Skip to main content
  • 10 maart 2006

Winnaars, verliezers en glijers

Remko van Broekhoven

Toen ik gisterenochtend de krant opsloeg, wist ik even niet of ik nou gewonnen of verloren had. Vanochtend was dat een stuk duidelijker: na teveel alcohol en een goed gerichte slaappil ontwaakte ik met de moeder aller katers. Eerst en vooral veroorzaakt door het besef dat mijn favoriete voetbalclub ten diepste vernederd was. Eens te meer ontwaakte ik in het kamp van de verliezers, een ervaring die mij als linkse Nederlander niet vreemd is. Voor mij voorlopig geen leren knikker en tweeëntwintig mannen met korte broeken meer.

Maar waar ik het eigenlijk over wil hebben.. de gemeenteraadsverkiezingen. Laat ik allereerst verklappen dat ik het altijd lekker vind wanneer de partij waarop ik gestemd heb, als winnaar uit de bus komt. Ik zei het al: vaak zat de smaak van het verlies mogen proeven; dus alles wat dat verzoet, is meegenomen. Helaas: net die ene linkse club waarop ík had gestemd, verloor. Need I say more? Het had overigens nog veel zieliger kunnen uitpakken. De partij waarvan ik ooit als 16-jarige stalinist de voorloper mee oprichtte, veroverde in Amsterdam maar liefst 490 stemmen. Ben ik even blij dat ik die sekte al weer vijftien jaar terug verlaten heb...

Dan was er in mijn eigen stad nog een partijtje dat mij langs een biertje weg gevraagd had of ik geen 'lijstduwer' wilde worden. Gelukkig herinnerde ik met net op tijd een van mijn favoriete Marxistische oneliners aller tijden: ‘Ik zou nooit lid van een club worden die iemand zoals ik als lid zou accepteren"... Welnu, Utregts Glorie moest het aan het bittere slot van deze dinsdag doen met 1345 stemmen, ongetwijfeld grotendeels gerekruteerd onder de plaatselijke Bunnik-side... Ik liet het al doorschemeren: ik ben van een andere club, qua balspel en politieke passie.

Toch voelde ik me op de ochtend van deze 8e maart, eerst en vooral winnaar. Landslide naar Links in heel Nederland. Natuurlijk vertellen alle deskundigen ons meteen dat we deze uitslag niet ‘landelijk vertalen’ mogen: maar is het echt zo vergezocht om aan te nemen dat een groot deel van de kiezers het voor het eerst in de historie wel eens met een Links Kabinet proberen wil? Misschien heeft een meerderheid van de Nederlanders geen probleem met wat De Telegraaf binnen de kortste keren zou aanduiden als Cuba aan de Noordzee... Niet voor niets bleek dit weekend nog uit een enquête op last van de Volkskrant dat een PvdA-SP-GroenLinks-coalitie voor de meeste mensen het gedroomde kabinet is.

Helaas denkt de gedroomde premier daar heel anders over. Niet dat het me verbaast: in de inmiddels bijna twaalf jaar sinds ik in Konfrontatie een pleidooi hield voor progressieve samenwerking onder de kop ‘Tijd om te spelen, tijd om te scoren’, hebben de bobo’s van met name de PvdA alles gedaan om zich te vervreemden van de rest van Links - inclusief het eigen partijvoetvolk. En ik zal nooit vergeten hoe Wouter Bos vlak na de vorige Kamerverkiezingen de vraag werd gesteld wat voor visie hij had op Nederland over tien jaar. Eerst bleef het indrukwekkend lang stil, terwijl Woutertje glazig de camera in staarde. Toen begon hij enthousiast te vertellen over de reorganisatie van de PvdA, en hoe daarbij het Nokia-model wonderen zou doen.

Drie jaar verder heeft deze ruggengraatloze glijer de PvdA doorgenokia-ed, en weigert hij hardnekkig te mobiliseren voor een historische kans zoals we die zelden meer zullen krijgen. Die op een kabinet dat linkser is dan dat van Den Uyl, al is het alleen maar omdat er nu niet met christen-democraten of D66 hoeft te worden samengewerkt. Een kabinet dat misschien niet heel Nederland ten goede zal veranderen, maar in ieder geval op een paar prioriteiten – migratie, armoede, milieu – doet wat al te lang wordt nagelaten. Gevangen in zijn eigen pietepeuterige winst- en verliesrekening, weigert Wouter Bos zich te verbinden aan een politiek die het spelletje ontstijgt.