-
12 februari 2008
Balkenende en het mysterie van de burka
Zaterdagmorgen 9 februari. Het belooft een mooie dag te worden. Veel zon! Langewisch heeft een aantal leuke dingen op de rol staat. Een voorstelling in Diligentia van Het Groot Niet Te Vermijden moet het hoogtepunt worden. Maar dan laat hij zich toch verleiden tot het lezen van een artikel over het kabinetsbeleid aangaande de burka. Eigenlijk is Langewisch de discussie over dat onhandige kledingstuk al heel lang zat. Zó veel aandacht voor krap aan 150 vrouwen, die meestentijds thuis zitten en zich héél soms, en dan doorgaans paarsgewijs, schichtig over straat bewegen van huis naar markt en omgekeerd. En dat allemaal omdat, zoals Kamp het bij Pauw & Witteman zei, er een keer een dader van een aanslag in Engeland is ontkomen, vermomd in burka. Dat is toch een heel onnozel argument als in dat zelfde programma een advocate met hoofddoek verzekert dat in burka gehulde vrouwen zich plegen te ontsluieren als gezagsdragers dat van hen eisen. De Britse douane heeft dus gewoon zijn werk niet gedaan.
Langewisch weet dat allemaal al, net als het feit dat de burka in het openbaar vervoer totaal geen issue is, omdat daarin geklede vrouwen zich niet in tram, trein en bus plegen te bewegen. Desondanks leest hij door....... en dan........ wat blijkt? Balkenende is op straat wel eens een in burka gehulde vrouw tegengekomen en.... Dat vond Hij niet prettig. Daar werd Hij niet gelukkig van. (Die laatste toevoeging lijkt overbodig. Er zijn namelijk geen mensen die wèl gelukkig worden van iets dat ze niet prettig vinden. Dit terzijde.)
Langewisch laat het bericht even tot zich doordringen. Jan Peter Balkenende, de Minister President, de Hoogste Man van Nederland loopt over straat en juist híj komt een van die 150 vrouwen tegen. Het moet toch niet gekker worden!! Hoe is dat mogelijk? Hoe kan dat in Nederland? De MP, JP zelf, botst tegen een vrouw in een tent van Vervat aan. Nou, nou, nou, tjonge, jonge jonge!! Langewisch was en is nog altijd verbijsterd. Balkenende vond het niet prettig, sterker nog, hij werd er niet gelukkig van. Nee, maar nu snapt Langewisch ook al die commotie. De baas van Nederland zelf raakt er ongesteld van. Ja, dan moet er zeker iets gebeuren. Het zette Langewisch aan het denken.
Een burkaverbod lijkt hem uiteindelijk niet afdoende. Zo een verbod kan worden overtreden. Neen, het lijkt hem beter dat de MP voortaan verboden wordt om zich nog langer op straat te vertonen. Hij houdt zich, waarden en normen gezien, wel aan de regels. Langewisch stelt voor de Leider van Nederland voortaan uitsluitend te verplaatsen in een geblindeerde auto van zijn eigen inpandige garage naar de inpandige garage onder het torentje. Als die er nog niet is, dan graven we die met spoed. Dan is dat probleem voorgoed uit de wereld.
Langewisch was blij dat hij een oplossing had gevonden, maar zijn dag was toch een beetje verpest. Het Groot Niet Te Vermijden deed hem godzijdank het hele voorval grotendeels vergeten, maar toch niet zo, dat het hem in zijn dromen met rust laat. Al een paar keer mocht hij het beleven:
Balkenende loopt over straat, een heel leger bodygards en andere kontkussers om zich heen en daar daagt aan de horizon opeens een levensgrote burka. Zijn begeleiders staan op het punt erop af te gaan, met getrokken wapen, maar JP houdt hen tegen. Met gevaar voor eigen leven en ferme pas spoedt híj zich naar de verdoemde mens.
Vrouw, zegt hij, Dit vind ik niet prettig. Hier word ik niet gelukkig van. Toon me uw gezicht en ik zal u tonen wie ik ben.
En dan ontdoet de ongelukkige zich van haar sluier en blijkt zij .... zijn eigen echtgenote te zijn.
Mien (Langewisch gaat er maar even vanuit dat zij Mien heet) Mien, vraagt onze Grote Man ontsteld, wat doet gij hier in dieën verfoeilijke uitmonstering?
En dan antwoordt zij wanhopig: Wat moet ik anders? Het is immers de enige manier om jouw aandacht te trekken.
En dan wordt Langewisch wakker............ in een gelukzalige toestand.