Skip to main content
  • 19 april 2020

Piraatjes

JoopFinland

De meeste schrijvers in en lezers van Konfrontatie hebben net als ik een verleden in de buitenparlementaire beweging van de jaren tachtig. Dus met partijvorming en -politiek hebben we weinig tot niets.

Ik heb ene keer een zogenoemd raambiljet in het kader van een verkiezingskampanje opgehangen. Daarop stond de leus Van Agt eruit, de CPN erin, of was het andersom, en dat was in 1977. Maar toen mocht ik nog niet stemmen. De ene keer dat ik dat wel gedaan heb was een verkiezing later. Toen kruiste ik Den Uyl aan.

Van de CPN ben ik nooit lid geweest. Een reis door de Sovjet Unie in 1979 was voldoende om me van de deprimerende werkelijkheid van het reëel bestaand socialisme te overtuigen. Maar omdat Finland een vazalstaat van de SU is geweest -je er dus feitelijk alleen maar tijdens die Finlandisering gevormde partijen hebt- en omdat een buitenparlementaire beweging in dat land niet bestaat, ben ik er lid geweest van -en heb ik ook kandidaat gestaan voor- de Linkse Alliantie. Die partij heette toen het Sovjetparadijs nog bestond Finse Volksdemocratische Liga.

De laatste keer dat ik me bemoeid heb met Nederlandse partijpolitiek was in 2016. Denk was toen net opgericht of stond op het punt in de Kamer te komen, dat weet ik niet meer, en de Volkskrant interviewde mensen die zulks een goede zaak vonden.

Ik vond en vind het een goede zaak dat mensen met een migratie-achtergrond een stem hebben in de samenleving, ook in een parlement. Ik heb zelf in Finland gespeeld met de gedachte om zo’n partij op te richten.

Van de ins and outs van Denk was en ben ik niet op de hoogte, ik heb me verder nooit met de partij of haar leden beziggehouden. Ik volg de Nederlandse mainstream politiek nog steeds alleen maar van grote afstand.

Zodoende wist ik dus ook over de Piratenpartij alleen het hoogstnodige. Die partij heb je in Finland ook – die is wél na de Val van de Muur opgericht en heeft er dus niets in de melk te brokkelen… De club heeft iets van doen met de informatiemaatschappij. Ik heb dat zo min mogelijk. Dus daar eindigt mijn belangstelling voor de Piraten.

Totdat er iets vervelends plaats vindt.

Ik verneem dat iemand op de vergaderingen van het partijtje leurt met een manifest of folder of hoe je het ook noemen wilt, waarin mijn persoonlijke gegevens staan afgedrukt. Echt alles wat je over mij in de informatiemaatschappij kunt scoren: woonadres, postadres, telefoonnummer, de naam van mijn vrouw…

Ik een mailtje naar het partijtje gestuurd, met de vraag om tekst en uitleg. Mijn mailtje wordt alras opgenomen in een hele serie van mailtjes. Ze gaan helemaal los, die informatiemensen. Ronduit koddig is het om te zien hoe ze elkaar aanschrijven als Piraat Zus en Piraat Zo… Je ziet ze meteen op hun speelgoedpiratenschip van de Ikea staan, de Piraatjes, met een mes van verantwoord plastic tussen hun tanden…

Toch ruiken de nazaten van Long John Silver blijkbaar onraad, want ik krijg een telefoontje van de voorzitter van het gedoe. Nee, dat boekje of pamfletje was buiten hun eigenlijke vergadering rondgedeeld, en nee, hij had het ding niet gelezen, en driewerf nee, zijn partij kreeg geen geld van mijn belager, ‘anders dan dat voor het gewone lidmaatschap’. Ik kon gerust zijn, zo was de boodschap: hun lid dat het op mij voorzien heeft zit ‘niet in enige commissie of bestuurlijke positie in de Piratenpartij. Hij mag rond de vergaderingen zijn ding doen, daarin kunnen we hem niet tegenhouden. Maar hij zit nergens aan tafel en is nergens voor verkiesbaar en dat houden we ook zo wat mij betreft. Je wordt bedankt voor de waarschuwing’.

Geen dank, Piraat voorziter, geen dank. Maar gister at ik weer een pennevrucht van je lid, een heuse brief aan Mark Rutte deze keer, en tja, die brief ondertekent je gewone lid-van-de-straat met ‘lid Beroepscommissie en Kiescommisie van de Piratenpartij’.

Nu jij weer, pretvoorzitter. Ik hoor hem al tegen je roepen van ‘ik procedeer die Finland kapot, hij zal er van lusten met die krant van hem, daarvoor is vijftigduizend euro gereserveerd uit de erfenis van’, en zo voort en zo verder. Ik ken zijn riedel van buiten.

Een goedbedoelde raad van mijn kant: vecht met je partijtje voor meer geld naar de sociale advocatuur. Alleen op die manier voorkom je dat dit soort figuren hun zogenaamde recht kunnen kopen…