Skip to main content
  • 20 augustus 2008

Over de jaren tachtig gesproken

Hans Boot

De jaren tachtig zijn van Reagan, Thatcher en Lubbers. Ze legden de basis voor een tot vandaag doorlopende, ingrijpende sociaal-economische en ideologische herstructurering. Ook Kok droeg daar aan bij. Hij sloot eind 1982 als voorzitter van de FNV een akkoord van sociale vrede in Wassenaar, de woonplaats  van de toenmalige ondernemerschef Van Veen. Wie moet waarover verantwoording afleggen?

Een jaar na dat akkoord spoten de Amsterdamse brandweerlieden Het Binnenhof onder een deken van prachtig witte schuim. Ze zijn er nog trots op. Na jaren Shell gediend te hebben, luidde Bolkestein bij zijn terugkomst in het ontspoorde vaderland de revanche in op het protest van de jaren zestig en zeventig. En die wraakzucht duurt ook tot vandaag.

Kwetsbare radicalisering

De wereld is groter dan de Tweede Kamer en GroenLinks. Zelfs in Nederland. De neergang van de economie verscherpte in de jaren tachtig en ging gepaard met de opgang van de no-nonsense, privatisering, inkomensongelijkheid, flexibilisering, precaire arbeid, deregulering en managementcultus. In de begintijd kwam de geregistreerde werkloosheid boven de 15 procent uit en verloren de bijna één miljoen arbeidsongeschiktverklaarden 10 procent van hun koopkracht. De organisatiegraad van de vakbeweging daalde naar ongeveer een kwart van de beroepsbevolking. Een terugval van 10 procent die niet meer ingehaald is. Na hoogtepunten als de massale demonstraties tegen de kruisraketten raakten de sociale bewegingen hun brede basis kwijt en radicaliseerde een klein deel in vrij geïsoleerde actiegroepen.
Vervolgens zijn we ruim twintig jaar later getuige van een tragisch, maar hardnekkig terugkerend proces. De ideologisch gevoeligheid van de geradicaliseerden voor de sociale orde neemt toe met hun maatschappelijk integratie.

Tot zo ver zijn we op bekend terrein. Een kleine toevoeging kan geen kwaad, want "valse romantiek" is inderdaad een kwalijke inspiratiebron. De grondslagen van de economische en sociale ongelijkheid in het kapitalisme zijn wettelijk en parlementair beschermd. Evenals het private karakter van het bezit, het gebruik en de opbrengstverdeling van de productiemiddelen. Alle pogingen om daarin verandering te brengen, waar en wanneer ook ter wereld, gingen gepaard met "illegale" en in de laatste honderd jaar ook "buitenparlementaire acties". Wie daar afstand van neemt, verloochent de geschiedenis van opstand, verzet en bevrijding.

Kwaad daglicht

Aan de ene kant kunnen mij Duyvendak en Halsema gestolen worden. De eerste vernauwt de werkelijkheid tot zichzelf, de laatste tot de parlementaire politiek. Het moet helaas weer gezegd worden: als er sprake is van een democratische rechtsstaat, dan stopt die onder meer bij de poorten van het bedrijf.
Aan de andere kant is een 'verenigd, elkaar in de discussie zoekend, samenwerkend links' in deze revanchistische periode urgent. Want de talrijke nazaten van Bolkestein nemen de kop in de opinievorming. Zelfs een gematigde criticus van de koers van zijn partij, de Amsterdamse wethouder Van Poelgeest, moet volgens de VVD aftreden.
Het ernstigste verwijt dat de twee hoofdrolspelers gemaakt kan worden, lijkt me de legitimiteit die zij aan boosaardig rechts verstrekken. Elk verzet, wel of niet binnen de wettelijke marges, komt in een kwaad daglicht te staan.