-
12 juni 2019
Recht op armoede
Ik woon in het land van de Gilets Jaunes. Een land in oproer. Althans het was een land in oproer. De zomer nadert en de beweging verliest aan kracht, waarbij direct moet worden opgemerkt dat het uithoudingsvermogen waarmee duizenden iedere week de straat op gingen voor hun grieven meer dan bewonderenswaardig was. Volgens politiegegevens waren afgelopen week maar 18.000 mensen de straat opgegaan. Het laagste aantal sinds het begin van de opstand. Maar dus wel even toch nog 18.000! Stel je dat eens voor in Nederland. Of zelfs in Frankrijk, na 28 weken! En het begon met 250.000. Om dan nog op dat niveau van 18.000 te zijn na al die weken, dan heb je wel wat te zeggen. Dus van mijn kant een hoera voor de Gilets Jaunes.
Ik ben geen echte Gilet Jaune. Ik sta er op de een of andere manier zelfs lijnrecht tegenover. Zie mijn stukken er over en m'n discussie met Willem Bos. Maar ik sta er zeer sympathiek tegenover. Ik mag ze wel.
Maar vooral : De Gilets Jaunes hebben me op een fundamentele gedachte gebracht. Een gedachte die z'n oorsprong vindt in de sociologische samenstelling van de beweging. Erg veel Gilets Jaunes waren en zijn ouderen. Gepensioneerden. Met een klein pensioen. Mensen die nog steeds advertentieblaadjes huis aan huis moeten verspreiden om een kleine toelage te verdienen op hun pensioen. Ikzelf ben geitenboer op kleine schaal. Ik durf niet eens te kijken hoeveel ik ooit zal krijgen als ik met pensioen zal moeten. 70 zal ik dan zijn schat ik in.
De Gilets Jaunes is een beweging die in de kern gaat over koopkracht. Over meedoen met de maatschappij zoals die is. En natuurlijk heb je dan als je een klein pensioen hebt geen enkele speelruimte. En natuurlijk kom je dan in opstand. En mag je in opstand komen. Zo je wil: moet je haast in opstand komen tegen al die mensen die hun geld via louche kanalen binnenslepen en er dan ook nog prat op gaan dat ze zo gecultiveerd en ecologisch zijn met al hun geld. Om geld draait het. Om meedoen. Om uiteindelijk te kunnen 'leven', 'vivre', (zoals 'iedereen' doet). Meedoen met de rest.
Om welke maatschappijvorm het ook gaat, kapitalistisch, chinees, russisch... het maakt niet uit, in iedere maatschappij-organisatie staan geld en rijkdom in het middelpunt. Geld, het is de enige manier om vol mee te doen met de 'iedereen', het is de norm. Het is de kern van het protest van de Gilets Jaunes. Zij voelen zich, en zijn, degenen die naar de rand van de norm zijn geduwd.
Het opvallende aan de grote hoeveelheid oudere mensen die bij de Gilets Jaunes meedoen is dan natuurlijk het feit dat mensen op oudere leeftijd over het algemeen sneller uit de maatschappelijke boot dreigen te vallen. Onze president de la republique heeft dat ook goed begrepen en er voor gezorgd, als één van de eerste maatregelen die hij genomen heeft om de opstand te beteugelen, een soort van inflatiecorrectie ook op pensioenen toe te passen. Dus ook hij begrijpt dat ouder worden in deze maatschappij een probleem op kan leveren. Zeker als de maatregelen en de pensioenen niet afdoende zijn om deze problemen te voorkomen.
Maar naast de pensioenen zijn ook de minimumlonen niet afdoende. En ook die lonen niet die daar net iets boven liggen. Ook uit die segmenten kwamen veel Gilets Jaunes. Maar het minimumloon verhogen tot pak em beet 1600 euro, zoals de linkse partij van Melanchon voorstelt (La France insoumise), wordt in onze maatschappij als niet-realistisch gezien met het oog op de bedrijfsvoering. En zelfs als dat realistisch zou kunnen zijn: ook mensen die tot 2000 euro pensioen hebben voelen zich nog misdeeld. Macron's maatregelen wat de pensioenen betreft gaan tot 2200 euro.
Ikzelf werd en word er een beetje moe van dat mensen steeds meer willen hebben. Dat welke maatregel er ook maar genomen wordt het probleem dat er is blijkbaar niet oplost. En dat is ook logisch. Het probleem in onze maatschappij ligt namelijk veel dieper dan dat het met een paar euro's opgelost kan worden. En de gepensioneerden onder de Gilets Jaunes tonen dat aan door hun massale aanwezigheid bij de beweging.
Om die sociologische oververtegenwoordiging begrijpelijk te maken moet ik een filosofische vraag stellen :
Wat willen mensen ?
Hoe hun leven ook was, rijk of arm, één ding wil een mens, namelijk op zijn of haar oude dag zonder zorgen kunnen leven. Daar, lijkt mij, heeft een mens recht op, en het is sinds oudsher de grote zorg en drijfveer in hun leven. «Heb ik genoeg geld als ik oud ben?»
Hoe goed bedoeld ook, onze kapitalitische 'verzorgings'-maatschappij benadert dit probleem vanuit een volkomen verkeerde hoek. In onze maatschappij (en dan denk ik allereerst aan Frankrijk hier) heeft een mens recht op een goed pensioen als hij of zij z'n leven hard gewerkt heeft en financieel heeft bijgedagen aan het verzorgingsstelsel. Des te meer je hebt bijgedragen des te meer pensioen krijg je. Het systeem, onze maatschappij dus, zit fundamenteel zo in elkaar dat je gedwongen wordt je hele leven lang veel geld te verdienen wil je ook maar enigszins uitzicht hebben op een redelijk pensioen om het einde van je leven in waardigheid te slijten.
Het punt dat ik goed voor ogen wil hebben in dit stuk is dus dit:
Mensen worden gedwongen veel geld te verdienen op straffe van maatschappelijke marginalisering en uitsluiting en uiteindelijk een kommervolle oude dag mocht je niet aan deze ijzeren eis kunnen voldoen.
En natuurlijk worden mensen als de Gilets Jaunes dan dus ontevreden, want voldoen aan de eis van een rustig luxe-leven kan niet iedereen. Niet ieder beroep levert wat dat betreft genoeg geld op. Het is feitelijk altijd een beetje aan de schamele kant, hoe hard je ook als dakdekker werkt. En het valt dan des te meer op als een deel van de bevolking om wat voor reden dan ook wel vaart bij de mondialisatie. En die elite-groep de 'onderliggende' groep ook nog eens dwingt electrische autos te kopen die ze helemaal niet kunnen betalen.
Gevolg van een en ander is dat jaloezie en hebzucht drijfveren worden die het maatschappelijke verkeer bepalen. De maatschappij is op kopen, verkopen en geld verdienen ingericht. En in onze tijd leidt deze spilzucht niet alleen tot meer welzijn of welvaart (als dat al zo zou zijn) maar vooral tot een ecologische crisis die z'n weerga niet kent. De onbekende grootte in een spilzieke wereld.
In het huidige tijdsgewricht zou het belangrijk moeten zijn om een eenvoudig leven te kunnen leiden, zonder een al te grote ecologische footprint achter te laten. Maar is dat mogelijk in onze welvaartsmaatschappij ? Nee dus, de economische kijk op pensioenen, ons pensioensysteem, staat precies dit in de weg.
In onze maatschapppij is er geen Recht op Armoede. We kunnen en mogen niet arm zijn. Op straffe van een miserabele oude dag.
Deze fundamentele fout laat nu dus z'n duistere gezicht zien: een ecologiosche crisis zonder weerga en een terechte grote en diepe sociale onvrede. En de Franse president koopt dit af met een paar euro en niet met een systeemverandering.
Zou het niet mogelijk zijn armoede als een deugd te gaan zien? De maatschapppij zo in te richten dat de oude dag van alle mensen altijd en overal verzekerd is? Dat dat de basisopdracht is voor iedere maatschappij. Dat dat een morele plicht wordt. En zouden we als bijdrage en verdienste van minder rijk levende mensen (want dat moet je wel leveren, een bijdrage... Ik hoor het al... armen zijn lui en teren op de rest… etc etc) het niet zo kunnen zien dat de bijdrage van 'armen' gedurende hun werkzame leven een veel geringere ecologische footprint is?
Want laten we even wel wezen: vergelijk de footprint van een willekeurig Afrikaans land maar eens met de westeuropese voetafdruk… 'Arm' is ecologisch. Na hun minder rijke bestaan vind ik dat de maatschappij er principieel voor moet zorgen dat alle mensen, dus vooral ook de armen, een goede oude dag moeten hebben. En als je dan zo nodig rijk wil zijn en ecologisch dus dubieus, so let it be, maar laat andere mensen een fijne oude dag hebben.
Het recht op armoede toestaan en vanuit dat principe een levensvatbaar pensioen ontvangen is een morele plicht voor iedere moderne maatschappij. Gebeurt dat niet, dan kan onze maatschappij een ecologische ramp niet vermijden en vervallen we in extremo in een tweeklassenmaatschappij.