Skip to main content
  • 22 maart 2021

Over politieke correctheid

Rob Lubbersen

In Nederland gaan kinderboeken met Zwarte Piet uit de Openbare Bibliotheken in de papierversnipperaar. In Engeland wordt J.K. Rowling, van Harry Potter, bedreigd met de dood na een discussie te zijn aangegaan met radicale transgenders. In Amerika circuleert een voorstel om Shakespeare te boycotten vanwege het seksisme en anti-semitisme in zijn 400 jaar oude toneelstukken.

Kennelijk zijn normen en waarden rondom ras en sekse en vaak ook religie reden voor heftige debatten. Is er sprake van een toenemende ‘politieke correctheid’? Zo ja, wat is dat dan precies? En wat kun je daar van vinden?

Twee docenten aan de Haagse Hogeschool hebben het gewaagd daar een boek over te schrijven. In “Over Politieke Correctheid” leggen Gerben Bakker en Gert Jan Geling in 274 bladzijden hun kijk op dit onderwerp aan ons voor. Het is een behoorlijk hecht doortimmerd werkstuk geworden.

Een definitie

Om maar met de deur in huis te vallen: wat verstaan Bakker en Geling eigenlijk onder politieke correctheid? Ze geven een definitie en maken daarbij een onderscheid tussen een dogmatische en een conformistische vorm:

“Dogmatische politieke correctheid is het verschijnsel dat een groep mensen in de publieke ruimte actief een verzameling welgevallige overtuigingen verdedigt en uitdraagt, waarvan men gelooft dat ze onbetwistbaar moreel juist zijn, met als gevolg dat de hiermee niet strokende, ‘foute’ overtuigingen door middel van al dan niet bewuste sociale dwang tot zwijgen worden gebracht.”

“Conformistische politieke correctheid is het uitdragen van een welgevallige mening en het tot zwijgen brengen van een foute mening, omdat men zich wil aanpassen aan de dominante overtuiging en niet zozeer omdat men in de onbetwistbare juistheid van de goede mening gelooft.”

Uit deze formulering en benadering blijkt al dat Bakker en Geling niet de gemakkelijkste weg hebben gekozen. Ze streven naar een wetenschappelijk verantwoorde aanpak van hun onderwerp. Dat komt de leesbaarheid niet altijd ten goede. Hun boek leest stroef. Wat te denken van een zin als: “Het gaat er niet om de vrijheid aan te grijpen voor ongebreideld egocentrisme maar om de ruimte te behouden voor een breed en veelperspectivisch debat op grond van redelijke confrontatie.” Huh… Kunt u dat nog een keer zeggen?

Westerse zelfkastijding

De ‘moeilijke taal’ neemt niet weg dat “Over Politieke Correctheid” een interessant boek is geworden. Diepgravend, genuanceerd en met voor de liefhebber wijze lessen.

Bakker en Geling roepen niet zomaar wat. Ze plaatsen hun thema in een breed verband. Om te beginnen gaan ze op zoek naar de huidige voedingsbodem voor zo’n verschijnsel als politieke correctheid. Daarbij noemen ze onder andere ‘de westerse zelfkastijding’ als reactie op eeuwenlange onderdrukking in de vorm van kolonialisme en slavernij. Ook hedendaagse uitingen van racisme en seksisme hebben bijgedragen, aanvankelijk vooral in Amerika, aan een identiteitspolitiek met een grote gevoeligheid voor bijvoorbeeld een bejegening ‘uit de hoogte’. Witte superioriteit, mannelijke dominantie en heteroseksuele normaliteit liggen onder vuur. En bij het ‘cancelen’ daarvan past het cancelen van hun symbolen. In de taal en op straat.

Vervolgens geven Bakker en Geling enkele voorbeelden van politieke correctheid in de wereld van de wetenschappers. Vrij bekend is de beschuldiging van islamofobie op de Universiteit van Amsterdam (UvA) aan het adres van Machteld Zee, Ruud Koopmans en Maarten Zeegers vanwege islamkritische publicaties. Soms zijn die beschuldigingen verbonden aan oproepen om hen monddood te maken. Terwijl aan dezelfde universiteit de islamist Abou Jahjah een warm welkom werd bereid. Ook aan de UvA werd aangedrongen op het ontslag van Anne de Graaf, nota bene ‘diversity officer’, omdat zij in haar diversiteitsbeleid geen voorstander bleek van voorrang voor minderheden. Een minder bekend voorbeeld is dat aan de Vrije Universiteit een studentenvereniging problemen kreeg toen het een zomerfeest organiseerde met als thema “Hawaii”. Dat was foute boel, want een voorbeeld van zowel het negeren van de koloniale geschiedenis als een daad van ‘culturele toe-eigening’. Het herdopen van het feest in “Tropicana” bleek een concessie waar de critici geen genoegen mee namen.

Vertrutting

Bakker en Geling geven nog meer voorbeelden van politieke correctheid op de gebieden van cultuur en vermaak. Ze wijzen onder andere op de boycot-campagnes tegen GeenStijl wegens seksisme en tegen Voetbal Inside wegens racisme en homofobie. Met duidelijke instemming citeren zij Sander van Walsum die stelt dat, mochten dergelijke campagnes succes hebben, dat dan  in Nederland “alleen nog clandestien (zal) worden gelachen”. Later zullen ze in hun boek opmerken: “Politieke correctheid beschrijft de maatschappelijke opkomst van een overmatige sensitiviteit waardoor ironie en humor verzanden in een sfeer van moralisme en vertrutting. (…) Dat is niet alleen een maatschappelijk, maar ook een cultureel verlies.”

Maar eerst sleuren de schrijvers ons nog iets verder mee de diepte in. Een keur aan filosofen wordt bij hun beschouwing betrokken. Van Plato tot Popper, van Kant tot Foucault. Hun ideeën over wat ‘waar’ is, wat ‘deugt’ en over de meest wenselijke wijze om ‘de eigen opinie te verkondigen’ worden tegen het licht gehouden. Zo ontlenen ze aan Plato het begrip parrhesia, hetgeen zo veel wil zeggen als ‘de moed om vrijuit te spreken’. Heb je een goed doordachte mening, dan moet je daar ook mee voor de dag durven komen. Maar de meeste aandacht gaat naar de onmiskenbaar favoriete filosofe van de schrijvers: Hannah Arendt.

Deze Duitse denker maakte ooit naam met haar theorie over ‘de banaliteit van het kwaad’. In die theorie stelde ze dat ook betrekkelijk ‘gewone mensen’ te verleiden waren tot medewerking aan afschuwelijke misdaden, zoals de Holocaust in de Tweede Wereldoorlog. Onverschilligheid en volgzaamheid kunnen verschrikkelijke gevolgen hebben. De remedie van Arendt daartegen was en is betrokkenheid en zelf kritisch nadenken. Daarvoor is volgens haar een enlarged mentality noodzakelijk, het best te vertalen als ‘een brede blik met inlevingsvermogen in de ander’. En daartoe is een zo groot mogelijke ‘vrijheid van meningsuiting en debat’ een voorwaarde. Bakker en Geling zijn ronduit zeer gecharmeerd van de denkwijze van Arendt, die meerdere malen in hun boek wordt opgevoerd, en ze stellen die tegenover de dogmatische en conformistische politieke correctheden die de benodigde vrijheid slechts inperken.

Waarheid is een werkwoord

Indien politieke correctheid wordt gepraktiseerd in een poging zo beschaafd mogelijk op te treden dan valt dat te billijken. Maar zodra ze wordt ingezet om een vrije discussie te verhinderen dan levert ze vooral ellende op. “Waarheid is een werkwoord” en om dichterbij die waarheid te komen is werken met het vrije woord gewenst. Wetenschap zonder licht en lucht verdort. Maar ook de sociale veiligheid kan in het geding komen. In Duitsland en Engeland zijn er voorbeelden van misplaatst multiculturalisme en angst voor islamofobie, waardoor seksueel geweld tegen vrouwen niet werd aangepakt. Het ‘correcte’ zwijgen van de autoriteiten droeg zelfs bij aan een toename van geruchten, verdachtmakingen en vreemdelingenhaat!

Censuur en zelfcensuur zijn altijd contraproductief. In een opsomming van liefst te vermijden effecten van politieke correctheid, noemen Bakker en Geling niet alleen de wetenschap en het bestuur. Eerder is al gewezen op bederf in de culturele sfeer. Bovendien menen zij dat de huidige ruk naar rechts in de publieke opinie óók een gevolg is van “geforceerde tolerantie”. Evenals de “voortschrijdende polarisatie” in de samenleving.

Niet verwonderlijk sluiten Bakker en Geling in hun slothoofdstuk met aanbevelingen wederom aan bij Hannah Arendt. Met een pleidooi voor onderwijs en opvoeding in een vrije en kritische geest, met een open oog voor ‘de ander’ en de toestand in de wereld!

 

· Over Politieke Correctheid – Gerben Bakker en Gert Jan Geling. Amsterdam 2018. www.bua.nl. € 24,90.