Je hoort er niet veel over. De meeste mensen weten niet eens waar het voor staat. Wat is dat nou? Trotskist. Maar zo nu en dan kom je er toch eentje tegen. Of iets dat met trotskisme te maken heeft. Zo is begin maart 2015 in Amsterdam een boek ten doop gehouden dat gáát over het trotskisme. Over het trotskisme in Nederland van 1938 tot heden. En zo stond er onlangs in De Groene Amsterdammer een artikel over de mijnwerkersstrijd in Zuid Afrika, waarin zowaar een trotskiste een opzienbare rol speelt. Waar hebben we het over?
Trotskisten zijn altijd in enigerlei mate het gedachtengoed van Leon Trotski toegedaan. Ze noemen zichzelf vaak revolutionaire socialisten. Trotski was een socialist die tijdens de Russische Revolutie in 1917 het Rode Leger organiseerde. Later kwam hij in conflict met Stalin en werd hij verbannen uit de Sovjet Unie. In 1938 richtte hij de Vierde Internationale op. Een strijdorganisatie vóór een democratisch en humaan socialisme, dus tégen fascisme en kapitalisme, maar óók tegen het verraad door de sociaal-democratie en tegen de bureaucratie en onderdrukking door het stalinisme. In augustus 1940 werd Trotski in Mexico vermoord door een geheim agent van Stalin.
De Vierde Internationale kreeg in ongeveer 30 landen een afdeling. Ze speelde korte tijd een rol van betekenis in de Algerijnse bevrijdingsstrijd en op Sri Lanka, maar slaagde er elders niet in om grote aanhang te verwerven. In Nederland opereert Socialistische Alternatieve Politiek (SAP), als afdeling van de Vierde Internationale. De SAP is voortgekomen uit de Internationale Kommunisten Bond (IKB). Andere trotskistische groepen met internationale contacten zijn Socialistisch Alternatief, voorheen Offensief, en Internationale Socialisten (IS).
Over de geschiedenis van vooral de Nederlandse afdeling van de Vierde Internationale, de SAP en haar voorgangers, is dus op 6 maart 2015 in Amsterdam een boek gepresenteerd. Het heeft als titel “Een banier waar geen smet op rust” en is uitgegeven door Uitgeverij Aspekt. Het is geschreven door Ron Blom en Bart van der Steen. In 439 bladzijden voeren zij de lezer mee naar de lotgevallen van de trotskisten in Nederland vanaf 1938. Het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, de strijd gedurende de wederopbouw, de steun aan de Algerijnse revolutie, de acties in de wilde zestiger en zeventiger jaren, de inplanting in de industrie, het optreden in de huidige periode, het komt allemaal aan de orde. Daarbij wordt bijzondere aandacht geschonken aan de drijfveren, de dromen, de verwachtingen en de teleurstellingen van de betrokken activisten. Zo ontstaat een heel aardig beeld van de wederwaardigheden van de revolutionair-socialisten in Nederland. Het ligt voor € 24,95 in de betere boekhandel.
Niet alleen op papier doen trotskisten momenteel van zich spreken. In Zuid-Afrika baart momenteel een trotskiste nogal wat opzien. In De Groene Amsterdammer (Jaargang 138, 18-12) schrijft Fred de Vries over Liv Shange. Liv is van origine een Zweedse vrouw, geboren in 1981 en nu 34 jaar oud. Ze oogt typisch Zweeds, héél blank en goudblond. Ze is in 2004 getrouwd met Xolani Shange en bij hem in Zuid-Afrika gaan wonen. Xolani was en is een activist van de Democratic Socialist Movement (DSM), een Zuidafrikaanse trotskistische groepering. Liv was al in Zweden actief voor de Zweedse tak van het trotskistische Committee for a Workers International (CWI), waar in Nederland het Socialistisch Alternatief bij is aangesloten. Inmiddels spreekt Liv vloeiend Zulu. En spreken doet ze.
Ze is één van de woordvoerders van een nieuwe beweging in Zuid-Afrika. Een beweging die zich fel keert tegen wat ze noemen het verraad en de corruptie van het African National Congres (ANC), dat steeds meer is losgeraakt van haar oorspronkelijke idealen. De nieuwe beweging komt op voor een terugkeer naar de strijd voor een socialistisch Zuid- Afrika. De bekendste voorman van de beweging is ongetwijfeld Julius Malema, tot 2012 nog leider van de ANC-Jeugdliga, maar daarna snoeihard criticus van de ANC-praktijken en nu aanvoerder van de Economische Vrijheidsstrijders (EFF).
Een haarscherp breekpunt tussen ANC en de nieuwe linkse beweging deed zich voor in 2012 bij Marikana. Namens een zwart regiem schoten daar zwarte agenten 45 zwarte mijnwerkers dood bij een staking voor hoger loon. De slachting is uitgebreid gefilmd en vastgelegd in de documentaire Miners Shot Down. Het bracht de ANC en het aan haar gelieerde vakverbond Cosatu in diskrediet. Het blies wind in de zeilen van organisaties als Malema's EFF en Shange's DSM.
Dat het ANC deze oppositie serieus neemt, moge blijken uit het feit dat Liv Shange inmiddels is uitgeroepen tot 'staatsvijand nummer 1'. Ze heeft in regeringskringen veel woede gewekt als een aantrekkelijke jonge blonde vrouw die met gebalde vuist duizenden stakers toespreekt in hun eigen taal. Liv trekt zich van de aantijgingen niet veel aan: “De situatie is uiterst explosief. We zien het als onze taak om een organisatie op te bouwen die de onvrede kan kanaliseren. We zijn geen pacifisten. We zijn niet in principe tegen geweld of tegen een gewapende opstand. We zijn voor zelfverdediging. En de kapitalistische klasse geeft zich niet zomaar gewonnen.” Woorden die de trotskist Trotsky ongetwijfeld als muziek in de oren zouden hebben geklonken.
Rob Lubbersen