-
02 december 2018
Ecologische strijd of klassenstrijd
We weten allemaal dat de wereld naar de knoppen gaat als we niet met z'n allen drastisch ons consumptie-peil gaan verlagen. Dat we niet meer twee à drie keer met het vliegtuig naar verre vacantie-oorden vliegen of anderszins onze mobiliteit niet weten in te tomen. De wereld gaat naar de knoppen als het zo blijft dat het wel handig is om de kinderen dan maar een eigen tv en computer op ieders kamer te laten hebben, of ze iedere keer te bedienen met de laatste hype. En zeker gaat de wereld naar de knoppen als we onze vleesconsumptie niet in toom weten te houden en er niet voor gaan zorgen dat belangrijke landbouwgewassen uit Zuid-Amerikaanse landen in die landen blijven en niet als diervoer naar Europa verscheept gaan worden, voor ons vleesgenot. Om nog maar niet te spreken over bio-energie om ons (voornamelijk) linkse geweten te sussen omdat we 'schoon' willen rijden. Dat alles zijn ecologische strijdpunten, ze vormen de voorhoede van een strijd om het behoud van onze planeet. Met als inzet en uitkomst eerder een krimp- dan een groei-economie. Het gaat in onze dagen om een afscheid van de onbeperkte toegang tot energie. En dat op vrijwillige basis.
Daarnaast is de sociale onrechtvaardigheid in onze wereld een traditioneel euvel. Al sinds honderden jaren, en zeker sinds het begin van de industriele revolutie, bepaalt de klassenstrijd de politieke agenda. Volledig terecht in de 19e eeuw en daarna zo briljant gespeeld door de sociaal-demokratie in het begin en het vervolg van de 20e eeuw dat vanaf de opkomst van de consumptie-maatschappij (jaren '60) men er aan zou kunnen gaan twijfelen of er nog van een echte klassenstrijd sprake kan zijn. De mensen hebben het goed gekregen, ze hebben scholing, huisvesting, eten, vrije tijd plus al die dingen die in hun overdaad tot precies die ecologische catastrophe leiden. Je zou kunnen zeggen: we leven in een paradijs, afgezien van schrijnende gevallen dan. De vraag is: kunnen we dus de klassenstrijd als idee begraven? Of is ie al volledig dood? Is er geen sociale onrechtvaardigheid meer?
Deze laatste vraag, of er geen sociale onrechtvaardigheid meer is dus, is geen andere dan de vraag of sommige mensen onterecht veel meer hebben dan anderen. Dat is namelijk niet eerlijk. En dat is het ook echt niet. Begin jaren '90 van de vorige eeuw duidde alles er op dat van grote onrechtvaardigheden bijna geen sprake meer kon zijn. Het was zelfs zo mooi dat de toekomst door scholing en nieuwe media voor ieder bereikbaar leek te zijn. Mijn eigen gevoel was dan ook dat het met de klassenstrijd afgelopen was en dat de ecologische strijd voorrang kon en moest krijgen, gezien de noodzaak daarvan.
We zijn nu ruim twintig jaar verder. We zitten midden in het proces van mondialisatie. Met migrantenstromen en de gevolgen van het broeikas-effect. En waar we ook mee zitten door deze mondialisatie, dat geven sinds drie weken de zogenaamde 'Gilets Jaunes' (de gele hesjes) hier in Frankrijk aan. Deze spontane, door het internet ontstane beweging is iets zat. Ze hebben 'ral bol', genoeg van de politiek van de rijken voor de rijken. Ze zijn het zat op te moeten draaien voor de tekorten bij de staat. Wat zij zien en ervaren is het volgende: dat zij een groep zijn, een grote groep, die aan het eind van de maand moet sappelen, die na een lang hard arbeidzaam leven met kleine pensioentjes opgezadeld wordt, die ineens (meer) belasting moet betalen op diesel, de brandstof waarmee ze zich naar het werk begeeft, om het milieu te redden. Dat ze gedwongen gaat worden een nieuwe auto te kopen, terwijl ze daar normaliter jaren voor moet sparen, ondanks dat ze een tegemoetkomning kan krijgen voor haar oude wagen (maar extra uitgeven moet je dan toch). Ze zien dat zij de groep in de samenleving is die door de staat vergeten wordt, een staat die het niks uit maakt dat zij iedere maand weer de eindjes aan elkaar moet knopen. Ze ziet een staat die dat niet wil zien, die lonen laag houdt en daarnaast stijgende arbeidsdruk eist.
Ze zien dit alles en zien daarnaast dat de managers elkaaar de baantjes toeschuiven, dat er staatsbanketten zijn, dat iemand een miljoenen-gouden handruk krijgt voor het om zeep helpen van een bedrijf terwijl zij bij de kleinste fout gewoon op straat staan en zich flexibel moeten gedragen. Ze zien en voelen dat de staat 'de gewone man en vrouw' een andere status toedicht dan wat je 'de elite' zou mogen noemen. En er ligt daar inderdaad een verschil, zo niet een kloof.
In Frankrijk is er dus nu een populistische oprisping, zoals in alle westeuropeese landen. Het is 'het volk' tegen 'de elite'. En ik zeg oprisping….hier is het een ware revolte. Een ware VOLKS-revolte. En wel van een dusdanig gehalte dat 'de elite' bijzonder helder haar afstand tot het volk voor ogen gehouden wordt. Ze kunnen er niet meer omheen kijken, zo groot is ineens de volksverontwaardiging. Wegen worden geblokkeerd, winkelcentra, er zijn rellen en traangas, mensen die nog nooit in hun leven van dichtbij een ME-er in actie hebben gezien weten nu wel beter.
Moeten we in zo'n constellatie dan niet weer spreken van een klassenstrijd ? Ik denk dat dat kan. Het is geen strijd meer tussen bazen en arbeiders, maar een strijd tussen de 'geslaagden' en degenen die het gevoel hebben voor de wensen en verlangens van die elite te werken (bijvoorbeeld voor het ecologische luxeparadijs van die 'klasse') 84 % van de fransen steunen dit volksverzet. Links zowel als rechts. Het verschil tussen de behoeften van de bevolking en de wensen van de elite wordt diep gevoeld.
Maar moet ik het steunen?
Voor mij een groot dilemma. Ik baal ook enorm van de arrogantie, de onverschilligheid zo je wil, waarmee een staat z'n onderdanen tegemoet treedt. Dat is waarom ik anarchist ben. Het is verschrikkelijk om te zien hoe migranten behandeld worden, het is verschrikkelijk om te zien hoe een stad als Parijs mensen kent die honger moeten lijden, het is verschrikkelijk om te zien hoe een tweedeling tussen mensen uit de Mahgreb en de maatschappij in stand gehouden wordt via de banlieus. Hoe mensen in huurhuizen gepropt worden die van ellende uit elkaar vallen. Ik wil graag protesteren tegen gouden handdrukken en snel geld via de beurzen. Ik wil de regeringen graag voorhouden hoe groot het verschil is tussen hun luxe-leven en dat van de rest van de bevolking.
Ik wil dus graag de klassenstrijd voeren opdat de verschillen in gelijkheid eindigen. Omdat we allemaal even veel recht hebben op een mooi en waardig leven.
Maar deze hele strijd is ingebed in een logica van het altijd meer. En dat staat me tegen. Dat is precies de weg die we niet op moeten. Natuurlijk kunnen we denken dat eerst de elite maar moet betalen...dat dat de eerste strijd is die ons wacht om aarna….ecologisch te gaan doen. Maar als je nu al geen 7 cent voor je benzine extra wil betalen, wil je dat straks dan ineens wel?
Klassenstrijd is verleidelijk, als symbool wel goed, maar we zullen toch anders moeten gaan leven.
Bender