Skip to main content
  • 25 januari 2016

Links en het Oekraine-referendum

Willem Bos

Op 6 april kunnen Nederlandse stemgerechtigden zich in een referendum uitspreken over het associatieverdrag van de EU met Oekraïne. Dit referendum is, op basis van de wet raadgevend referendum, afgedwongen door GeenPeil. Het is duidelijk dat GeenPeil haar eigen rechtse agenda heeft bij dit referendum. Maar dat moet voor links geen reden zijn om met de armen over elkaar aan de zijlijn te blijven staan.

GeenPeil is een samenwerkingsverband van de rechtse scheldsite GeenStijl en de nationalistische publicist Thierry Baudet. Zij hebben nooit onder stoelen of banken gestoken dat het ze niet om het Associatieverdrag met de Oekraïne ging, maar dat ze hun eigen bedoeling hadden met het afdwingen van een referendum over het verdrag. Ze willen de groeiende macht van de EU en het gebrek aan democratie aan de kaak stellen en daarbij schetsen ze een beeld van een grote stroom Oekraïners die als gevolg van dit verdrag naar Nederland zullen komen en grote sommen geld die naar het corrupte Oekraïne zullen verdwijnen. Dat ze daarbij overdrijving en demagogie niet schuwen is duidelijk.

Het verdrag
In de media is inmiddels een curieuze discussie ontstaan over de vraag wat het verdrag van de EU met Oekraïne is. Baudet en de zijn medestanders zien het verdrag als een integratieverdrag, als een belangrijke stap om Oekraïne de EU binnen te loodsen. Voorstanders van het verdrag als Boekestijn en de Wijk benadrukken dat het slechts een vrijhandelsverdrag is, (en daar kan toch niemand tegen zijn).
Het grappige is dat beiden gelijk hebben. Natuurlijk is het verdrag bedoeld om Oekraïne dichter bij de EU te trekken, zoals Boekestijn en de Wijk zelf ook toegeven, maar dit verdrag vormt geen onomkeerbare stap op weg naar een EU-lidmaatschap van Oekraïne, daar is nog veel meer voor nodig en het afketsen van het verdrag zou er zoals Sebastiaan Princen opmerkt ook toe kunnen leiden dat er andere wegen gezocht worden om Oekraïne meer aan de EU te binden.

Een vrijhandelsverdrag
Het verdrag is in ieder geval wel een vrijhandelsverdrag. De belangrijkste doelstelling van het verdrag is 'de geleidelijke integratie van Oekraïne in de interne markt van de EU.' (Art 1 lid 2 d.) Daarvoor moet Oekraïne hervormingen doorvoeren gericht op liberalisering en privatisering van zijn economie. In de praktijk betekent dat vooral het opengooien van de markt voor Europese bedrijven. De voorstanders van het verdrag zien dan ook grote kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven.
Voormalige NRC journaliste en pleitbezorgster van het verdrag Laura Starink schrijft daarover in de Volkskrant: 'Vergeet de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China), dat is zó 2015, schreef ABN Amro begin deze maand. Bij de opkomende markten staat Oekraïne nu bovenaan.' En ze vervolgt: 'Volgens de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling is het land grotendeels veilig en door zijn fantastische landbouwgronden een grote kans voor Nederlandse agrarische bedrijven.' Geheel in stijl besluit ze haar stuk met een citaat van een Nederlandse ondernemer die al in Kiev actief is: 'Nederland zou gek zijn als het tegen Oekraïne stemt: daarmee helpt het een belangrijke kans naar de toekomst voor Nederland om zeep. Waar is die VOC-mentaliteit gebleven?!'
Ook andere voorstanders van het verdrag gaat het om het Nederlandse belang. Een groep voorstanders heeft op initiatief van voormalig PvdA-voorzitter Michiel van Hulten de Stichting Stem Voor Nederland opgericht om een campagne vóór het verdrag te voeren. 'We zullen laten zien dat een stem vóór dit verdrag een stem is vóór het nationaal belang.' Voor deze groep is het nationale belang synoniem voor dat van het grote bedrijfsleven. Dat is ook niet verwonderlijk want van Hulten is vanaf 2007 als lobbyist in Brussel werkzaam. In eerste instantie voor het Amerikaanse Amerikaans bureau Burson-Marstekker dat vooral werkt voor grote ondernemingen en sinds 2010 als zelfstandig lobbyist.
Ook een van de andere bestuursleden van Stem Voor Nederland, de voormalige Nederlandse ambassadeur Pieter Jan Wolthers heeft zich in het verleden ingezet voor het Nederlandse bedrijfsleven. Zijn ambassade kwam in 2014 enigszins in opspraak toen bleek dat die zich actief inzette om belastingfaciliteiten in Nederland voor Oekraïense oligarchen aan te bieden. In een als altijd vlammend betoog heeft Ewald Engelen in de Groene Amsterdammer nog eens uiteengezet dat het veronderstelde Nederlandse belang bij markttoegang in de Oekraïne alleen het belang dient van een ‘bedrijfstak die het daglicht niet kan velen’.
Behalve over handel en markttoegang staan er in het verdrag ook prachtige passages over het tegengaan van corruptie, het versterken van de rechtsorde in de Oekraïne, het naleven van mensenrechten en dat soort zaken. Maar behalve voor de mensen die nog steeds geloven dat een sterkere liberalisering en privatisering van de economie automatisch daartoe leidt, is er geen enkele reden om aan te nemen dat dit verdrag dat soort zaken in de Oekraïne dichterbij zal brengen. (Ook niet in de EU trouwens). In essentie gaat het om een neoliberaal handelsverdrag in de geest van TTIP, TTP, CETA en TiSa.

Samen met Wilders en Baudet
Het is duidelijk dat er voor linkse mensen geen enkele reden is om voor dit verdrag te stemmen. Maar bij veel linksen is er ook een grote weerstand om er tegen te stemmen. Ze beschouwen dit hele referendum als een opzet van het rechtse GeenPijl en willen onder geen beding geassocieerd worden met een nee-campagne waarin mensen als Wilders en Baudet een rol spelen.
Daar hebben ze gelijk in. Wilders, Baudet en consorten hebben argumenten tegen dit verdrag die diametraal staan tegenover die van links. Zij zullen een nationalistische campagne voeren waarin de Nederlandse identiteit en vermeende belangen van Nederlanders centraal staat. Ze zullen hun bekende anti-vreemdelingenbetoog dit keer richten op de corrupte en onontwikkelde Oekraïners en er allerlei smerige halve waarheden bij halen.
Maar is dat een reden voor links om maar met de armen over elkaar aan de zijlijn te blijven staan? Mij lijkt van niet. Ik heb niet getekend om dit referendum mogelijk te maken, omdat het initiatief van GeenPijl me niet aanstond en omdat er veel belangrijkere zaken zijn in de (politiek van de) EU om aan de kaak te stellen dan dit verdrag. Maar dat is nu een gepasseerd station. GeenStijl is er in geslaagd om de benodigde handtekeningen bij elkaar te krijgen en het referendum komt er. Nu is dus de vraag wat te doen?
Vóór stemmen is voor links geen optie. Dat is voor hen die terugverlangen naar de VOC-mentaliteit, uit zijn op de vruchtbare landbouwgronden van de Oekraïne of die de ABN Amro nieuwe kansen willen geven. Thuisblijven, is dat dan een optie? Sommige linkse activisten bepleiten dat en sommigen voegen daar aan toe dat als er genoeg mensen niet gaan stemmen het referendum ongeldig is. Dat is precies waar de regering en de politieke partijen die het verdrag steunen (allemaal met uitzondering van de PVV, de SP en de PvdD) op hopen.
Maar sluit je je met een nee-stem aan bij het geluid van Wilders en Baudet? Ja, wel als we het daar bij laten. Maar niet als er een actieve linkse nee-campagne komt. Een nee-campagne die niet een vermeend nationaal belang aanvoert, maar duidelijk maakt dat dit een neoliberaal verdrag is dat noch in het belang van de Nederlandse, noch van de Oekraïense bevolking is. Een campagne die laat zien wat de gevolgen voor de Oekraïense bevolking zullen zijn van een verdere liberalisering en privatisering van hun economie en dat het westerse gootbedrijven zijn die daar van zullen profiteren. Een campagne onder de leus ASOverdragNee. Wie doet er mee?