-
05 september 2007
WTO in nieuwe fase: Doha Ronde dood of Blair House-strategie?
Tijdens een zitting van het Trade Negotiations Commitee op 26 juli werden
de onderhandelingen van de Wereld Handels Organisatie door voorzitter Lamy
opgeschort [1]. De mislukking van de G4-top op 21 juni [2] noopte de
WTO-leiding tot het instellen van een (korte) afkoelingsperiode omdat de
gemoederen binnen de WTO behoorlijk waren verhit. Hierdoor schoof de
voorziene presentatie van conceptvoorstellen voor Landbouw en Industriële
Goederen op tot 23 juli. Serieuze bespreking van deze voorstellen
voorafgaande aan het zomerreces - een poging van de WTO-leiding om de
impasse in de Doha Ronde te doorbreken - bleek echter onhaalbaar.
Nieuwe onderhandelingsfase
De delegaties van de lidstaten werden vervolgens dringend verzocht tijdens
het reces de teksten grondig te bestuderen zodat begin september kan
worden begonnen met de nieuwe fase in de onderhandelingen die is gericht
op het vaststellen van een raamwerk voor 'volledige modaliteiten'. Na het
verzamelen en bespreken van de eerste reacties volgt bijstelling van de
conceptteksten door de WTO-leiding en daarna moet de diskussie echt op
gang komen.
Van 3 tot en met 21 september wordt gesproken over de conceptvoorstellen
voor Landbouw [3]; van 10 september tot het eind van de maand zijn er
parallelle onderhandelingssessies over Industriële Goederen (NAMA). De
besprekingen zullen in formele en informele settingen en in verschillende
samenstellingen plaatsvinden. Nieuw is dat er nu geen sluitdatum is
ingesteld....[4].
Op 14 september zullen de 151 WTO-lidstaten bijeen komen om te horen wat
er tot dan toe is bereikt [5]. Diverse diplomaten zijn van mening dat de
maand september cruciaal is: "het is 'maken of breken' voor de Doha
Onderhandelingen" [6]. In oktober volgen onderhandelingen over diensten,
'regels' en andere onderwerpen [7]. En als alles loopt zoals de
WTO-leiding hoopt, volgt er half oktober een ministerstop.
Door het voortdurend uitblijven van deals over belangrijke kwesties werd
het vaststellen van een raamwerk voor "modaliteiten" voor Landbouw (AG) en
voor de Industriële Goederen (NAMA) keer op keer uitgesteld. Zo'n raamwerk
- dat de nodige formules en grafieken voor tarief- en subsidiereducties en
uitzonderingen moet omvatten - is een voorwaarde voor vaststellen van
specifieke liberaliseringseisen en voor vervolgonderhandelingen over
diensten, 'regels' en andere onderwerpen. Door het verstrijken van de
(laatste) deadline - eind juli - kan de Doha Ontwikkelings Ronde niet
begin 2008 worden afgesloten zoals de WTO-leiding eerder hoopte. Er wordt
nu rekening gehouden met een vertraging van zeker 2 jaar [8]. Als de Ronde
al niet voortijdig 'dood' wordt verklaard....
Eerste reacties van lidstaten
Volgens de voorzitter van de Landbouwcommissie, Crawford Falconer, zijn de
voorstellen van hem en van zijn collega Don Stephenson (Industriële
Goederen) een poging om de diskussie over modalititeiten echt op gang te
brengen. Het is geen samenvatting of afspiegeling van voorgaande
diskussies omdat de standpunten van de lidstaten daarvoor te ver uiteen
bleven liggen. De lidstaten moeten behoorlijk inbinden wat betreft hun
eisen om een succesvol vervolg van de onderhandelingen mogelijk te maken,
aldus Crawford.
In een eerste reactie op 23 juli kwalificeerde een groot aantal lidstaten
de conceptvoorstellen [9] als "goed startpunt voor verdere besprekingen
[10]". Ondanks deze formele bewoording blijken veel lidstaten en ook
groepen van lidstaten zeer ontevreden omdat ze hun specifieke
onderhandelingsposities er niet of onvoldoende in terugvinden.
Verschillende ontwikkelingslanden zijn met name zeer kritisch over de
NAMA-tekst. In hun ogen zijn de voorstellen voor reductie van
industrietarieven namelijk disproportioneel en nadelig voor
ontwikkelingslanden, terwijl de voorgestelde reductie van de
landbouwsubsidiereducties van ontwikkelde landen te laag zijn. Verder
wordt geen rekening gehouden met flexibele regelingen voor
ontwikkelinglanden en met het principe van 'minder dan volledige
wederkerigheid' [11]. Argentinië en Venezuela zeggen zelfs de NAMA-tekst
niet te zullen accepteren als basis voor de onderhandelingen in september
[12].
In een gezamenlijke verklaring van 26 juli geeft een gelegenheidscoalitie,
de G-110 [13], aan hoe ze denkt over de conceptteksten van de WTO-leiding.
Deze G-110 vertegenwoordigt de overgrote meerderheid van de WTO-lidstaten.
Ze benadrukt dat alle afspraken in de nieuwe onderhandelingsfase die nu
wordt ingegaan 'ontwikkeling' ten doel moeten hebben. Landbouw is daarbij
de motor en essentieel is een aanzienlijke reductie en de verwijdering van
handelsverstorende subsidies in de ontwikkelde landen. Verder moeten alle
afspraken uit de Doha Ministeriële Verklaring (2001), het July Raamwerk
(2004) en de Hong Kong Ministeriële Verklaring (2005) worden negeleefd. En
bij het vaststellen van volledige modaliteiten voor landbouw en
Industriële Goederen moeten alle elementen van het mandaat worden
'meegenomen' en zeker die van de Speciale en Gedifferentieerde Behandeling
van ontwikkelingslanden. "Alleen een werkelijk multilateraal proces dat
transparent, inclusief, bottom-up en lid-gestuurd is, kan leiden tot
resultaten die door alle lidstaten worden gedragen," aldus de G-110 [14].
Brazilie en India lijken bereid te zijn tot het doen van concessies
ondanks de mislukte opzet van de G4-voorhoedegroep waarvan zij eerder deel
uit maakten.
India verwacht dat een landbouwdeal de weg vrij maakt voor een
dienstenakkoord en verklaarde de landbouwtekst van Crawford een goed
startpunt voor verdere onderhandelingen. De NAMA-tekst zou echter moeten
worden herzien door WTO-voorzitter Lamy, aldus de Indiase onderminister
voor handel [15]. India hecht grote waarde aan deals op beide terreinen,
onder meer omdat dan ook de weg wordt vrij gemaakt voor een nieuw
dienstenakkoord. De belangen van de Indiase dienstensector zijn erg groot
[16].
Het afgelopen weekend liet een hoge Braziliaanse funktionaris weten dat
zijn regering bereid is compromissen aan te gaan in deze nieuwe fase. Een
doorbraak zou alleen nog afhangen van de bereidwilligheid van de rijke
landen [17]. Brazilië hecht groot belang aan een geschikte
landbouwregeling, maar heeft ook grote industriële belangen.
Het is de vraag welk mandaat de Amerikaanse handelsvertegenwoordigster
Schwab heeft om te onderhandelen over Landbouw. Het Amerikaanse beleid is
gebaseerd op de zogenaamde Farm Bill, maar deze regeling loopt zeer
binnenkort af. De verwachte vernieuwing ervan kan nog geruime tijd op zich
laten wachten, omdat de twee kamers van het Amerikaanse Congress (House of
Representatives en Senate) van mening verschillen over de inhoud ervan
[18]. Dat kan een struikelblok blijken te zijn bij de WTO-onderhandelingen
die deze week zijn heropgestart [19].
Onderwijl zei de Franse minister voor economie, Christine Lagarde
(voormalig handelsminister) tijdens een toespraak nabij Parijs niet te
verwachten dat het de WTO zal lukken een internationaal handelsakkoord tot
stand te brengen... "The gap among the parties is too wide. For now, I
don't see it," aldus Lagarde. Volgens haar zijn de grote struikelblokken
voor de onderhandelingen het aflopen van het fast-track mandaat van de
Bush-regering ("dat het feitelijk mogelijk maakte om handelsdeals door het
Congress te loodsen") en de toenemende vraag naar handelsartikelen
("commodities") [20]. Europees Commissaris voor Handel, Mandelson, was
meer hoopvol gestemd en beschreef de Doha Ronde als "fundamentally
important". Hij zei verder, dat een akkoord "will anchor the emerging
economies more firmly with the WTO and its system of international trade
rules. A failure will badly damage confidence and weaken the emerging
economies attachment to the rules-based international trading system
[21]."
Is 'Doha' (al) dood?
Anderen zijn minder optimistisch over de haalbaarheid van een Doha
Akkoord. Volgens Simon Tay, voorzitter van het Singapore Institute of
International Affairs komt er alleen een akkoord indien "de Amerikanen"
voor het vertek van Bush (januari 2009) toestemmen in een eventuele
handelsdeal (en dat is volgens hem nog maar de vraag). Jean-Pierre
Lehmann, professor international politieke economie aan de IMD business
school in Lausanne, is van mening dat het al een gelopen Ronde is. "My
jaundiced opinion is that Doha is dead but nobody's dared say it yet", aldus
Lehmann [22].
Ruim 90 wereldwijd actieve maatschappelijke groepen schreven in juli een
brief aan 'hun' handelsministers en aan de WTO-leiding waarin ze hen
opriepen de mislukking van de Doha Ronde te erkennen. Tevens riepen ze hen
op een tweejarig moratorium in te stellen dat ruimte en tijd kan bieden om
na te denken over een andere model en proces voor multilaterale
handelsbesprekingen [24].
G4-strategie?
Focus on the Global South is sceptisch ten aanzien van het optimisme over
de Landbouwtekst [21]. Die zal namelijk slecht uitpakken voor
ontwikkelingslanden. Sommige waarnemers vermoeden dat de WTO-leiding de
opzet had om heftige afwijzende reacties uit te lokken met de
gepresenteerde NAMA-tekst. Mogelijk doel zou kunnen zijn om te verhullen
dat de VS niet langer geïnteresseerd is in een Doha Akkoord en om zo de
schuld voor het vastlopen van de onderhandelingen in de schoenen van
ontwikkelingslanden te kunnen schuiven. Een andere opzet zou kunnen zijn,
dat delegaties van ontwikkelingslanden door een rampzalige NAMA-tekst
eerder akkoord gaan met een minder rampzalige Landbouwtekst en in een
later stadium alsnog akkoord gaan met een enigszins aangepaste NAMA-tekst.
Dit laatste is een strategie die in de geschiedenis van de WTO
verschillende keren met succes is toegepast.
In overeenstemming met de laatste optie is de inschatting van een
voormalige onderhandelaar uit een ontwikkelingsland die stelt dat de
onderlinge verschillen in positie tussen de vier G4-leden groter lijken
dan ze zijn. "What I fear is that at the moment everybody is lulled into
believing that because of lack of USA (Trade Promotion Authority) the
negotiations are in the freezer and a Blair House type of accord would be
struck in the G4 and then parachuted to the WTO for the rest of the
membership to adopt."