Skip to main content
  • 23 maart 2008

Een loden tijd

Jo van der Spek

Gehaast keek hij om zich heen. Schichtige bewegingen naar links en rechts. Zijn blik voortdurend in beweging. Het enige dat niet bewoog waren zijn geblondeerde haren. Dat kwam vast door de hairspray die hij gebruikte. De laatste fles had hij die ochtend achtergelaten in één van de bunkers die hij had laten bouwen, maar waar hij zich niet meer veilig waande. Wat nu?

Zijn volgelingen hadden hem gaandeweg in de steek gelaten. Langzaam maar zeker wilde niemand meer in zijn nabijheid gezien worden. Zelfs zijn trouwste adviseurs hadden afstand van hem genomen. Niet alleen in de wetenschap dat zijn tijd voorbij was, maar ook vanwege de processen die er zouden komen voor een internationaal strafhof. Of misschien wel een tribunaal van de partizanen. Velen meenden dat de tijd gekomen was om de handen in onschuld te wassen, op hoop van zegen. In het begin was het proces van afbrokkeling nog langzaam gegaan. Mede ingegeven door de zware straffen die hij oplegde aan degenen die hem de rug toekeerden. Radbraken en vierendelen had hij weer ingevoerd. Cultuuruitingen van lang vervlogen tijden. Maar goed voor de afschrikking, en zo nu en dan ter leering ende vermaeck.

Zo’n heringevoerd cultuurgoed moest natuurlijk in gebruik gehouden worden, en dus waren er slachtoffers nodig. Hoewel hij dat woord nooit in zijn mond nam. Het waren immers veroordeelden, schuldigen en dus geen slachtoffers. Wanneer er geen verdachten voorhanden waren, dan construeerde hij een verdenking. Showprocessen mochten het niet heten. Het was veel meer dan dat. Het waren symboolprocessen. Zijn nationale project werd mede gevormd door de constructie van de verdenking van on-Nederlandse activiteiten. De rechtszaken waren simpelweg onderdeel van zijn politieke project. Het platbranden van de Grachtengordel maakte daar ook deel van uit, maar hiermee was hij te gehaast te werk gegaan. Hij had naar zijn adviseurs moeten luisteren en de verassing van de Gordel moeten inleiden met een grootse campagne. Zo groots als het plein dat er had moeten komen, ter meerdere eer en glorie van hemzelf.

Zijn bijnamen waren eveneens groots geweest. De Blonde Engel, De Ridder des Vaderlands. De hagiografie over hem geschreven was verplichte kost op school. Hij had genoten van de bijeenkomsten waarop hij werd toegejuicht. Maar hij zou uiteindelijk de geschiedenisboeken ingaan als de kleine blonde dood. Hij zou in één adem genoemd worden met Karadzic, die hij nog politiek asiel verleend had.

Zou hier een film in zitten? Ik denk dat ik alvast een website reserveer, hoewel ik mij de risico’s terdege realiseer. De reacties, die vrees ik het meest. Dat men zal zeggen "de film was beter dan de column". Dodelijk.