Skip to main content
  • 21 september 2022

Inflatie is geen natuurverschijnsel

Rob Lubbersen

Prinsjesdag. Miljoenennota. De bodem van de schatkist is nog niet bereikt. Maar veel portemonnees raken wél leeg. De huur, de boodschappen, de energie dreigen voor veel mensen onbetaalbaar te worden. De regering kondigt aan voor sommige prijzen ‘plafonds’ in te stellen. Hoe en wat moet nog (!) worden uitgewerkt. De FNV heeft er niet veel vertrouwen in. De vakbond wil een volledige compensatie van het dreigende koopkrachtverlies. De FNV is bereid te strijden voor loonsverhogingen van 12% als dat nodig is. Veel prijsstijgingen vallen samen met de inflatie. Geldontwaarding. Hoe zit dat met die inflatie? Deze maand heeft de Socialistische Partij (SP) daar een brochure over geschreven: Inflatie en ongelijkheid.

Winst-prijsspiraal

Af en toe verzorgt het Wetenschappelijk Bureau van de SP zeer informatieve uitgaven. Dat was eind vorig jaar het geval met Atlas van de macht van de wapenindustrie over de Nederlandse wapenhandel. En nu ligt hier: Inflatie en ongelijkheid. Met als ondertitel: Minder voor de aandeelhouders = Meer voor de medewerkers.

De brochure begint met een overzicht van de prijsstijgingen voor energie, brandstoffen, voedingsmiddelen en dagelijkse boodschappen. We hebben te maken met recordstijgingen, met een recordinflatie: de euro wordt steeds minder waard – je krijgt er steeds minder voor. Koopkrachtverlies. Geldontwaarding.

Volgens sommigen is inflatie een natuurwet. Alles wordt nu eenmaal duurder. De lonen gaan wat omhoog en dan moeten de prijzen wel volgen. Zij spreken over een loon-prijsspiraal. Maar dat blijkt niet te kloppen! Het is geen natuurverschijnsel, maar mensenwerk. En het zijn NIET de lonen die de prijsstijging aanjagen.

Tussen 1980 en 2020 steeg het besteedbaar inkomen met 61%. Volgens de Rabobank profiteerden de huishoudens de laatste 40 jaar nauwelijks van de economische groei. In dezelfde periode stegen de aandeelhoudersuitkeringen met 939%! Dat zijn de uitkeringen die uit de bedrijfswinsten worden betaald. De FNV en de SP spreken daarom in plaats van een loon-prijsspiraal over een WINST-prijsspriraal.

De verhoging van de winstuitkeringen is mede mogelijk gemaakt door directeuren en hogere managers van bedrijven óók aandeelhouder te maken. Zij zorgen ervoor dat bijvoorbeeld duurdere inkoop van grondstoffen niet ten koste gaat van de winstmarge. In de brochure wordt het voorbeeld gegeven van Ahold. Van 2015 tot 2022 steeg het cao-loon van een supermarkt-medewerker met 11, 25%. In diezelfde zeven jaar steeg de uitkering aan aandeelhouders van Ahold met 67%. Zes maal zoveel!

De verschillen in inkomen leiden tot een steeds groter verschil in vermogen. De armste 10% van de bevolking bezit 19,5 miljoen euro minder dan in 2006. De rijkste 10% is daarentegen 446,8 miljard euro rijker geworden. De ongelijkheid wordt dus steeds groter. De tegenstelling arm-rijk groeit onrustbarend. Volgens de SP is dit een rechtstreeks gevolg van het neoliberalisme met zijn ongeremde marktwerking en zijn ondernemersvriendelijke belastingen. Of zelfs het geheel ontbreken van die belasting. De laatste 20 jaar is de belastingopbrengst van arbeid in Nederland gegaan van 100 naar 160 miljard euro (60 miljard meer). De belastingopbrengst van kapitaal ging van 20 naar 50 miljard euro (30 miljard meer). De econoom Piketty wees er al op dat deze verschillen onherroepelijk leiden tot verkleining van de invloed van arbeid en een vergroting van de macht van het kapitaal.

Noodplan

De brochure mondt uit in enkele voorstellen voor eerst een noodplan en dan fundamentele veranderingen.

Het noodplan bevat:

  1. Betaalbare boodschappen. Dat kan door verlaging van de BTW. Maar ook door een prijsplafond. Dat ís mogelijk in een noodsituatie dankzij artikel 2.1 van de Prijzenwet die ingrijpen in de prijsontwikkeling mogelijk maakt.
  2. Een lagere energierekening. Zoiets als het plafond dat in de Miljoenennota is aangekondigd.
  3. Goedkopere brandstof. De accijns op benzine en diesel kan omlaag.
  4. Bevriezen van de huren. Zeker in de sociale sector.
  5. Afschaffen eigen risico in de gezondheidszorg. Die 385 euro moet direct van de baan!
  6. Verhoging van het minimumloon. De SP wil naar 15 euro per uur. Nu is het nog 10,13 euro. De regering heeft een verhoging aangekondigd ineens van 10%, dat komt neer op 11,14 euro. Dat is te weinig. Merkwaardig is overigens dat in de Tribune van september in het rijtje van ‘de vijf koopkracht-knallers van de SP’ deze eis niet wordt genoemd. Te vanzelfsprekend?

Bij de meer fundamentele veranderingen wordt voorgesteld:

  1. Medewerkers moeten mede-eigenaren worden. Zo krijgen medewerkers medezeggenschap over belangrijke beslissingen in (vooral grote) bedrijven. En kunnen ze mee beslissen over de aandeelhoudersuitkeringen en zaken als de verplaatsing of de fusie van hun bedrijf.
  2. De positie van de vakbonden moet worden versterkt door erkenning, zoals bij Cao-onderhandelingen, en door een grotere representativiteit.
  3. Vaste contracten krijgen de voorkeur boven tijdelijke en flexibele contracten. Dit om concurrentie tussen de medewerkers te voorkomen
  4. De belasting op kapitaal moet omhoog. En ook effectief geïnd worden. Dit om de ongelijkheid tussen arbeid en kapitaal te verkleinen én om goede voorzieningen zoals onderwijs en zorg te bekostigen.

Naar verwachting zal vooral het noodplan de inzet worden van de SP bij de bespreking van de Miljoenennota dit jaar.