Skip to main content
  • 28 november 2006

De waarde van zekerheid (sociaal-kapitalisme dl. 3)

Dylan van Rijsbergen

Twee weken geleden publiceerde de denktank Waterland, waar ik mede-oprichter van ben, een sociaal-kapitalistisch manifest. Dit document bevat een scherpe kritiek op de neoliberale mythes die tegenwoordig de ronde doen bij rechts en bij links. Het manifest bepleit een vernieuwing van het Europese kapitalistische model, maar niet naar Angelsaksisch voorbeeld. Juist de verworvenheden van dit model, met zijn CAO's, ontslagbescherming en sociale zekerheid zijn het waard om verdedigd te worden.

Paul de Beer sprak over een linkse contrarevolutie. Hij was daarbij de criticasters enigszins voor, want die konden niet laten om af te geven op wat zij 'conservatisme' noemen. We konden toch zeker niet in de jaren '70 blijven hangen. Maar de kritiek kwam niet alleen van neoliberale economen die heilig in de zegeningen van de vrije markt geloven. De kritiek kwam ook van een partij als GroenLinks. Deze partij heeft in zijn verkiezingsprogramma de vermindering van ontslagbescherming opgenomen. Zij wijzen op de tegenstelling tussen outsiders en insiders op de arbeidsmarkt. Mensen met een vaste baan tegenover jongeren, allochtonen en vrouwen voor wie het steeds moeilijker is aan een baan te geraken. Oplossing is volgens Groen Links om iedereen van zijn baanzekerheid te beroven. De partij staat een op het zogenaamde Deense model gelijkend systeem voor, waarbij mensen even gemakkelijk van baan wisselen als dat ze dat doen van supermarkt. Wel bestaat er een hoge, kortdurende WW-uitkering tegenover de verminderde baanzekerheid, gekoppeld aan de verplichting van de werkgever om te investeren in opleidingen. Ook wil de links-liberale partij mensen met allerlei beleidsmaatregelen prikkelen om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan.

Natuurlijk, een dergelijke visie past een beetje bij het postmoderne gedachtegoed. Het zelfontplooiiende individu is de kern van de maatschappij en hij wordt bevrijd van de ketenen van gemeenschappen en instituties. In plaats daarvan beweegt hij zich vrij als een nomade (nog een postmodern cliche) van bedrijf naar bedrijf, van identiteit naar identiteit en als een ware geglobaliseerde kosmopolitiet van de ene naar de andere vestigingsplaats. Zo ontmoeten postmodernisten en liberalen elkaar en dit past prima in het multiculturele, emancipatoire ideaal van een partij als GroenLinks.

Waarom komt een sociaal-individualistische denktank als Waterland dan met een verdediging van die bestaande 'starre' instituties? Nu moet ik eerlijk bekennen dat binnen Waterland ook enige onenigheid is over het onderwerp. Er zijn er die sterk geloven in de links-liberale visie van Groen Links. Naar mijn idee echter, is het individu helemaal niet zo gebaat bij een maatschappij waarbij hij voortdurend van baan naar baan springt. Belangrijk is juist dat de enkeling de tijd krijgt om te groeien. En om rustig te groeien, dat wil zeggen zonder angst, zijn stabiele instituties nodig. Structuren die zekerheid bieden. Juist binnen organisaties en binnen gemeenschappen kan een mens zich ontwikkelen. Zo'n ontwikkeling hoeft echter niet noodgedwongen tot conformisme te leiden. Ook de nonconformist groeit het beste binnen een stabiele gemeenschap, al was het alleen maar om zich daartegen af te zetten, om kritiek te leveren en de anderen wakker te schudden. Niet gedeelde waarden en conformisme houden gemeenschappen vitaal, maar conflicten en verschillen.

In een samenleving waarin iedereen als een nomade van baan naar baan trekt, is er geen tijd meer om kritiek te hebben, te groeien en je te ontwikkelen. Als de organisatie je niet bevalt, dan ga je toch gewoon ergens anders naartoe? Als je nog niet lekker zit in je functie, dan ga je toch gauw weg naar een functie die wel meteen past? De opleidingsplicht van GroenLinks is een magere genoegdoening voor de groei in een organisatie, die zoveel meer omhelst dan kennis en vaardigheden, die een individu in hun model vaak zal moeten missen. Het miskent het belang van het opdoen van langdurige ervaring en het onderhouden van een stabiel netwerk binnen het bedrijf. 

Het individualisme van GroenLinks is onmiddellijk, het is de filosofie van het 'meteen', van het altijd actuele. GroenLinks wil het individu, outsider en insider nu vrijmaken. Maar vrijheid is altijd indirect, in vrijheid moet je groeien, voor vrijheid is tijd en rust en structuur nodig. En instituties die angst wegnemen en die zekerheid geven, helpen daarbij. Dat is de merkwaardige tegenstelling die veel links-liberale denkers ontkennen, dat je juist structuren, richting nodig hebt, dingen die je vrijheid aanvankelijk lijken te beperken, om op den duur vrijer te worden. Daar is tijd voor nodig. Individuele vrijheid kan namelijk alleen maar beleefd worden vanuit een geschiedenis. Mensen moeten daarom de mogelijkheden krijgen om rustig te groeien.

Vandaar dus dat ik mij wel geheel achter het sociaal-kapitalistisch manifest schaar. En vandaar ook dat ik, ondanks mijn sympathie voor deze partij, deze verkiezingen geen Groen Links heb gestemd. Omdat de PvdA voor mijn gevoel te sterk een partij is geworden van draaikonten, heb ik dit jaar voor het eerst SP gestemd. Een partij die zich bij monde van economisch woordvoerder Irrgang volledig achter het manifest schaarde.

Het is dus heel erg goed mogelijk, een linkse individualist die toch SP stemt.