-
04 maart 2007
Een halve minister voor een halve Grondwet
Van Frits Bolkestein gaat het verhaal dat hij indertijd als staatssecretaris van buitenlandse handel in Schiphol altijd voorin het vliegtuig ging zitten, dan was hij er eerder en in het buitenland mocht hij zich minister noemen. Dat geldt ook voor Frans Timmermans, de staatssecretaris voor Europa.
Deze nieuwe bewindspersoon neemt zijn intrek in een lege kamer, want in het kabinet Balkenende III was de post van staatssecretaris voor Europa (best wel belangrijk) niet bezet.
In Balkende II zat daar nog de VVD-er Atzo Nicolaï, die daarmee de eerst verantwoordelijke was voor het referendum over de Grondwet. Bij de stoelendans na het opstappen van D’66 werd hij bevorderd tot minister voor de Antillen. In de periode van bezinning op de toekomst van Europa vond men het niet nodig om een vervanger aan te stellen. En nu hebben we dus Frans Timmermans als halve minister van Europa.
Zijn belangrijkste taak is het om de ‘impasse’ over de Europese Grondwet tot een goed einde te brengen. Timmermans is wat je noemt gepokt en gemazeld in de discussie over de Grondwet. Hij was als kamerlid woordvoerder op dat punt en hij was namens het Nederlandse parlement lid van de Conventie die de Grondwet schreef. Hij is er dus een van de auteurs van. Tijdens de referendumcampagne was hij een van de vurigste verdedigers van de Grondwet.
De dag van het referendum, 1 juni 2005, was dan ook een zwarte dag voor Timmermans. Een grote meerderheid van de kiezers stemde tegen zijn Grondwet. Onder zijn eigen achterban – de PvdA-kiezers – was het percentage tegenstemmers zelfs nog iets hoger dan het gemiddelde.
Ook de dag van de Kamerverkiezingen, 22 november, was een zwarte dag voor Timmermans. Zijn partij verloor maar liefs tien zetels. Maar het kan raar lopen in de politiek. Na al deze tegenslagen is Timmermans nu toch half minister van Europese zaken met als belangrijkste taak het oplossen van de problemen met de Grondwet.
Daarbij zit hij in een moeilijk pakket. In Europa wordt inmiddels hard gewerkt aan een ingedikte versie van de Grondwet. Als minister en als voorstander van de Grondwet zal hij daar zo constructief mogelijk aan mee willen werken. Als staatssecretaris moet hij de Nederlandse bevolking echter duidelijk maken dat het ‘nee’ tegen de Grondwet serieus wordt genomen. Als kamerlid en lid van de Conventie heeft hij altijd betoogd dat het mooie van de Grondwet was dat die niet in de achterkamertjes tot stand was gekomen maar in een brede publieke discussie door een gekozen Conventie. Als bewindspersoon moet hij een nieuw compromis verdedigen, dat door de regeringsleiders achter gesloten deuren in elkaar is gezet.
Arme Timmermans. Als hij deze spagaat maar overleeft. Anders hebben we binnenkort nog maar een kwart minister voor Europa. En hoe moet het dan met die Grondwet?