen doorsnee dorp, want dan zouden we net zo goed kunnen verhuizen naar een al bestaand dorp, waar in die tijd nog wel eens huizen vrij kwamen, zeker in de uithoeken van het land. Of naar een leegstaand dorp in Spanje of Frankrijk.

Eigenlijk was wat we voor ogen hadden meer een grote woongroep, een soort commune –hoewel we er nog niet uit waren of we echt alle spullen met elkaar wilden delen: tandenborstels vast niet, en ondergoed leek ons ook lastig, maar truien en jassen zou kunnen – in theorie dan vooral.

Toch bleven we het een dorpje noemen. Het dorpje had een leuke naam: Akigoloké. In het verleden zijn er in de anarchistische hoek meerdere idealistische woonprojecten geweest, maar die zijn vaak met heftige ruzies uit elkaar gevallen. Dat wilden we voorkomen. Die ruzies gingen vaak over de mate van idealisme, utopisch denken versus pragmatisme. Soms ronduit verloedering.

Daarom leek het ons goed van tevoren al te bedenken en af te spreken hoe we wilden leven. Om bijvoorbeeld te voorkomen dat sommigen ineens een commercieel bedrijf zouden beginnen. Of dat er in ons veganistisch bedoeld dorp ineens toch kippen en geiten gehouden zouden worden. Een heel andere wereld wilden we, en dat zo'n wereld mogelijk was wilden we op kleine schaal laten zien. Een wereld zonder uitbuiting, niet van mensen, maar evenmin van andere dieren, dus geen hekken, geen hokken, geen geiten aan een touw. Veganistische landbouw. Zonder gif natuurlijk, zonder kunstmest én zonder dierlijke mest. Zo zelfvoorzienend mogelijk wilden we het. Maar – kwam je dan nog wel aan lezen toe, aan schrijven, aan muziekmaken, aan actievoeren, aan discussie-avonden, aan gezelligheid met vrienden, aan cultuur? We wilden ons niet terugtrekken maar midden in de wereld staan.

Er waren zoveel vragen dat we erin bleven steken. Wilden we aan geld doen? Liever niet, maar of dat haalbaar zou zijn, daar waren we nog niet uit. Het is moeilijk zoiets op te zetten, en het is toch wel handig als er wat geld is, of liever nog een hele berg geld, om bijvoorbeeld grond van te kopen, al dan niet met wat bouwsels erop. Dat geld was er niet, laat staan een hele berg. Kraken kon ook, maar dat is meestal tijdelijk, of je moet vreselijk veel geluk hebben.

Kortom, het was leuk om erover te praten – en we bleven er dus over praten, jarenlang. Totdat de meesten van ons andere wegen waren ingeslagen. Toch maar weer studeren, verhuisd naar een andere stad, een ander land of anderszins uit het zicht verdwenen, veranderde ideeën wellicht, de oude idealen vergetend, of definitief als onhaalbaar beoordeeld.

Wat dat allemaal met inclusiviteit te maken heeft? Om mensen te werven hadden we een boekje gemaakt. Daarin somden we de idealen op waarover we het eens waren – het leek ons handig als de mensen die zich aan wilden sluiten er hetzelfde over zouden denken. Anarchisme, feminisme, antiracisme, anderen niet beoordelen op uiterlijk, allemaal nogal voor de hand liggende uitgangspunten voor onszelf en voor de meesten uit de kring van mensen aan wie we het plan presenteerden.

Toch zagen sommigen dit als 'regels' en dus niet passend bij een anarchistisch project. Hadden die mensen een punt?

Degenen die zich bij ons plan aansloten vonden de beschreven basisidealen helemaal prima. Daarnaast waren er natuurlijk tal van mensen die zich niet aangesproken voelden tot die idealen – of die er niet aan moesten denken om zo intensief met anderen samen te leven – ook zij hadden er geen moeite mee. Het waren juist de mensen die zo'n dorpje ook wel zouden willen, en die het deels eens waren met de idealen, die ons verweten aan 'regels' te doen. Mensen die bijvoorbeeld net als wij tegen de vee-industrie waren, maar die wél vrij lopende kippen wilden kunnen houden of een geit. Ze vonden dat wij ze daarin 'vrij' moesten laten. (Maar de vrijheid van die geit en die kippen dan?)

Meestal ging het zoals in het voorbeeld om veganisme – begin jaren negentig binnen links nog een controversieel onderwerp. Ons plan voor een veganistisch dorp moest ook open staan voor niet-veganisten, vonden de kritici. Ze voelden zich door ons gediscrimineerd. Er werd daarentegen (terecht) niet gesteld dat we ook open moesten staan voor seksisten of racisten of voor mensen die anderen discrimineerden op grond van uiterlijk.

Ja, wij discrimineerden – in zekere zin. Niet op grond van omstandigheden of uiterlijk, maar op grond van keuzes en meningen. Dat is in de normale betekenis van het woord geen discriminatie, maar een politieke keuze. Aan meningen kun je wat doen, daar kan iedereen zelf voor kiezen, dus dat is iets heel anders. Eenzelfde verwarring speelt tegenwoordig bij het woord inclusiviteit.

Het heeft iets sympathieks om je dorp (of wat voor project ook) open te stellen voor iedereen, maar vergelijk het met een tijdschrift: je wilt echt niet iedereen zomaar een podium geven. Censuur. Ja ja. Omdat rechtse artikelen geweigerd worden? Onzin. Dit blad heeft een richting. Idealen bestaan en daar zitten keuzes achter. Over sommige keuzes kan volop gediscussieerd worden, andere beschouwen we als een gepasseerd station. Kiezen voor inclusiviteit is een van die keuzes. Inclusiviteit gaat niet over meningen maar over uiterlijke kenmerken.

We kregen vroeger steevast het verwijt dat het leven met al die gelijkgestemden wel saai zou worden. Terwijl, als het al zo is dat meningsverschillen het leven interessant maken, er nog genoeg verschillen over blijven. Ik durf te stellen dat meningsverschillen tot meer interessante inzichten over en weer leiden naarmate ze over subtielere verschillen gaan.

Het zijn in de huidige discussies vaak juist de voorstanders van inclusiviteit die het verwijt krijgen dat ze anderen uitsluiten. De 'cancel culture' wordt dat genoemd. Als inclusiviteit betekent dat iedereen welkom is, is de redenering, moet dus iedereen de kans krijgen het woord te doen. 'Waarom dan niet ook iemand uitnodigen die hier racistische, seksistische of anderszins discriminerende meningen gaat verkondigen? Dat is pas echt inclusief.'

Net als in ons niet-bestaande-dorpje is het belangrijk dit onderscheid te maken: gaat het om uiterlijke kenmerken (kleur etcetera), dan is het antwoord: ja, iedereen welkom, natuurlijk. Maar gaat het om rechtse meningen, dan is het antwoord: nee! Dat is onveilig. Dat is niet waar we heen willen. Dat is de stem van de onderdrukker, die is al veel te lang gehoord!