-
12 augustus 2017
Zee die moe is
Het is vakantietijd. Tijd om eens een gat te slaan in het rijtje boeken dat er staat om gelezen te worden. Tijdens een week kamperen in Berg en Dal las ik Haaienkoorts, geschreven door Morten A. Strøksnes Het gaat over de wonderlijke en soms gruwelijke wereld die men in 17e eeuw van de zee maakte – waarin de dieren menselijke karakters werden toegeschreven – en over de kleur van het water van de zeeën van nu. De groenlandse haai (die wel 400 jaar oud kan worden) speelt een rol op de achtergrond en leeft in de diepte.
Het is een opgewekt boek, met Strøksnes fascinatie voor de zee als rode draad, maar ook met donkere pagina's. Hij beschrijft hoe en waarom we aan de vooravond staan van een massasterfte door de verzuring van de zee die het gevolg van klimaatverandering is. Hij vergelijkt de omvang ervan met de gevolgen van de meteorietinslag 65,5 miljoen jaar geleden in Mexico. Maar ook met de veel grotere sterfte, de Perm-Trias-massa-estinctie van 252,3 jaar geleden. Bij dit soort verhalen kijk ik weg. Ze zijn zwart als basalt. Ik kan ze niet tillen.
Ik leef op kleine voet en op het strand gooi ik wat plastic troep in de kliko als de waterdrager, draagt het water … Zolang de continenten omspoeld worden en er wind is, blijven er golven en rolt de zee wel door. Maar daar onder die baren verandert de boel ingrijpend. De Nijmeegse filosoof René ten Bos schreef een boek over het denken over water. Vooral over het water van de zee. Er zijn steeds meer zuurstofarme zeeën, waarin alleen eencelligen kunnen overleven, stelt Bos en “het kapitalisme [haalt] er zijn schouders over op.” De zee wordt een soep en is een wingewest, een baan voor containervervoer, een vijver om in te vissen, 'n vuilnisbak en ze wordt nauwelijks gezien als een levenscheppend en essentieel ecosysteem met ook nog eens een leven van zichzelf.
Straks ga ik weer en geniet van de golven en kijk weg van de donkere gedachten. Ga even mee met Immanuel Kant die stelde dat we het vloeibare niet kunnen begrijpen. Lekker! Juist dat soms natuurmystieke maakt de zee zo mooi.
Het is al weer jaren geleden dat iemand me wees op het lied De Zee van Paul van Vliet. Ik doe de tekst hierbij, plus de link naar YouTube. Hij probeerde de zee wel te begrijpen. Maakte er een persoon van. Ik vond toentertijd het lied te somber. De zee is zo enorm dat het leven erin onze troep en onzin wel zou overleven, zo dacht ik. Die haai heeft als soort immers niet voor niets twee massa-uitsterftes overleefd. Wegkijken, daarin zijn we goed, maar dat kan niet meer. We moeten willen begrijpen en op een andere manier met onze enorme mogelijkheden en onmogelijkheden omgaan. Zelfs de zee is al moe van ons.
De zee
tekst: Paul van Vliet, 1988
De zee heeft me verteld dat zij zo moe is
Zij zei dat zij er zeer beroerd aan toe is
Zij zei: wat is daar toch bij jullie aan de hand?
Wat doen jullie toch tegenwoordig allemaal op dat land?
Zij zei: er komen tegenwoordig steeds meer van die dagen
Dan kan ik alle vuile rotzooi haast niet meer verdragen
Dat zei de zee die me vertelde dat zij moe is
Die zei dat zij er zeer beroerd aan toe is.
Zij zei: ik hoor dat er bij jullie af en toe wel een rapport verschijnt
Dat na de eerst onrust dan weer ergens in een la verdwijnt
Van de een of andere waardeloze functionaris
Die vanwege het toerisme niet wil weten dat het waar is
Dat het waar is dat ik er zeer beroerd aan toe ben
Dat het waar is als ik zeg dat ik zo moe ben.
Vroeger vond ik het fijn wanneer het zomer was geworden
Met al die mensen en die kinderen dat was gezellig hoor maar nú?
Nu heb ik vaak de neiging om te roepen als ze komen:
Blijf maar liever weg, niet te dichtbij want dat is slecht voor u
Dat zei de zee die me vertelde dat zij moe is
Die zei dat zij er zeer beroerd aan toe is.
Soms in november en december word ik nog wel es giftig
Maak ik me net als vroeger nog wel weer eens driftig
Dan ram ik op die degelijke nieuwe Deltadijken
En ik hoop dat ik iemand daarachter zal bereiken
Ik hoop dat er een paar mensen daar zullen zijn misschien
Die de reden van mijn radeloze woede willen zien
Maar het houdt niet op, het gaat maar door, het komt erger telkens terug En ik denk: dit heeft geen zin en ik trek mij maar weer terug
Dat zei de zee die me vertelde dat zij moe is
Die zei dat zij er zeer beroerd aan toe is.
Toen zweeg de zee en ik stond daar in de zomernacht
Ik zei: kan ik iets voor je doen misschien?
De zee heeft even nagedacht
Toen zei zij: zo overbodig als het was in vroeger dagen
Zo nodig is het nu om water naar de zee te dragen.
Dat zei de zee die me vertelde dat zij moe is
Die zei dat zij er zeer beroerd aan toe is
En als de zee zegt dat zij moe is
Wil dat zeggen dat het land er zeer beroerd aan toe is.