Skip to main content
  • 08 januari 2007

Klimaatveranderingssmoezen

Wendela de Vries

In de laatste weken voor de verkiezingen dook klimaatverandering ineens op als thema waar politici zich enorm voor zouden gaan inspannen. Dat kwam vooral door de film van Al Gore, de man die eigenlijk president van de VS had moeten zijn, en die nu een alternatieve roeping heeft gevonden in het wereldwijd presenteren van doemscenario’s over smeltende ijsbergen en stijgende zeespiegels. Niet dat die scenario’s overdreven zijn: het klimaat verandert sneller en heviger dan een aantal jaren geleden in de optimistische scenario’s voorspeld werd. Maar de suggestie dat half Manhattan (“including Ground Zero!”) onder water komt te staan als we niet snel meer spaarlampen indraaien is wel een klein beetje retorisch.

Toch is het een goede zaak dat zo’n Belangrijk Man als Al Gore (inmiddels bijgevallen door ex-president Clinton) het klimaatprobleem aan de orde stelt. Wat eerst een issue was van de altijd-zeurende milieubeweging is nu ineens een issue voor de internationale politieke agenda’s waar zelfs de opportunistische Nederlandse politiek leiders niet meer omheen kunnen. De vraag is natuurlijk wel wat ze er vervolgens mee gaan doen. De acht heren (waar zijn de dames?) tussen de veertig en de vijfenvijftig die in Beesterszwaag de komende regering voorbereiden zullen echt hun nek niet gaan uitsteken voor het oplossen van problemen die zich pas na hun regeerperiode zullen voordoen. Hoognodige maatregelen zoals het belasten van vliegtuigbrandstof of het aanpakken van autoverkeer zijn niet erg populair en worden zelfs door milieuorganisaties niet hoog op de agenda gezet. Dat kost je kiezers en leden.

Liever roepen politici dat we nu echt, hoognodig en onvermijdelijk aan de kernenergie moeten om het klimaat te redden. Alsof je er komt door het ene grote milieuprobleem voor het andere in te ruilen. Bovendien levert kernenergie maar 3,5 % van de wereldwijde energievoorziening en is de capaciteit van de nucleaire industrie waarschijnlijk niet eens voldoende om de huidige versleten kerncentrales door nieuwe te vervangen, laat staan het aandeel kernenergie uit te breiden. Maar het klinkt zo fijn: kernenergie als wonderoplossing voor het klimaatprobleem. Dan hoef je verder geen maatregelen te nemen. En als er toch rampen gebeuren kan je zeggen dat de milieubeweging de oplossing heeft tegengehouden.  

Een ander populair argument om onder maatregelen uit te komen is dat het niet uitmaakt wat we doen, want de vervuiling groeit het snelst in India en China. Niet wij, maar zij moeten maatregelen nemen. Dit argument komt vooral uit de hoek van het bedrijfsleven en gaat erin als koek. De proporties worden er geheel mee genegeerd: de gemiddelde Chinees gebruikt nog altijd tien keer minder energie dan de gemiddelde Amerikaan. Wij Europeanen zitten een beetje lager in ons energiegebruik dan Amerikanen, maar als de Chinese boer van een naar drie lichtpitjes in zijn huis groeit haalt hij nog lang niet het niveau van onze twee auto’s, drie vliegvakanties, en zeventien huishoudelijke apparaten en gadgets per huishouden.

Dankzij Al Gore en Clinton durven politici klimaatverandering niet meer te ontkennen. Nu nog zorgen dat er geen uitvluchten voor maatregelen meer gevonden kunnen worden.