-
01 november 1991
Een oorspronkelijk links gevoel
In september vond in Paradiso onder de titel "de toekomst van links", een debat plaats tussen Gregor Gysi, fractieleider èn partijleider van de Duitse PDS, de partij van democratisch socialisten (de opvolger van de communistische SED) en Fred van der Spek, jarenlang fractievoorzitter van de PSP en momenteel betrokken bij de heroprichting van deze partij. Het debat was georganiseerd door Links Forum, een vereniging die onder andere via het organiseren van debatten de discussie over socialistische strategie verder wil brengen. Meer dan 200 mensen hadden de weg naar Paradiso gevonden en waren getuige van een sprankelend optreden van vooral Gregor Gysi. Hieronder plaatsen we zijn inleiding.
Uit het openingswoord van de voorzitter heb ik begrepen dat mijn woorden pas na afloop van deze inleiding zullen worden vertaald. Daaruit trek ik maar de konklusie, dat de meesten van U iets kunnen begrijpen van wat ik te zeggen heb; anders zou ik mezelf ook tamelijk overbodig voorkomen. Hoewel: ik ben dat gewend, hoor, in het Duitse land niet begrepen te worden. Trouwens, ik begrijp mezelf soms niet eens.
In vredesnaam de wereld niet veranderen
De eerste vraag die ik schriftelijk voorgelegd kreeg was: hoe heeft links in Oost en West de Tweede Wereldoorlog verwerkt.
Een zeer gecompliceerde en moeilijke vraag lijkt me dat. En wel omdat het uitgangspunt niet juist is. Want dan had de vraag moeten zijn: hoe heeft links in Oost en West de terreinwinst van het fascisme verwerkt. Want ik geloof dat dàt met name de nederlaag van links is geweest in deze eeuw: het succes van de fascisten in Europa en ver daarbuiten. En ik geloof dat de linkse en democratische krachten nooit werkelijk over deze nederlaag heen gekomen zijn.
En zelfs als het over de oorzaken ging, werd er slechts zeer oppervlakkig geanalyseerd: in Duitsland ging het er steeds maar weer om of het nu de communisten of de sociaal democraten waren die meer schuld hadden aan het feit dat de fascisten succes hadden. Maar hoe het bijvoorbeeld mogelijk was, dat de Republiek van Weimar tot zo'n middeleeuws en slechts in schijn nog beschaafd soort barbarisme kon afzakken, daarnaar heeft men feitelijk nooit eens goed onderzoek verricht.
En alle 'linksen' (een moeilijk te definiëren begrip overigens) mag men er trouwens op wijzen, dat ze er op de een op andere manier toe hebben bijgedragen dat het fascisme van de grond kon komen. Men mag ze voorhouden, dat ze dit gegeven nooit werkelijk verwerkt hebben of er lessen uit getrokken hebben. Ik vind tenminste dat dat lang niet voldoende gebeurd is. Maar zoals gezegd, zo gaat dat meestal als er wederzijds verwijten gemaakt worden.
Een belangrijke gebeurtenis hangt samen met de (tenminste kortstondige) "overwinning" van het fascisme, met de Tweede Wereldoorlog, met het betrokken raken van de Sovjet Unie bij die Tweede Wereldoorlog. Een gebeurtenis die in de daar opvolgende decennia het denken van velen, links en rechts, democratisch en niet democratisch, heeft bepaald. En wel: het vastleggen van invloedssferen, bij de akkoorden van Jalta en Potsdam. De invloedssferen, eenvoudig gezegd, van de USA enerzijds en van de Sovjet Unie anderzijds.
Daaruit groeide een denkpatroon, waarmee mensen als ik zijn opgegroeid; 'status quo denken' heet dat. Ook wel 'stabiliteitsdenken'. En ik ben over mijzelf nogal geschokt geraakt, werkelijk geschokt. Toen ik bijvoorbeeld moest vaststellen, dat het mij jarenlang niet is opgevallen dat een status quo denken werkelijk van alles kan zijn, maar nooit een linkse denkwijze.
Maar ik heb dat toen voor waar aangenomen en gezegd: zoals de invloedssferen nu zijn, moeten ze waarschijnlijk blijven. Want iets anders dreigt maar op oorlog uit te lopen, leidt maar tot instabiliteit; de blokken zijn relatief onwrikbaar, en iedere grenswijziging of feitelijke politieke verandering in het een of andere systeem leidt maar tot een verstoring van het evenwicht van de politieke en dus van de militair strategische krachten. En dat is toch wel een groot gevaar voor de vrede en dus moet de stabiliteit behouden blijven en moet de status quo gehandhaafd blijven.
Maar het schoot mij op een gegeven moment door het hoofd dat links toch van start gegaan is met de bedoeling de wereld te veranderen en niet om haar in een bepaalde status vast te houden. En dat dus het status quo denken een heel anti-linkse denkwijze is.
Hier blijkt weer eens een van de gevolgen en effekten van de Tweede Wereldoorlog: door dat opgefokte schrikbeeld van een oorlog hebben we konstant kompromissen met onszelf gesloten in de hoop oorlogen te kunnen voorkomen door de wereld dan in vredesnaam maar níet te veranderen, maar ze te laten zoals ze ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog nu eenmaal geworden is.
En ik vind dat het opnieuw de moeite waard is om daarover na te denken.
Zelfbeschikkingsrecht voor staten in Amerika
Zo heb ik mij in de Duitse Bondsdag uiteraard uitgesproken voor het recht op zelfbeschikking van de volkeren. Ook voor het recht van republieken die deel uitmaken van federaties en unies om zich van die unies en federaties af te scheiden.
Maar ik heb er toen ook op gewezen dat, als men zich daar sterk voor maakt, men wèl consequent moet zijn. Dus: zelfbeschikking ondersteunen, zonder eerst gauw even te kijken of de daarmee gepaard gaande politieke veranderingen ook in het eigen straatje van pas komen. Met andere woorden: als ik Sovjetrepublieken het recht gun om zich af te scheiden, dan moet ik mij ook sterk willen maken voor een staat in de USA die zich zou willen afscheiden. En ik heb de Bondskanselier gevraagd of hij zich ook in zo'n situatie zo ferm zou opstellen. Ik heb daar zo mijn twijfels over.
En als ik me uitspreek voor het zelfbeschikkingsrecht van een nationale groep, dan geldt dat natuurlijk ook voor de Corsicanen en de Basken en voor de Ieren en de Palestijnen. En uiteraard ook voor de Kroaten en Slovenen en anderen. Maar als men zelfbeschikking als een grondrecht beschouwt, dan kan men dat niet meer afhankelijk maken van de politieke ideeën die men er zèlf aan koppelt.
Naar mijn mening is dat heel belangrijk bij het bepalen van zijn houding ten opzichte van mensenrechten en grondrechten: niet steeds weer oordelen op basis van eigen politieke wenselijkheid, of toetsen aan de eigen opvattingen. Zoals dat tientallen jaren het geval was en, naar ik vrees, ook de komende decennia het geval zal zijn.
Een dergelijke opstelling heeft ook consequenties voor de houding die men aanneemt ten opzichte van vraagstukken betreffende waarachtigheid en waarheid. Ik ben van mening dat men ook hier opnieuw moet beginnen.
zo'n stiekum soort economietje
De tweede vraag die mij werd voorgelegd, maakt gewag van het ten gronde gaan van het communisme. Tegen dergelijke formuleringen heb ik altijd enkele bezwaren. Ik kan niet precies zeggen welk maatschappelijk bestel er heerste in de zogenaamde socialistische samenleving, maar communistisch was het zeer zeker niet. Met andere woorden: het communisme heeft nog niet de tijd of mogelijkheid gehad om ten onder te gaan, gewoon omdat het nog nooit bestaan heeft, tenminste niet in werkelijkheid.
Op dit moment gaan de landen van het 'reeël bestaande socialisme' een voor een ten onder. Ik voeg daaraan toe: volgens mij terecht. En terecht als men morele normen hanteert. Want, op kleinere schaal bezien, waren ze ondemokratisch en inefficient. Vanuit een breder perspektief beschouwd: ze hebben geen noemenswaardige bijdrage geleverd aan het oplossen van de problemen van de mensheid. En, als men uitgaat van het vooruitgangsidee, hebben ze ook geen bijdrage geleverd aan de menselijke vooruitgang.
Dat wil nog niet zeggen, dat men uit de geschiedenis van deze landen niet veel kan leren, dat men er geen sociale instelling had of dat er op sociaal gebied geen prestaties geleverd zijn. Het is zeer zeker de moeite waard eens na te gaan hoe men dat zou kunnen overnemen, ook als het bijvoorbeeld gaat over het stimuleren van kultuur en dergelijke. Dus ook niet dat nihilisme dat er nu bestaat, dat het eigenlijk nog niet de moeite waard is om daar eens naar te kijken, omdat het daar allemaal maar misdadig was en men er niet over hoeft na te denken. Daar doe ik natuurlijk niet aan mee. Maar als je een globale beoordeling wil maken, dan moet je toch tot de konstatering komen dat de maatschappelijke structuur die daar heerste, hoe men die ook wil benoemen, uiteindelijk niet heeft bijgedragen aan de vooruitgang van de mensheid en daarom terecht ten onder gegaan is.
Natuurlijk maakt dat alle vragen weer aktueel die in 1917 ook al bestonden: of een (socialistisch) land binnen een kapitalistische wereldeconomie eigenlijk kan bestaan en zo ja hoe dan. Door zich aan deze kapitalistische economie aan te passen en daarmee tot een anachronisme in zich te worden?
Laat ik proberen dat aan de hand van een voorbeeld in de DDR toe te lichten.
In de DDR hadden we de officiële economie met het zogenaamde 'volkseigendom', ik kom daar nog op terug. En dan hadden we daarnaast nog zo'n stiekum soort economietje, dat onder de naam Schalck Golodkowski in de wereld faam verschaft heeft. Overigens is die man volgens mij ten onrechte zo beroemd, maar dat is wat anders. En die man had, zogezegd onder leiding van de SED en zonder dat men daar graag over sprak, tal van privee-ondernemingen in de DDR, maar nog veel meer in het Westen; ik geloof dat ook Nederland niet geheel buiten schot bleef.
In elk geval: binnen die bedrijven hebben ze markteconomie bedreven, met alles d'r op en d'r aan, voor zover ze daartoe in staat waren. En ze bleken daarbij tamelijk vindingrijk te zijn. Bijvoorbeeld waren in de DDR postzegels met Adolf Hitler erop natuurlijk streng verboden; maar ze wáren er wel, en dus kon je daar geld mee maken. En dus zijn ze daarmee aan de slag gegaan. En met een beetje wapenexport, maar vooral met kunstvoorwerpen en antiek.
Maar dat alles was slechts 1 kant van de zaak; de andere kant was, dat ze ook hebben gespeculeerd bij banken en bij beurzen. Zelfs met een zekere mate van voorkennis: ze wisten immers 24 uur eerder wat er in Moskou stond te gebeuren en konden dus op tijd aandelen verkopen of weer opnieuw kopen. Ze hebben dat in hun markteconomisch denken ingekaderd en op die manier heeft Schalck Golodkowski, die eigenlijk een kleine jongen was, jaarlijks zo'n 3 miljard D Mark en dat staat niet voor onze goede 'Damalige' Mark in de staatshuishouding van de DDR binnengebracht. En op die manier heeft men het failliet van het land gedurende verscheidene jaren net kunnen verhinderen.
Ik vind dat alleen al daarom zo interessant, omdat het die enorme tegenstrijdigheid laat zien. Namelijk, hoe men zich enerzijds aan de internationale economie trachtte aan te passen en anderzijds toch heeft geprobeerd nationaal iets anders te vestigen en de bevolking ook nog uit te leggen dat dat het beste was. En hoe men gezwegen heeft over de kleine kapitalistische sector die men had gecreëerd en die eigenlijk voor de solvabiliteit van de DDR zorgde. En men zweeg niet alleen omdat er illegaal zaken werd gedaan. Ook over wat legaal was werd niet gesproken; want dat zou een ideologische breuk betekend hebben, en die wilde men niet toegeven.
Ik vind dat erg interessant, temeer daar de DDR voor zover ik weet het enige socialistische land is geweest dat zo perfect heeft laten zien wat er aan dubbele moraal, aan dubbele ideologie, maar natuurlijk ook aan dubbele economie allemaal mogelijk was.
Overigens: over het onderzoek naar de handel en wandel van Schalck Golodkowski, dat de Duitse Bondsdag heeft gelast in de hoop hem als instrument tegen de PDS te gebruiken, daar heb ik me nooit zorgen over gemaakt. Ik heb steeds gezegd: die man heeft met allerlei mensen en instellingen zaken gedaan, maar niet met de PDS; nee, zoals gebleken is heeft ie zaken gedaan met de CSU, met de CDU en met alle belangrijke ondernemingen in het Westen. En verder heb ik het bij de laatste zitting van de Bondsdag zo gezegd: van die Schalck Golodkowski sector konstateren we nu de meest verschrikkelijke misdaden, zoals: de vestiging van postbusondernemingen, van schijnondernemingen, van papieren trucs en holdings. En nu kun je het 'reeël bestaande socialisme' veel verwijten maken, maar níet dat het die foefjes zou hebben uitgevonden! Die bestonden al eerder en ze bestaan nog steeds. Met andere woorden: Schalck Golodkowski heeft zich van uw methoden bediend en dat wilt u nu veroordelen! Ik vind dat u dat aan óns moet overlaten, anders is het niet geloofwaardig.
Ik geloof dan ook dat dit onderzoek nog een heel ander karakter gaat krijgen dan sommigen aanvankelijk gedacht hadden. En dat komt mede doordat in de Duitse politieke bovenlagen momenteel zo'n beetje hetzelfde gebeurt als wat de leiding van de SED uiteindelijk is overkomen: men wordt slachtoffer van de eigen propaganda. Met andere woorden: ze beginnen te geloven wat ze zeggen. En dat is gevaarlijk in de politiek. Tenminste voor lieden die gewoon zijn niet de waarheid te zeggen. Met betrekking tot Oost Duitsland bijvoorbeeld hebben ze werkelijk gedacht dat de markteconomie dat klusje wel op eigen kracht zou kunnen klaren. En nou kan die ook veel klaarspelen op eigen kracht, maar dan gaat het niet over datgene wat men zich daarbij had voorgesteld.
Maar wat ik eigenlijk met dit voorbeeld duidelijk wilde maken was, dat het economisch systeem in de landen van het reëel bestaande socialisme niet functioneerde. En dat er bovendien ook niets werd gepresteerd waarmee men dat niet functioneren zou kunnen compenseren. Als er nou nog een voorbeeldig milieubeleid was geweest, een voorbeeldig stelsel van gelijke behandeling van man en vrouw, een voorbeeldige politiek ten aanzien van de Derde Wereld, enzovoort; ja dan ... Maar ook dat alles was er niet; en dus hebben die landen geen noemenswaardige bijdrage aan de vooruitgang en de beschaving geleverd en hebben ze bijgevolg in hun economische en politieke systemen gefaald.
al het andere leidt tot dictatuur en heeft met socialisme echt niets van doen
Die mislukking heeft natuurlijk ook alles te maken met het ontbreken van democratie. En als ik dan de koppeling maak naar die mislukte 'mini putsch' in de Sovjet Unie en naar datgene wat ik nog meer hoor uit een aantal socialistische landen, dan stuit ik steeds weer op die ene illusie. Namelijk, dat het socialisme intrinsieke waarden zou kennen die verdedigd moeten worden, ongeacht of de meerderheid van de mensen deze structuren nu wel of niet wil.
Gezien tegen de achtergrond van de ondergang van het reëel bestaande socialisme is mijn stellige overtuiging, dat iedere socialistische politiek, iedere socialistische realiteit slechts dan denkbaar en maakbaar is als de meerderheid van de bevolking die ook werkelijk wil. Al het andere leidt tot dictatuur en heeft met socialisme echt niets van doen. In verband daarmee moet men zich natuurlijk ook de vraag stellen of het kapitalisme dan wellicht het antwoord is. Weliswaar niet het laatste antwoord van de geschiedenis, maar toch minstens het antwoord dat een langere tijd geldig zal blijven. Ik zie dat natuurlijk anders, dat begrijpt u wel: anders was ik geen voorzitter van een partij die zich democratisch socialistisch noemt. Maar niet alleen daarom: het heeft natuurlijk ook iets te maken met dat gevoel dat men graag wil hebben, dat men het in zijn leven toch nooit helemaal verkeerd gezien wil hebben.
Maar mijn belangrijkste reden is, dat naar mijn mening de beschaving niet door de nederlagen maar door de huidige triomfen van het kapitalisme ernstig wordt bedreigd. Het is de triomf van de geïndustrialiseerde kapitalistische maatschappij over Oost Europa, over de Derde Wereld, over de emancipatie van de seksen en over de ecologie, de regenwouden enzovoorts; daar ligt de werkelijke bedreiging van de samenleving. En als er geen instrumentarium wordt ontwikkeld dat met succes kan worden ingezet tegen deze triomfen, dan zal deze beschaving ten onder gaan. In elk geval zijn de wereldwijde problemen van de mensheid met de ondergang van het reëel bestaande socialisme bepaald niet opgelost: het gevaar bestaat veeleer dat ze verscherpt worden, aanzienlijk verscherpt worden.
Want als het reëel bestaande socialisme iets tot stand gebracht heeft dan was het, in de laatste fase bijvoorbeeld, een druk tot ontwapening; en, in een vroegere fase, een druk tot dekolonisatie, tenminste politieke dekolonisatie. En dan niet te vergeten wat het gerealiseerd heeft als "derde CAO partner", bij de bespreking van alle sociale vraagstukken van de westelijke industrielanden. De vakbonden van de Bondsrepubliek hebben bijvoorbeeld steeds gezegd dat de DDR de derde partner aan tafel was bij de CAO onderhandelingen.
Want er was immers sprake van een concurrentieslag, waarbij het Westen democratischer en socialer moest zijn dan het Oosten. Nou was democratischer zijn niet zo'n kunst; maar socialer zijn, dat was al wat moeilijker. En deze druk is weg. In de oude deelstaten, dus wat vroeger de Duitse Bondsrepubliek heette, zegt men tegenwoordig al: waar is dat eigenlijk voor nodig, dat de Bondsrepubliek socialer en democratischer zou moeten zijn dan Groot Brittannië. En dan is dat nog vriendelijk geformuleerd als men zich probeert voor te stellen waar men uiteindelijk naartoe wil.
Interessante waarnemingen vallen dan te doen bij de wetsontwerpen die nu in de Bondsdag aan de orde komen. Want daarbij wordt, steeds met verwijzing naar Oost Duitsland, al datgene afgeschaft wat via sociale en democratische strijd bereikt was. Zo worden bijvoorbeeld inspraakprocedures bij de bouw van autowegen afgeschaft en zal er een nog slechtere abortusregeling komen. En dan het toppunt, dat doet werkelijk een aanslag op het voorstellingsvermogen, zelfs het reëel bestaande socialisme heeft zoiets nog niet kunnen bedenken: de juridische hervormingen. Daarbij wil men namelijk ingeval van straffen tot een jaar een zogenaamde 'Zulassungsberufung', en een 'Zulassungsrevision' invoeren. Die begrippen klinken heel onschuldig, maar het betekent dat de rechtbank zèlf beslist of tegen het door haar uitgesproken vonnis beroep of cassatie openstaat...
Ik heb daarop maar gereageerd met de opmerking dat zulks denkbaar is en ook democratisch; maar dan wel onder een voorwaarde, namelijk dat de beklaagde dan ook beslissen mag of in deze gevallen een aanklacht tegen hem ontvankelijk is of niet. Nietwaar; anders zou dat toch niet redelijk en consequent zijn. Ja, ik breng dat nu een beetje ironisch; maar het is bittere ernst. Het is geen spelletje, ze willen dat nog dit najaar kracht van wet geven. Dat betekent dat er in ieder geval in de Bondsrepubliek, voor Nederland kan ik dat niet beoordelen, in toenemende mate de neiging zal bestaan om bepaalde dingen weer af te schaffen. Zaken die destijds, zogezegd in het kader van die status quo, als noodzakelijk werden beschouwd en waarvan men nu zegt ze eigenlijk niet meer nodig te hebben. En dan geloven ze werkelijk dat ze daarmee een bijdrage leveren aan de oplossing van deze problemen.
En in die zin zal ook de uitbuiting van de Derde Wereld toenemen en niet afnemen. En, kijk, dat zijn voor mij de doorslaggevende problemen als ik mij met deze dingen ga bezighouden. Ik moet de structuren bekijken om vast te stellen of ontwikkelingen gaan in een richting die ik voor de beschaving belangrijk en/of wenselijk acht, of dat het juist de andere kant opgaat. Tegenwoordig is het zo dat de maatschappelijke verschillen in de kapitalistische samenleving dagelijks groter worden. En ook de sociale verschillen tussen de Eerste en de Derde Wereld groeien met de dag. Daar moet dus een ommekeer in komen. Als die verschillen nou dagelijks kleiner zouden worden, al was het maar een heel klein beetje, dan zou men eens kunnen gaan bekijken welke factoren voor die vermindering verantwoordelijk zijn en hoe men die ontwikkeling positief kan beïnvloeden. Maar die factoren zíjn er niet, de kloof wordt van dag tot dag groter.
En hoe reageren Westerse regeringen daarop, met inbegrip van, vooruit, de 'mijne'. Ja, die reageren met iets dat ik al ken vanuit de SED, daarom ben ik er zo mee vertrouwd, namelijk met "Abschottungspolitik". Ze zeggen: "we moeten nieuwe visa-bepalingen hebben, we moeten de grondwet veranderen, we moeten ervoor zorgen dat we die lastige mensen uit de Derde Wereld een beetje uit de buurt houden, je wordt er zo zenuwachtig van als die allemaal hierheen komen." En dan geloven ze werkelijk dat ze daarmee een bijdrage leveren aan de oplossing van deze problemen!
Maar ik kan u vanuit de geschiedenis van de SED meedelen dat een poging om zich van de problemen elders in de wereld af te schermen echt nergens toe leidt behalve dan tot het resultaat dat die problemen dan op een goeie keer pas echt komen opdagen. Vertragen, ja dat gaat vaak nog wel, maar tegenhouden zeker niet. Als we dus niet de oorzaken van deze crisis aanpakken, dan zal ze met alle macht over ons heenkomen en dan zal ze de beschaving in ernstige mate bedreigen of zelfs volledig wegvagen.
Maar ja, om het maar eens fatalistisch uit te drukken, een beschaving die als oplossing van dit probleem niets anders weet te bedenken dan rommelen met de visa-bepalingen, die heeft ook niet beter verdiend. Als dat de feitelijke wereldproblemen zijn: dit is er ook een, de ecologie is een ander, de gelijkberechtiging van mannen en vrouwen een derde , dan dient zich natuurlijk de vraag aan wat er moet er gebeuren om iets daartegen te kunnen doen. En dan is goede raad duur. De situatie analyseren of proberen tot een analyse te komen, och ja, dat gaat nog wel; maar hoe pakken we het aan, dat is wel even wat anders.
een oorspronkelijk links gevoel
Ik geloof echter dat er in Oost Europa, en dus ook in de nieuwe Oostduitse deelstaten, een heel interessant leerproces gaande is. De mensen daar krijgen, los van het feit hoe ze daarop reageren, buitengewoon oorspronkelijke linkse indrukken te verwerken.
Alles wat men tijdens het reëel bestaande socialisme in dit verband kon leren op scholen en hogescholen, was in feite heel erg secundair; men kon iets geloven of niet. En ook de buitenwereld leerden de mensen op zo'n zelfde indirecte manier kennen, omdat ze niet mochten reizen. Zo af en toe kreeg je eens een foto van Latijns Amerika te zien of zo; maar dat was toch min of meer van een andere planeet; je kon het niet tot iets van jezelf maken. Een echt gevoel van internationalisme kon op die manier ook niet ontstaan; niet in de houding en niet in het gevoel.
Maar nu doet zich het feit voor dat in de nieuwe deelstaten de mensen helaas moeten beleven dat ze op een geheel nieuwe wijze worden uitgestoten en onbelangrijk zijn. Ze hebben geen werk en ze hebben relatief weinig inkomsten. Ze hebben plotseling wèl een gigantisch aanbod van goederen en diensten, weliswaar een reusachtige vooruitgang voor de Oostduitsers, maar ze kunnen zich van dat alles bijna niets meer permitteren. In de DDR was dat nooit een probleem: je kon je in principe alles veroorloven wat er was, de vraag was alleen steeds maar weer: wat is er?
Nu is het dus volledig andersom, maar het leidt wèl tot een zelfde innerlijke ontevredenheid en voor het eerst tot een gevoel van sociale onrechtvaardigheid. En dat noem ik een oorspronkelijk links gevoel. Niets meer dan dat, nog. Maar het is een heel specifieke ervaring die men opdoet.
In de DDR waren de mensen namelijk machteloos; en dat zijn ze nu weer, maar dan op een geheel andere wijze. Ze merken dat ook. In de DDR was er censuur en zeer eenzijdige voorgekookte informatie; maar het was heel doorzichtig, want erg slecht gedaan. Vandaag de dag valt het onderscheid tussen leugen en waarheid nauwelijks nog te maken. Een situatie waarin mensen zwaar overvraagd worden en bijgevolg vaak erg onzeker raken. Men moet dat niet onderschatten. Het betekent dat die mensen ervaringen opdoen waardoor ze gaan vaststellen dat er wat inzit, in die term 'derde weg'. Want die andere wegen die waren het beide niet. Immers: datgene wat ze achter zich hebben gelaten, dat willen ze niet meer en volkomen terecht; maar ook datgene wat ze gekregen hebben komt geenszins overeen met hun voorstellingen.
ja, een leider moet er toch zijn in deze wereld
Er komt echter nog een tweede punt bij, en dat zal met name in de komende jaren en decennia de diskussies gaan bepalen: de meeste vraagstukken, de wereldomvattende problemen die de beschaving werkelijk in gevaar brengen, dat zijn allemaal kwesties die niet meer op nationaal niveau kunnen worden opgelost.
Men kan het wereldomvattende probleem van de ecologie niet binnen 1 staat oplossen, en datzelfde geldt voor het wereldomvattende probleem van de verhouding tot de Derde Wereld. En men is nu zelfs tot de conclusie gekomen, dat men op het probleem Rusland geen vat krijgt via alleen Duitsland of de VS. Er zal daarom een toenemende neiging ontstaan om wereldwijde politieke beslissingen vanuit een of ander centrum te gaan nemen. Dat tekent zich al af bij die beroemde G7 conferenties, dat begint zich af te tekenen bij de eerst stilzwijgende, maar nu steeds openlijker wordende aanvaarding van de leidende rol van de VS. Want ja, een leider moet er toch zijn in deze wereld.
Maar er is wel een klein probleempje: de leidende rol van de VS berust uitsluitend op haar militaire kracht, niet op haar economische. En als ik dan, wat men eigenlijk niet moet doen, even de maatschappelijke ordening buiten beschouwing laat, dan blijft er nog altijd tenminste 1 probleem over. Want als de leiding berust bij een staat die op economisch gebied geen leiding geven kan en die alleen maar militair de sterkste is, dan moet die kracht zo nu en dan natuurlijk een keer worden ingezet om de leiding te kunnen behouden. Want de EG, Japan en de Bondsrepubliek Duitsland zijn natuurlijk economisch sterker.
Een andere weg zou de democratisering van de zogenaamde wereldgemeenschap zijn. Maar dat zou een fikse versterking van de VN betekenen, alsmede het beëindigen van het vetorecht en dus van de bevoorrechte positie van enkele landen. Dat zou betekenen dat de Wereldbank een democratisch orgaan zou worden, waar de ontwikkelingslanden het ondubbelzinnig voor het zeggen zouden hebben. Om nog maar te zwijgen van het Internationale Monetaire Fonds en nog een heleboel andere zaken waaraan momenteel nog niemand denkt.
Ik beweer altijd, dat er voor denkbare oplossingen van problemen zowel een reactionaire als een democratische variant bestaat. Op het ogenblik is de reactionaire variant waarschijnlijker; maar een feit is dat wereldproblemen alleen nog op wereldschaal kunnen worden opgelost en dat dit besef natuurlijk van dag tot dag groeit. En dus wordt de strijd almaar heftiger met betrekking tot de voorwaarden waaronder dat zal gebeuren. De soevereiniteit van de staten, een van de pijlers van het volkerenrecht, staat op het punt volledig te verdwijnen. En men zal krankzinnige argumenten bedenken. Men zal zeggen: 'Ja, kijk eens, als Brazilië het gehele regenwoud gaat zitten ontbossen, dan heeft dat ook invloed op het klimaat bij de Duitse bondskanselier; die kan dus niet maar gewoon toekijken en dat alleen met de soevereiniteit van Brazilië rechtvaardigen.'
En dan mogen wij van links nog wel eventjes opmerken dat er een stel concerns zijn die er een centje aan verdienen en zo; maar daarna wordt de beslissing op een ànder niveau genomen. En dan wordt er gezegd: daar moeten we nou maar eens een stokje voor steken, en dan zullen ze ook voor militaire middelen niet terugschrikken, als puntje bij paaltje komt. En daarvoor zal dan waarschijnlijk ook nog een brede instemming bestaan.
Nu kan men ook zeggen dat er een andere oplossing moet worden gezocht, namelijk door daar eens wat te doen aan de sociale kwestie maar dan ook aan de ecologische èn de economische, want die zijn toch niet van elkaar te scheiden. Want dat is iets wat mij stoort in het denken van vele mensen van links, namelijk dat ze zeggen dat er eerst en meteen moet worden gestopt met de ontbossing. Zoiets is echter aan dovemansoren gericht; tegen die duizenden arbeiders die geen andere mogelijkheid hebben om in hun levensonderhoud te voorzien kan men niet eenvoudigweg zeggen: waarvan je morgen leeft en òf je leeft dat kan me helaas op het ogenblik niet schelen. Zo is het dus niet op te lossen.
Op dit moment gaan de landen van het 'reëel bestaande socialisme' ten onder. Volgens mij terecht. Bij de ontwikkeling van de samenleving in socialistische zin denk ik aan een bepaalde weg danwel richting en aan een bepaald doel. Het doel is voor mij emancipatie van de mensheid. Dat is weliswaar een oeroude droom, maar het werd door het reëel bestaande socialisme helemaal niet meer genoemd, laat staan gerealiseerd. En de weg erheen heet: permanente democratisering van alle maatschappelijke verhoudingen, met inbegrip van de economische verhoudingen. Een andere weg kan ik me tenminste niet voorstellen en ik zou die ook afwijzen.
Deze permanente democratisering van de maatschappelijke verhoudingen brengt met zich mee, dat men over veel zaken opnieuw kan nadenken. En dan begint het met de hoogst ontwikkelde industrielanden. Nou ja, dat wil zeggen: in een bepaald opzicht het hoogst ontwikkeld maar laat ik niet al te moralistisch worden. In elk geval: om te beginnen moet bekeken worden of die samenlevingen een perspektief hebben van een verandering in de richting van een andere maatschappij. En als die kans er is, hoe kan men die dan benutten, welke faktoren beïnvloeden dan die kans en vergroten die kans?
Het andere punt is, dat marxisten zich altijd zeer bewust geweest zijn van de macht van het kapitaal en het eigendom. Ze hebben daar uitgebreid over gediskussieerd en als oplossing gevonden; de socialisering in de vorm van onteigening. Daarbij wil ik de kanttekening maken, dat die onteigening in de landen van het reëel bestaande socialisme heeft geleid tot staatseigendom en nooit tot volkseigendom, hoewel het daar wèl zo werd genoemd. Maar de zogenaamde eigenlijke eigenaars waren net zo ver verwijderd van hun eigendom als in elk kapitalistisch bedrijf en misschien nog wel verder. Zij hadden daarmee niets te maken, hadden daar niets over te zeggen. Door het centralisme kregen ze nooit de kans een werkelijk eigenaarsbesef te ontwikkelen met betrekking tot hun zogenaamd 'eigen' bedrijven. Daarom hebben ze die ook niet verdedigd.
Maar misschien is er ook nog een andere vorm van socialisering, misschien moet het wel helemaal niet de onteigening zijn, of slechts bij wijze van uitzondering. Vallen er misschien regels te stellen met betrekking tot de socialisering van de bevoegdheden van eigenaars? Is het misschien mogelijk steeds meer mensen bij de beslissingen over eigendom te betrekken, zonder de eigenaar te onteigenen en door hem zijn eigen belang gewoon te laten houden? Op dit moment bijvoorbeeld ligt voor een eigenaar de omvang van zijn beslissingsbevoegdheid zo rond de 80%; een 20% heeft de staat al bij hem weggenomen in de vorm van een beetje medezeggenschap of veiligheidsvoorschriften en dergelijke. Misschien kan men dat eens omkeren, zodat 80% als het ware maatschappelijke beslissingsmogelijkheden zijn en 20% nog bij hem ligt. Dat zou ook een proces van socialisering zijn.
Men hoeft dat niet te ondersteunen of te bevestigen. Ik zou alleen graag zien dat mensen van links of socialisten zich ook eens openstellen voor nieuwe gedachten, en niet eeuwig blijven vasthouden aan datgene wat men eenmaal aangeleerd heeft en zich daarna als juiste visie heeft eigen gemaakt. Men zou gewoon eens moeten zeggen: misschien zijn er ook andere wegen om emancipatie, om democratisering van de maatschappij te bereiken, om een hoge mate van medezeggenschap te bereiken. Bijvoorbeeld door alles wat met die medezeggenschap verband houdt in de mate van het mogelijke te decentraliseren. Bijvoorbeeld als het gaat om de bevoegdheden van de gemeente. En hoe organiseert men dan zo'n gemeente? Waarom moeten in raden van commissarissen bijvoorbeeld uitsluitend de kapitaalbezitters en het personeel vertegenwoordigd zijn? Waarom niet ook de milieubeweging, waarom niet de vrouwenorganisaties?. Waarom niet nog een heleboel andere maatschappelijke krachten, die belangen in te brengen hebben zodat andere doorslaggevende belangen ontstaan in zulke economische complexen.
Volgens mij behoren gewoon alle vragen over de groei van de geïndustrialiseerde maatschappij ter discussie te staan. En natuurlijk is het ook nu al mogelijk maatregelen te treffen die leiden tot een vermindering van de problemen in de Derde Wereld. Namelijk: a) de schulden kwijtschelden, b) de rentepercentages wezenlijk verlagen, en vooral c) relatief hoge toeslagen op grondstoffen voor meerdere jaren garanderen. Maar dat gebeurt natuurlijk niet zolang de Wereldbank, het Internationale Monetaire Fonds, G 7 etc. zo georganiseerd blijven zoals ze dat momenteel zijn.
En daarom zei ik eerder al: voor een democratisering als weg in de richting van emancipatie van de mensheid moeten nog heel wat andere stappen gezet worden.
Europa's eigen legers in de Derde Wereld
Als ik zeg dat de problemen wereldomvattender worden, dan wil ik natuurlijk niet voorbijgaan aan het gegeven dat we momenteel in Europa geconfronteerd worden met de vorming van steeds meer nationale staten. Maar laten we elkaar niet voor de gek houden, daar zit vaak iets heel anders achter. Achter de wens om onafhankelijk te worden zit namelijk het verlangen om heel snel lid te kunnen worden van de EG. Men hoopt dus de ene afhankelijkheid door een meer gunstige, althans economisch meer gunstige, te kunnen vervangen. Of dat realistisch is? Ik weet het niet.
Ik stel slechts vast dat Gorbatsjov begonnen is om een nieuw denken in de wereld te introduceren. Hij heeft veel veranderd.
Het kenmerkende van de helden van tegenwoordig is, denk ik, dat ze muren afbreken, en niet meer op de eerste plaats iets opbouwen. Eerst moest er veel uit de weg worden geruimd.
En wat mij zo schokt is, dat in het denken van Westerse politici absoluut niets nieuws te bespeuren valt. Of het nu over de NAVO gaat, of over andere vraagstukken: ze denken nog steeds net als tien of twintig jaar geleden. Maar ik ben ervan overtuigd dat een nieuw denken stap voor stap terrein zal winnen.
Laat ik daarom tot slot nog twee opmerkingen maken.
De eerste heeft betrekking op het feit dat er in Europa een heel klein initiatief is dat naar mijn mening voor de internationale politiek van doorslaggevende betekenis kan zijn. Dat is het initiatief om de zogenaamde West Europese Unie, de WEU, op militair gebied nieuw leven in te blazen. En de discussie tussen enerzijds Duitsland en Frankrijk en aan de andere kant Groot Brittannië over de vraag of die WEU nu de militaire organisatie van de EG wordt dan wel de Europese afdeling van de NAVO.
Duitsland en Frankrijk willen graag dat de WEU de militaire afdeling van de EG wordt en het is ook duidelijk waarom: ze willen zich losmaken van de VS. Ze willen naast de NAVO een leger hebben dat met de VS niets te maken heeft. Uit de Golfoorlog hebben zij de lering getrokken, dat ze in de Derde Wereld misschien ook nog weleens eigen legers nodig kunnen hebben.
Ik zie dat als een ongehoord gevaarlijke tendens in de strijd om de herverkaveling van de Derde Wereld; want het is nog niet geheel duidelijk aan wie Mozambique behoort, nietwaar, nadat de Sovjet Unie zich daaruit heeft teruggetrokken. Bij Cuba is men tot een akkoordje gekomen: dat is voor de VS. Maar in Afrika en Azië, daar zou nog wel eens protest kunnen komen.
Om het maar eens cynisch te stellen, met permissie: ik beschouw het als hoogst gevaarlijk als een paar Europese landen geloven dat ze een eigen leger nodig hebben. Immers, je weet maar nooit hoe, wanneer en waar die Europese legers dan worden ingezet om ook eens eigen belangen tegenover de Amerikaanse door te drukken.
De tweede afsluitende opmerking die ik maken wil, heeft betrekking op iets waarover ik me grote zorgen maak. De conservatieve krachten, ook de kapitaalverstrekkers, zijn over de hele wereld internationaal georganiseerd, ze denken ver over nationale grenzen heen zowel bij het winst maken als bij militaire acties en bij de uitbuiting van de Derde Wereld en de verpaupering in 'onze' wereld. En intussen worden de linkse krachten elke dag een beetje nationaler en regionaler. Er bestaat bij links een krankzinnige angst dat men elkaar zal 'gijzelen', en dat leidt ertoe dat bijna elk gesprek achterwege blijft.
Ik kan alleen maar dit zeggen: linksen en socialisten, bijvoorbeeld in Europa maar niet alleen in Europa, moeten nu eindelijk eens beginnen om ook internationaal te denken, te handelen, te praten en zich tenminste een beetje te organiseren. Doen ze dat niet, dan zullen ze er niet meer in slagen nog vat te krijgen op de anderen, die toch al veel machtiger zijn.
En dan maakt links zich tamelijk schuldig en verantwoordelijk voor de geschiedenis.
Ik dank u wel.
Vertaling: Bert Freriks en Harry van Heijster