-
08 maart 2007
De genderdimensie van klimaatverandering
Klimaat is hip, het is hét politieke thema in opkomst. In de Nederlandse politiek gaat de aandacht voor het onderwerp van Mark Rutte tot Arda Gerkens. Internationaal scoren Bill Clinton en Al Gore als reddende klimaatridders voorpaginanieuws. Er moet dus politieke analyse op het onderwerp worden losgelaten. Het is nu nog te veel een onderwerp voor techneuten: Veel gaat over oorzaken en oplossingen, weinig gaat erover hoe we van oorzaak naar oplossing moeten komen. Terwijl dat het echte klimaatprobleem is: niet het gebrek aan schone technieken maar het gebrek aan politieke stappen. Niet het technische, maar het sociale, politieke en economische probeem moet worden opgelost.
Een belangrijk onderdeel van dat probleem is het verschil in macht tussen veroorzakers en slachtoffers van het klimaatprobleem. Het probleem onstaat bij de rijken, en zoals vaak zijn de armen het eerste slachtoffer. Dat betekent: vooral mensen in het Zuiden, en in het Zuiden dan vooral de vrouwen. Natuurrampen treffen immers de meest kwetsbaren het hardst. Dat kan extreme vormen aannemen: Bij stormen en overstromingen in Bangladesh in 1991 kwamen bijna vijf keer zoveel vrouwen als mannen om het leven. Waarschuwingen voor de overstroming waren mondeling verspreid in openbare gelegenheden, waar geen vrouwen komen, en veel mannen hadden de waarschuwingen niet doorgegeven aan de rest van de familie. Ook mogen vrouwen hun huizen niet verlaten zonder mannelijke begeleidingen: toen het water kwam zaten velen thuis op een mannelijk familielid te wachten om hen in veiligheid te brengen. Daarbij komt dat de meeste vrouwen niet leren zwemmen.
Niet alleen acute klimaatrampen, ook sluipende klimaatrampen hebben verschillende effecten op mannen en vrouwen. In veel rurale gebieden in het Zuiden zijn vrouwen verantwoordelijk voor aanvoer van water en van brandstof. Door verdroging en verwoestijning worden water en brandstof schaarser en moeten van verder worden aangevoerd. Het leven wordt daardoor een stuk zwaarder. Er is weinig ruimte, als je toch al op het randje van het bestaan leeft, om zulke veranderingen het hoofd te bieden.
Vrouwen in het Noorden zouden zich meer moeten verdiepen in de genderdimensie van klimaatverandering. Uit alle onderzoeken blijkt dat vrouwen het probleem serieuzer nemen dan mannen en tot meer bereid zijn om het op te lossen. Van dat gegeven moeten we gebruik maken. De problemen van vrouwen in het Noorden liggen natuurlijk op een heel ander vlak: Het is vervelend als je parket bederft doordat extreme regen de rivier laat overstromen en jij zo nodig -vanwege het uitzicht- in de uiterwaarden moest gaan wonen. Maar het staat natuurlijk in geen verhouding tot de problemen van onze zusters in het Zuiden. De enige overeenkomst zit er in dat we -relatief, binnen de context van onze samenleving- minder macht hebben dan mannen. Maar globaal gezien hebben we aardig wat in de melk te brokkelen, en een betere visie op de genderdimensie van klimaatverandering zou kunnen helpen bij het doorbreken van de passiviteit.
Op het gebied van mobiliteit liggen de voorbeelden voor het oprapen: Vrouwen maken meer gebruik van het openbaar vervoer en minder van de privé-auto. Bovendien, als ze al een auto hebben, is die meestal kleiner en daardoor minder vervuilend. Vooral mannen kopen steeds grotere zwaardere auto's waardoor alle verbeteringen die automotoren schoner maken meteen weer teniet worden gedaan door het extra benzinegebruik. Wat is dat toch met het mannelijke ego, dat het zo afhankelijk is van het aantal PK"s onder hun gat? (Vrouwen vallen volgens de auto-industrie overigens op auto's met een 'kontje". Ook niet helemaal fris. Misschien toch maar liever de fiets en de trein?)
Er zijn nog tal van andere voorbeelden waarover vragen te stellen zijn: Hoe zit het met de wasdroger en de vaatwasmachine die stevig bijdragen aan de groei van de huishoudelijke energieconsumptie? Moeten we de uitstoot daarvan toerekenen aan vrouwen? Kopen vrouwer vaker zuiniger apparaten dan mannen en nemen ze vaker groene stroom? En zo ja, hoe komt dat dan? Wat kunnen we met het gegeven dat vrouwen (nu nog) degene zijn die beslissen over de keuze van een energieleverancier?
Zonder te snappen hoe ons patroon van energieconsumptie werkt kunnen we het niet snel en ingrijpend veranderen. Een groepje Duitse vrouwen heeft vorig jaar tevergeefs geprobeerd om een discussie over de relatie tussen gender en klimaatverandering op gang te brengen. Ze hebben een website opgezet en een aantal provocerende artikelen geschreven, en daarna werd het stil. De discussie werd niet opgepikt door de milieubeweging. Misschien hebben we allemaal het gevoel dat het klimaatprobleem al ingewikkeld genoeg is. Maar precies dat heeft zo'n verlammend effect.