Skip to main content
  • 28 mei 2020

Michael Moore heeft het over het drama van de gevestigde milieu-ngo’s

JoopFinland

Het zal je vast niet ontgaan zijn dat er een nieuwe film de wereld in gepompt werd, uit de stal van Michael Moore. Hij had hem zelf niet gemaakt (hoofdproducent is Jeff Gibbs, die dat ook deed voor Moore’s befaamde Fahrenheit 9/11) maar hij had wel helpen produceren en het ding werd uitgebracht door zijn filmmaatschappij.

De film was gratis op youtube te zien, waar ie inmiddels van af is (vanwege copyright-problemen, beweert youtube) maar toen hadden miljoenen mensen hem al bekeken.

De film is volgens het bekende Moore-recept gemaakt: veel handheld beelden, en snel gemonteerde tv-nieuwsfragmenten, vaak gevolgd door een ‘debunk’: mooie praatjes van voorlichters en politici blijken hun eigen beloftes niet in te lossen. Alleen hadden Moore en Gibbs hun pijlen dit keer niet op de boze multinationals gericht, of republikeinse haviken, maar op de gevestigde milieu-NGO’s. De kritiek uit die hoek op de film was dan ook hevig. Ze boorden de film volledig de grond in.

Dat was kennelijk niet zo moeilijk. Volgens Mooreäs bekende methode strooide de film lustig snerpende oordelen in het rond, waarbij de bewijsvoering vaak eerder anekdotisch is dan ‘wetenschappelijk’. Een zwakke kant van de film is ook dat ie overbevolking als een van de hoofdoorzaken (van klimaatverandering) in beeld zet, terwijl dat een omstreden analyse is, die een rechtse agenda ten goede komt en de slachtoffers van het probleem als schuldigen neerzet. ‘Blaming the poor’ wordt dat genoemd.

Maar de kernboodschap van de lange documentaire is vooral dat veel NGO’s een structureel systeemprobleem proberen op te lossen met technische middelen, zonder het systeem zelf ter discussie te willen stellen. En dat is natuurlijk een waarheid als een koe. Bijna al die klimaatNGO’s schrikken er voor terug om al te radicale eisen te stellen, hebben het zelden of nooit over kapitalisme, en zetten bij voorkeur in op nieuwe technologieën en beïnvloeding van ondernemingen, die mogen blijven bestaan als ze maar een beetje compenseren. In die zin zijn ze eerder onderdeel van het probleem dan van de oplossing, en het is goed dat dat eens uitgesproken wordt.

Pseudo-oplossingen

De oplossingen van de ngo’s zijn soms erger dan de kwaal. Daarvan zien we in de film onthutsende voorbeelden. De kritiek uit de ngo-wereld is dat de voorbeelden verouderd zijn, soms wel tien jaar geleden gefilmd. Dat klopt, en dat zou door de makers erkend moeten worden. Maar je filmt natuurlijk altijd iets in het verleden, een documentaire is nu eenmaal geen actualiteitenrubriek en de trend is zeker actueel. Het laat een patroon zien van manipulatie door ngo’s als ze elektrische auto’s voeden met vuile energie, maar het willen doen lijken alsof het allemaal brandschoon is. Neem nu die biofuels waar we nu mee zitten, bijvoorbeeld als de multinational Vattenfall er een hele elektriciteitscentrale voor wil bouwen in Diemen. Dat was tien jaar geleden de ‘oplossing’van de ngo’s en het was toen al duidelijk dat de natuur en arme delen van de wereld waar de biobrandstof verbouwd zou gaan worden, zwaar de klos zouden zijn. De kokervisie van milieu-ngo’s die niet bereid zijn om bij hun oplossingen te kijken naar het hele kapitalistische systeem waarin dit zich afspeelt, en de economische effecten en de ongelijkheid in de wereld, wreekt zich. Nu spreken ze zich uit tegen zo’n centrale, maar zonder enige zelfkritiek.

Koosltofwolken

Een mooi voorbeeld dat zeker niet verouderd is maar zich nu voor onze ogen afspeelt, is de maatregel die de overheid nu in gaat stellen tegen bedrijven die CO2 uitstoten. Milieudefensie voert er campagne voor maar vreest dat de ingestelde heffing niet ver genoeg zal gaan. Dat zat er natuurlijk al lang in, die lobby zit niet stil en de VVD is aan de macht. Op zich is de fixatie op de uitstoot van co2 - en niet op het economische systeem dat dergelijke bedrijven de ruimte geeft - al problematisch. Maar als ze ook nog gaan stellen “We kunnen de klimaatcrisis alleen stoppen als vervuilen duurder wordt.” dan doe je in feite aan een kwalijke ‘framing’. Want dat gaat er helemaal van uit dat die bedrijven op zich geen probleem zijn, maar dat we hun ‘marktomstandigheden’ moeten beïnvloeden. Het hoofdprobleem wordt zo verlegd van de activiteiten van die bedrijven naar een of andere belastingmaatregel. We hebben al jaren tergende ervaring met zo’n pseudo-oplossing, die ons massaal werd voorgesteld als enige te volgen goede weg. Er is zelfs een internationale handelsbeurs gecreëerd waar emissierechten verhandeld konden worden, en het effect was dat de uitstoot alleen maar toegenomen is. Waar zijn de tijden gebleven dat dit soort bedrijven gewoon massaal geblokkeerd werden, en hun definitieve opheffing geëist werd (uiteraard met goeie plannen voor de werknemers die dan de klos zouden zijn)?

Het is nu een en al ‘haalbaarheid’ en alleen de gang naar de rechtbank wordt nu nog als panacee opgevoerd om overwinningen te behalen. Ons wordt voorgehouden dat dat het enige is dat we kunnen doen. Maar we weten natuurlijk wel beter. Massale directe actie is vaak veel effectiever. Het wordt weer tijd dat die topzware ngo’s daarop in gaan zetten, om de verdediging van mens en milieu te ondersteunen. Maar die organisaties kunnen zich dat niet meer permitteren, om allerlei redenen en ze zijn afhankelijk geworden van diezelfde overheden en bedrijven die ze zouden moeten bekritiseren. Het is goed dat filmmakers als Moore en Gibbs eraan bijdragen om dat in beeld te brengen en de discussie erover op gang willen helpen komen.

KeesStad