Skip to main content
  • 24 december 2006

Komt de EU-grondwet wel of niet?

Jochen Dindorf

Ik ben wel benieuwd hoe Angela Merkel het zal doen volgend jaar. Duitsland neemt per 1 januari het raadsvoorzitterschap van Finland over. Vlak na het Nederlandse Nee-referendum kreeg Merkel al het afronden van de invoering van de EU-grondwet op haar takenlijstje gezet. Recent werden de hoge verwachtingen getemperd door het doel bij te stellen. Nu wordt beoogd tot eind juni aanstaande een plan van aanpak uit te werken hoe de grondwet nagenoeg ongeschonden alsnog in werking kan treden.

Met de Franse verkiezingen in mei en het formerende kabinet Balkenende IV voor ogen lijkt me zelfs dit geen makkelijke klus. Maar men timmert al aardig aan de weg. In oktober heeft commissaris Verheugen zijn eigen EU-ambtenaren fel bekritiseerd en zijn initiatief tot bureaucratievermindering geforceerd. Vorige week heeft de ministerrad de rem op verdere uitbreiding van de Unie gezet door de criteria voor toetreding aan te scherpen en de onderhandelingen met Turkije gedeeltelijk te staken. Tegelijkertijd werd een nieuw immigratiebeleid geformuleerd dat beperkte tijdelijke migratie afgestemd op de behoeftes van Europese arbeidsmarkten toelaat. Op uitnodiging van de referendum winnaars Spanje en Luxemburg komen in januari 2007 de 18 landen, die het grondwetverdrag al hebben geratificeerd een eerste keer bijeen om hun loflied op de grondwet te zingen. En in maart wordt het 50jarige bestaan van het verdrag van Rome groots gevierd, waarbij de Europese waarden uit de begintijd van de EU in oude glorie worden oppolijst. Dat lijkt me al heel wat om de tegenwoordige daling van de waardering voor de EU bij de kiezers te kunnen keren en de druk op de tegenstanders op te voeren.

Naast de grondwet heeft ook de Lissabon agenda de aandacht van Angela Merkel. Om de concurrentiepositie van Europa te verbeteren zal zij zich als voorzitter van de G8 tevens inzetten voor betere investeringsvoorwaarden, minder protectionisme, efficiënter energiegebruik en effectievere bescherming van intellectueel eigendom. Op het laatste terrein heeft de EU zelf nog een achterstand weg te werken om een samenhangend en efficiënt stelsel op te zetten. Maar het recente voorstel van commissaris McCreevy om een centrale rechtbank voor patentconflicten op te richten werd van het Europese Parlement afgewezen. Volgens de parlementsleden zou dit hof zonder democratische controle zijn en daarom ook niet gebonden zijn aan Europese richtlijnen. Dat vergroot de kans dat het hof meer patenten op leven en software zou kunnen toestaan dan het parlement wenst.

Onvoldoende democratische controle van commissie en raad vind ik nu juist ook hét gebrek van het EU stelsel, dat door de grondwet wordt vastgelegd. Helaas is dit helemaal geen onderwerp in het politieke debat. Niet eens in Nee-Nederland. De Tweede Kamer blijkt zelfs heel weinig besef te hebben van haar eigen macht, als ik de column van dhr. Kortmann in het NRC van 15 december jongstleden goed begrijp. Hij stelt dat de kamer zo maar haar belangrijkste wapen uit handen heeft gegeven door voor de eerste keer sinds 1866 te accepteren dat een minister na een met meerderheid aangenomen motie van wantrouwen of afkeuring niet aftreedt. Dan is het ook niet verwonderlijk dat de Taskforce Energietransitie in de zelfde uitgave het voorstel durft te presenteren om de regie voor het langetermijnbeleid in handen te geven van een orgaan met onafhankelijke experts. Vooral onafhankelijk van onvoorspelbare, wispelturige democratische controle.

Als het er zo voor staat, dan doet het er eigenlijk niet meer aan toe of de grondwet er nu wel komt of niet. Voor de continuïteit van de justitiële en interne politiek van de EU maakt het geen enkel verschil. De gewenste maatregelen die door de grondwet gelegitimeerd zouden worden komen er ook zonder.