-
01 oktober 1991
Klein Utrecht versus de cityvorming
Sinds een jaar houdt de actiegroep Frontaal uit Utrecht zich bezig met de strijd tegen cityvorming in deze stad. Naast de organisatie van een aantal informatieavonden, werd begin januari de krant Klein Utrecht door de groep uitgebracht met informatie over het Utrecht City Project en in een oplage van 50.000 verspreid. verder zijn er een aantal muurkranten en affiches gemaakt. We hadden een vraaggesprek met enkele leden van Frontaal over strategie, werkwijze en perspectief van de groep.
Het U.C.P, het Utrecht City Project is de opvolger van het Hoog Catherijne Project uit de jaren zeventig. Het is een samenwerkingsverband van onder andere het A.B.P., de N.S. en de gemeente Utrecht. Daarbij wordt voortgeborduurd op de regeringsvoorstellen uit de Vierde Nota en de Vierde Nota Extra voor de Ruimtelijke Ordening (zie Konfrontatie nummer 1), waarin wordt gesteld dat er in de toekomst met name moet worden gebouwd (kantoren, e.d.) rondom openbaarvervoersknooppunten, zoals stations. Een van de gevolgen hiervan is dat de hele infrastructuur in Utrecht moet worden aangepast. Er moet bijvoorbeeld een rondweg komen om het centrum met aftakkingen het U.C.P-gebied in.
Joost: Het is de bedoeling dat dat gebied meer allure krijgt als zakencentrum. De projectontwikkelaars schermen er verder mee dat het gebied er nu "niet uit ziet" en daar hebben ze natuurlijk ook gelijk in. Zeker wat de sociale veiligheid in het gebied rond Hoog Catherijne betreft. Dat gebied is een grote architectonische misser! Toen Hoog Catherijne gebouwd werd was er ook al een vrij breed verzet tegen. Het meest cynische is dat zij nu dezelfde argumenten gebruiken.
Sjoerd: Rondom het C.S. moet een soort monocultuur van kantoren komen. Er komt ook wel wat woningbouw in, maar niet op de begane grond. Daar zitten de ingangen van de kantoren en van de winkels. Die kantoren moeten in sommige gevallen ook zo'n honderd meter hoog worden. Dat zal afgrijselijk zijn om doorheen te moeten lopen. De hele sky-line van de stad zal verknald worden door al die blokken beton en spiegelend glas of wat de mode straks weer zal zijn. Dus als ze het over sociale veiligheid hebben... Straks wonen er daar geen mensen meer aan de straat. Als er wat gebeurt, dan ziet niemand het.
Wat zullen de gevolgen van het U.C.P. zijn voor de omliggende wijken?
Sjoerd: Een van de gevolgen voor wijken als Lombok en de Dichterswijk is dat daar veel meer verkeer zal gaan komen.
Dat zijn oude arbeiderswijken?
Sjoerd: Ja, met overwegend laagbouw van begin deze eeuw. Er wonen daar nu voor ongeveer vijftig procent migranten en ook veel studenten. Het zijn voor Utrecht de goedkopere, maar wel vervallen wijken. De stadsvernieuwing ligt er al jaren stil en wordt steeds weer uitgesteld.
Hoe is Frontaal ontstaan?
Joost: We zijn eigenlijk heel langzaam ontstaan uit de Legaliseringswerkgroep. Die had steeds minder perspectief voor politieke activiteiten. En we kregen steeds meer informatie over het U.C.P. Op een gegeven moment was er een avond over het U.C.P. van het Utrechts Nieuwsblad, waarmee we wat wilden doen. Het ene is vrij logisch in het andere overgegaan.
Je kunt dus zeggen dat Frontaal is voortgekomen uit de Utrechtse kraakscene?
Joost: Ja, dat kun je wel zo stellen.
Hoe zijn jullie het U.C.P. gaan aanpakken. Wat waren daar de ideeën bij?
Sjoerd: We wilden in eerste instantie in een krant naar buiten brengen wat het U.C.P. nu eigenlijk inhield. Daarnaast hebben we contact gezocht met het B.O.C.P., het Bewoners Overleg City Project, waarin, vanuit verschillende wijken, bewonersgroepen zijn georganiseerd. We hebben met hen ook overlegd over die krant. Het B.O.C.P. zit weer in een platform dat de inspraak rond het U.C.P. regelt en ze hebben daardoor veel informatie over de plannen. Alleen, zij leggen hun prioriteiten heel anders dan wij. Meer bij dat platform. Meer bij inspraakprocedures en bij onderzoekjes. Ze worden volgens ons erg aan het lijntje gehouden. Er zitten ook allerlei andere groepen in, zoals de ENFB en de groep Herstel Leefbaarheid.
En jullie pasten daar als groep ook wel bij?
Joost: Ja, en zeker toen we met die krant kwamen. Daardoor werden we voor hen wel een gerespecteerde actiegroep. Daarvoor hadden ze het altijd over "die krakers." Dat stond zo ook in de notulen. Daarna namen ze ons veel serieuzer en werden we ook gevraagd voor informatie avonden. Voor die krant hebben we trouwens vijfduizend gulden subsidie gekregen van de gemeente. Uit een of ander democratiseringspotje.
Sjoerd: De opzet van de krant was enerzijds wat uit te leggen over de voorgeschiedenis van cityvorming, over het meegaan in de vaart der volkeren. Verder over het U.C.P. zelf en de gevolgen voor de wijken rondom het gebied. Verder zat er een interview in met het B.O.C.P. en een verhaal over Utrecht over vijfentwintig jaar, over wat er dan weer zal gaan gebeuren. We wilden een aantal ontwikkelingen in een krant zetten om zo het verband te laten zien. Om koppelingen te leggen met allerlei kleinere ontwikkelingen.
Hoe waren de reacties?
Sjoerd: Het duidelijkst waren die te zien op een avond van het B.O.C.P., een maand later. Daar waren zo'n honderd mensen en veel van hen hadden de Klein Utrecht-krant bij zich en waren daar erg positief over, omdat er op een duidelijke manier in was uitgelegd wat er gaande was. We hebben ook geprobeerd om de krant zo duidelijk mogelijk te schrijven, door bijvoorbeeld niet al te veel met termen te gooien.
We hebben ervoor gezorgd dat allerlei groepen hem kregen -ook de gemeenteraad- en we hebben er veel publiciteit mee gekregen.
Als jullie nou terugkijken naar jullie achtergrond in de kraakscene, hebben jullie die krant dan bewust anders opgezet?
Sjoerd: We hebben bewust anders geschreven. Daar hebben we het ook veel over gehad. Als je pamfletten uit de kraakbeweging leest, dan staan daar vaak termen in, waarvan je je afvraagt wie dat nog begrijpt. We hebben de teksten ook van tevoren aan anderen laten lezen.
Beschouwen jullie dat als een breuk met een politiek verleden?
Sjoerd: Ik heb voor mezelf niet echt een breuk gemaakt. Je probeert mensen te interesseren voor datgene waar je over schrijft. Dat kun je dan blijven doen op de manier die je gewend was, of je kunt zoeken naar een andere manier. Je beoogt tenslotte toch dat mensen gaan nadenken.
Joost: We zijn wel een nieuwe weg ingeslagen. In de pamfletten van de kraakbeweging wordt steeds minder uitgelegd. Er wordt vaak maar verondersteld dat dingen wel bekend zullen zijn.
Er is misschien ook een verschil in de aanpak omdat jullie nu proberen samen te werken met andere groepen. Hebben jullie het erover gehad met wie je dat doet? Waarom bijvoorbeeld wel met het B.O.C.P. en niet met vakbonden of politieke partijen?
Joost: Niet met politieke partijen. Hoewel er wel wat contact is met Groen Links.
Dus buiten de groepen die al met de City bezig waren, zoals het B.O.C.P., zijn er geen andere groepen benaderd?
Joost: Nou ja, in het B.O.C.P. zitten al zo'n vijfentwintig groepen. Maar daarbuiten is het er niet echt van gekomen...
alternatieven
De overheid noemt als belangrijk argument voor de cityvormingsprojecten het werkgelegenheidsaspect. Het zou daarom toch zinvol kunnen zijn om daar kritische mensen uit de vakbeweging op aan te spreken. De protesten tegen cityvorming beperken zich nu vaak tot de uiterlijke vorm van de plannen: de hoogbouw, het verkeer. Het gaat zelden over de voors en tegens van het werkgelegenheidsbeleid.
Sjoerd: We hebben het daar wel over gehad, maar we hebben er niets mee gedaan. We hebben wel gesteld dat het waanzin is om alle werkgelegenheid in het centrum van de stad te projecteren en niet aan de randen, zodat er geen huizen voor gesloopt hoeven te worden. Maar het is geen specifiek thema geworden.
Joost: En we hebben wel de vraag gesteld of het project wel werkgelegenheid oplevert. Het is natuurlijk een belangrijk item, zeker gezien vanuit de economische hoek. Het hele U.C.P. is gebaseerd op economische groei.
Het milieu is natuurlijk ook een belangrijk aspect gezien de concentratie van gebouwen en het extra verkeer ...
Sjoerd: In de krant hebben we dat wel naar voren laten komen. De extra luchtvervuiling. Dat straten parkeerstraten vol blik worden, waardoor het straatleven moeilijker wordt en er minder gespeeld kan worden. Maar we hebben ook daar geen apart thema van gemaakt. Het B.O.C.P. heeft daar wel meer over uitgezocht. Die hebben daarbij met het M.I.C., het Milieu Informatie Centrum, samengewerkt.
Hebben jullie het er wel eens over gehad om alternatieven voor het U.C.P. te maken?
De naam van jullie krant -Klein Utrecht- suggereert namelijk wel wat. In veel steden zie je dat mensen maar wat gaan meepraten, omdat ze denken het toch niet tegen te kunnen houden en in feite leggen ze zich zo bij de uitgangspunten van die plannen neer. Uit radicalere hoeken, zoals van jullie, komt wel veel kritiek, maar wordt er in de praktijk ook niets tegenover gezet.
Sjoerd: Wat het alternatief zou zijn -dat klinkt een beetje bombastisch- is een totale herinrichting van het hele land. Een kleinschaliger economie, waarbij er meer mogelijkheden zijn voor de mensen om die dingen te doen die ze zien zitten. En dat geldt ook voor een binnenstad van Utrecht. Dat zou toch een plek moeten zijn waar iedereen terecht kan. Een afspiegeling van alle mensen die hier wonen. Hoog Catherijne zou in feite gewoon moeten worden afgebroken, net zoals in de vijftiende eeuw gebeurde met Vredeburg, dat toen steen voor steen door de bevolking werd afgebroken ...
Rondom een station zullen altijd bedrijven zitten, maar de nadruk zou meer op wonen moeten worden gelegd. Zeker in een stad waar 30.000 woningzoekenden zijn. Meer sociale woningbouw dus, maar de woningen die nu wel gepland zijn -zo'n zevenhonderd- zijn alleen maar dure woningen. En er zou meer ruimte moeten komen voor kleinere bedrijfjes, die in de wijk een functie hebben. De oude wijken bepalen de sfeer van de stad. Die bepalen toch hoe mensen zich voelen, hoe ze leven. Niet die grote prestige-objecten. Maar dat is nu de tijdgeest ...
Bij de gemeente zie je ook een prioriteitenverschuiving. Problemen die er al jaren liggen, worden gewoon niet opgelost. En dan de bezuinigingsgolf en het privatiseren van gemeentebezit. De welzijns- en de culturele sector wordt afgebouwd en aan de andere kant stoppen ze ongelofelijk veel geld in de infrastructuur van het U.C.P.-gebied. Honderden miljoenen, omdat het imago van de stad moet veranderen.
het onmachtsgevoel
In alle grotere steden gebeurt nu hetzelfde. Er worden grote investeringen gedaan en er moeten met name bedrijven met grote belangen en veel macht worden aangetrokken. En de steden maken zich daarvan afhankelijk.
Hoe willen jullie nu als groep verder gaan, naast het blijven verspreiden van tegen-informatie, als jullie er -terecht- niet voor kiezen om mee te gaan draaien in die inspraakorganen?
Want het zal niet eenvoudig zijn om tegen dit soort grote kapitaalsbelangen een echte vuist te maken.
Joost: Het werkt heel raar, want je hoeft soms maar weinig te doen om toch heel veel publiciteit te krijgen. En hun eigen belangen zijn soms ook heel tegengesteld. Het ABP wil bijvoorbeeld meer auto's en parkeergarages, terwijl de NS dat juist weer niet wil. Het ligt soms politiek heel gevoelig voor de gemeente. Pas wilde de NOS een discussie uitzenden tussen wethouder Mik en ons, maar dat wilde Mik dan weer niet. Of die journalist die een rel veroorzaakte door negatief te schrijven over het U.C.P. Maar om echt een vuist te kunnen maken...
Sjoerd: We gaan nu eerst door met een aantal muurkranten. Daarmee willen we inspelen op actuele zaken rond het U.C.P. Die zullen wat feller zijn dan de krant. Om te ageren. Tegelijk kunnen we zo toch weer op een simpele manier informatie geven. Daarnaast maken we binnenkort vier affiches en die zijn wat humoristischer van opzet, om zo wat steken onder water te geven, wat te prikkelen. En we denken aan een tweede krant die wat meer actiegericht moet zijn. Op moet roepen tot acties.
En er gebeuren ook wel goeie dingen. Op inspraakavonden over Oog en Al (voormalig ziekenhuisterrein), kwamen twee keer zo'n duizend mensen. Er zijn daar ook verkeersblokkades geweest tegen de aanleg van de rondweg. Zelf willen we een demonstratie organiseren, maar dat ligt ook weer moeilijk. We hebben dat ingebracht bij het B.O.C.P., maar die hebben daar dan weer "geen tijd" voor. Net als bij de eerste krant. Je krijgt alleen te horen: "leuk dat jullie dat doen."...
Ook willen we in de wijken rondom het U.C.P.-gebied informatieavonden gaan organiseren over de gevolgen voor die wijken. We willen een soort samenwerking zien te krijgen tussen Frontaal en het B.O.C.P. En forums organiseren met wethouder Mik en mensen van ons of het B.O.C.P. en van wijkcomitees, met dia's of een video van de wijk, om te laten zien wat er gebeurt. Maar ook dat slaat niet erg aan. Veel wijkgroepen blijven toch in hun eigen straatje zitten en zijn niet zo bezig met de grotere problematiek. Het is voor hen ook wel begrijpelijk, veel essentiëler dat hun huizen eindelijk eens worden opgeknapt.
Als je zegt dat er weinig animo is, bedoelen jullie dan vooral bij de mensen die in de wijkcomitees zitten of de mensen uit de wijken zelf? Op wie richten jullie je vooral?
Joost: Je komt natuurlijk het eerst in aanraking met de mensen die in het B.O.C.P. zitten, die op vergaderingen komen. Maar die zijn zo druk bezig met dat platform en weigeren het ook in een breder perspectief te plaatsen.
Zou je kunnen stellen dat het jullie strategie was om binnen het B.O.C.P. mensen los te weken uit de koers van het B.O.C.P. en dat dat niet echt lukt?
Joost: Nou ja, ik vind het op zich prima wat ze doen, alleen ik geloof daar zelf niet zo in. Ik vind dat ze aspecten verwaarlozen als het informeren van mensen. Het is eigenlijk te gek dat wij hen warm moeten maken om informatieavonden te gaan geven. Het B.O.C.P. blijft alleen op ambtelijk niveau praten. Maar aan de andere kant hebben wij geprobeerd om los van het B.O.C.P. de wijken in te gaan en dat werd een fiasco.
Op een avond over de Kop van Lombok, een wijkje dat weg moet voor het U.C.P., kwamen maar zo'n twintig mensen en dat is gewoon erg weinig. Dat komt volgens ons ook omdat de mensen er geen geloof meer in hebben dat ze dingen kunnen tegenhouden: "het gebeurt allemaal toch wel! Leuk dat je er tegen bezig bent, maar wat bereik je er mee? De politiek beslist toch en de geldschieters bepalen toch alles." Het geloof dat je dingen nog kunt veranderen is weg.
Komt dat niet deels ook door de structuren -de inspraakgroepen- die in de jaren zeventig zijn ontstaan via buurtstrijd, maar nu allemaal zijn ingekapseld? Jullie werken daar nu mee samen, maar heeft dat nog wel zin, als je aan de ene kant de onmacht van de mensen ziet en aan de andere kant al die door de gemeente betaalde 'wijkbestuurdertjes', die ook vaak nog partijbelangetjes zitten te verdedigen?
Joost: Dat is ook de vraag. We willen voor maart '92, als het besluit over het U.C.P. moet vallen, een demonstratie organiseren. Maar hoe doe je dat? De kans is dan groot dat we er met zo'n vijftig krakers lopen. Toch zijn er op die inspraakavonden ook wel radicale mensen aanwezig. Ik heb het idee dat er wel steeds meer onvrede groeit. Maar je ziet ook een verschuiving. Vroeger waren er meer demonstraties en nu is dat door de inspraak ingekapseld op allerlei niveaus. Daarmee is de mensen een deel van hun woede ontnomen. En tegelijkertijd weten ze ook steeds minder van wat er allemaal in hun stad gaande is. Er is zo'n hoos aan informatie tegenwoordig.
een andere strategie
De gemeente loopt aan de leiband van de grote investeerders. En de onmacht die de mensen ervaren komt voor een deel natuurlijk ook omdat deze private investeerders al helemaal niet te pakken zijn. De aanval op het 'city-project' is dus misschien te doen door de bestuurders op hun verantwoordelijkheid daarbinnen aan te spreken en dat uit te spelen tegenover de investeerders.
Joost: Het is natuurlijk wel duidelijk dat, als we op iemand druk uit moeten oefenen, het de gemeente is. Ook de timing van de eventuele demonstratie is gericht op het moment dat de gemeenteraad gaat beslissen.
We willen laten zien hoe er bezuinigd wordt, terwijl er wel geld is voor dit soort prestige-objecten. Daarmee pak je de gemeente aan. Maar of dat effect heeft? Om druk uit te oefenen heb je toch veel mensen nodig die een signaal geven, maar het blijft heel moeilijk om de verbanden die er zijn heel concreet te maken. Als bijvoorbeeld straks die rondweg door Oog en Al niet doorgaat, dan halen al die duizenden mensen daar opgelucht adem, maar het interesseert ze waarschijnlijk niet dat dan hetzelfde een wijk verderop gebeurt. Problemen blijven vaak zo abstract voor ze.
Je zou de problemen natuurlijk ook minder abstract kunnen maken door te onderzoeken in die wijken wat er de afgelopen jaren is verdwenen aan werk en winkeltjes. En door te kunnen laten zien dat die kantoorbanen niet aansluiten bij hun wijken. Misschien kun je het zo wat dichterbij hen brengen.
Sjoerd: We hebben wel overwogen om eens te kijken hoeveel kantoorruimte er wordt gebouwd en hoe weinig woonruimte maar wij vinden dat dat soort werk eigenlijk meer iets is voor de buurten zelf. Voor de comitees daar. Daar zijn wij als Frontaal niet voor opgezet. Wij zijn toch meer een groep die de zaak in een stroomversnelling moet brengen...
Maar jullie hebben toch voor jullie zelf als actiegroep wel een doel gesteld? En je moet aan dat doel toch ook de middelen aanpassen...?
Sjoerd: Nou ja, je moet natuurlijk ook niet teveel terugschuiven naar de buurtgroepen. Anders worden initiatieven weer teveel versnipperd, terwijl wat er gaande is toch de hele stad aangaat.
Joost: Het is de bedoeling van Frontaal om flitsende acties te doen. Acties die mensen aanspreken. Dat is een belangrijk doel en iets waarmee wij veel verbondenheid hebben; daar komen die 'papieren clubs' ook niet aan toe. We moeten als Frontaal toch niet ook zo'n papieren club worden. We verzanden al zo vaak in vergaderingen. Tegenonderzoeken zijn prima, maar het is niet onze prioriteit.
Sjoerd: We zouden een meer tweelijnige functie moeten hebben, maar dan zou de actiekant wel wat meer ontwikkeld moeten worden.
Joost: Laten zien dat je wat met je ontevredenheid doet.....
Met de hoop dat het zo stimuleert dat anderen dat ook gaan doen...?
Joost: Ja, en wat mij betreft hoeven ze dan niet eens met ons mee te doen. Op de deelgebieden gebeurt er ook wel het een en ander. Wat dat aangaat is Utrecht eigenlijk een vrij opstandige stad.
Staat dat niet in tegenspraak met het door jullie genoemde onmachtsgevoel? Zijn die acties niet alleen maar een ontlading van ontevredenheid en is het perspectief dan niet hooguit een soort zelfbevredigend gevoel?
Joost: Dat is een vrij lastige vraag. Ik vind zelf dat als je iets constateert waar je boos over wordt, waarmee je het totaal niet eens bent, het goed is dat dat in actie omgezet wordt. Als je alleen als doel neemt dat het U.C.P. niet mag doorgaan, dan word je waanzinnig gefrustreerd. Dat is zo'n lange weg. Het verzet dat geboden wordt vind ik eigenlijk veel belangrijker dan het eventuele resultaat. Maar dat is wel mijn persoonlijke mening hoor.
Is dat de verbindende lijn met jullie 'roots' in de kraakbeweging, die ook zeer actiegericht was?
Sjoerd: Tja, je kunt natuurlijk wel alleen maar lijdzaam gaan zitten toekijken, omdat je het toch niet kunt tegenhouden, maar dat geeft ook weer zo'n onbevredigend gevoel. Ik zie dat ik dingen anders wil en als je niks doet dan gebeurt het zeker niet. Ik wil voor mezelf het idee hebben dat ik iets heb geprobeerd, ook al weet ik dat ik het absoluut niet kan tegenhouden. Er zitten nou eenmaal zoveel belangen achter, waar je bijna geen invloed op hebt. Maar ik wil het toch proberen en ik zie wel waar het strandt. Al verandert er maar iets ....., dat maakt het misschien wel net wat minder ondraaglijk .....
Hoe zien jullie zo'n krant dan?
Sjoerd: Dat is ook een bepaalde vorm van actie; om aan te geven dat je niet lijdzaam blijft toezien. De publiciteit zoeken. Het is een andere vorm dan bijvoorbeeld een terrein bezetten, of een gebouw, maar als het zou lukken om zo veel groepen te mobiliseren, dan zou ik dat heel positief vinden.
Maar daar is dus geen duidelijke strategie voor?
Joost: Nee nog niet, daar moeten we nog over gaan praten. Misschien hebben mensen die wel individueel, maar nog niet als groep.
Sjoerd: De enige strategie die we nu als groep hebben is dat we publiciteit willen. Door de krant en door de muurkranten en straks de demonstratie. Er is geen bewuste strategie om ergens uit te komen. En het is overigens de vraag of er wel animo is voor zo'n demonstratie. Wat is het effect als er straks maar honderd mensen uit de kraakscene meelopen? Zetten we onszelf dan weer in een geïsoleerde positie?
Joost: Maar aan de andere kant zouden er dan wel honderd mensen bereid zijn om de straat op te gaan. Wanneer is een demonstratie eigenlijk een succes? Als er tienduizend mensen zijn? En bij vijfhonderd niet? Dat blijft een moeilijke vraag. Maar ik denk wel dat we alleen iets bij de gemeente kunnen afdwingen als er zo veel mogelijk mensen en groepen druk op de ketel brengen. En misschien kunnen wij als groep net dat steentje zijn dat wat meer rimpels in het water veroorzaakt, wat een kettingreactie veroorzaakt. Maar je moet jezelf als groep wel blijven zien als een deel van allerlei groepen en belangen. Niet als een soort voorhoede. Er zijn nog zo veel andere groepen, die soms net zo radicaal zijn, maar op andere terreinen werken. Bijvoorbeeld door panden op de monumentenlijst te krijgen. Dat is dan wel een deelgebiedje, maar daar bereik je soms veel meer.
Als we het grote geheel willen tegenhouden dan moet je in feite een totale omwenteling kunnen veroorzaken. En wat dat betreft geloof ik niet dat dat nu zo reëel is. Het is allemaal zo complex geworden. De meeste mensen zijn zo moedeloos geworden.
Toch heb ik het gevoel dat de huivering in onze kringen om initiatieven te grijpen, om een eigen strategie te ontwikkelen, dat die huivering onze eigen kans op successen kleiner heeft gemaakt. Er wordt volgens mij teveel gezocht naar kleine, individuele oplossingen. Bij het kraken werkte dat nog wel eens maar......
Sjoerd: Dat was ook allemaal wat kleinschaliger ......
Ja, de problemen zijn veel grootschaliger geworden. Het is dus wel logisch dat het voor mensen in feite alleen nog maar te volgen is als het om hun eigen straatje gaat. Of hooguit over hun eigen stad. Anders wordt het ongrijpbaar. Een deel van onze strategie zou dus moeten zijn om de problemen weer terug te brengen op dat lagere niveau, zonder de context te verliezen. Maar vaak gebeurt het omgekeerde.
Joost: Het is ook moeilijk voor elkaar te krijgen. Er wordt ook vaak vergeten dat er een hele lange adem voor nodig is. Eigenlijk ben je daar je hele leven mee bezig. Veel mensen worden het echter al gauw moe als ze niet direct resultaten zien. Na tien inspraakavonden weten de meesten het wel. Net als bij kraken. Na de tiende ontruiming ga je nou eenmaal ook niet meer zo snel naar de elfde........., maar ja .....
Hans de Bruin
Paul van Velsen