Skip to main content
  • 15 augustus 2007

Geen assimilatie maar vrijheid: kritiek op extraverte homoseksualiteit slaat de plank mis

Paul Mepschen

Publieke manifestaties van homoseksualiteit als de Gay Pride zijn voor conservatieve homo’s en hetero’s steeds weer aanleiding voor kritiek op opzichtige, extraverte homoseksualiteit, travestie en transseksualiteit. Wat mij betreft provoceren homo’s, lesbo’s, bi’s en transgenders méér, in plaats van minder!

Na de Gay Pride dit jaar was er brede kritiek op het extraverte karakter van het homofestijn. Veel van die kritiek - in allerlei regionale dagbladen, in de Amsterdamse media, in de gratis dagbladen – ging volstrekt voorbij aan de eenzijdige representatie van de Gay Pride in een groot deel van de media. Zoals ieder jaar is de aandacht voor die beelden die voor heteroseksuele CDA-stemmers op het platteland het meest vervreemdend zijn, disproportioneel groot. Leernichten in blote kont zijn onderdeel van onze gemeenschap - en er is geen enkele reden om ons daarvoor te schamen. Maar wie tijdens de Gay Pride in Amsterdam was kon met eigen ogen zien dat een heel diverse groep mensen een eigen manier van leven aan het vieren was.

Publieke manifestaties van homoseksualiteit zouden volgens critici slechts ‘heteroprovocaties’ zijn. ‘Zoenende leernichten, heupwiegende spierbundels met blote kont, roze boa’s en hysterisch gillende nichten’, schreef journalist Martijn Stroms in enkele regionale dagbladen, alsof het vanzelfsprekend is dat het hier gaat om schandelijke voorbeelden van maatschappelijk verval. In de ogen van Storms geniet slechts een select groepje extraverte homo’s van de aandacht en komen hetero’s alleen naar de Pride om ‘aapjes te kijken’. Hij wil dat homo’s ‘gewoon’ gaan doen.

Storms staat zeker niet alleen in zijn kritiek - veel conservatieve homo’s hebben het gevoel voor lul te staan als andere homo’s met hun lul staan te zwaaien op een bootje in Amsterdam. Uit een recente opiniepeiling van de Telegraaf blijkt dat 69 procent van de mensen vindt dat homo’s te veel aanstoot geven. Veel mensen zijn van mening dat het stereotype beeld dat verantwoordelijk is voor de discriminatie van homoseksuelen, door homo’s zelf wordt gecreëerd. ‘Met de Gay Pride plaatst de homo zichzelf in een hokje.’

Conservatieve homo’s gaan ervan uit dat de beste strategie tegen discriminatie en geweld ‘assimilatie’ is - opgaan in de meerderheid, volledige aanpassing. Homo’s moeten zich eigenlijk niet meer onderscheiden van hetero’s, dan hebben die hetero’s straks geen reden meer zich zo bedreigd te voelen dat ze homo’s in elkaar schoppen in achteraf steegjes. Geef iedere homo een golden retriever; een tuin met een hek; een monogame relatie; twee vriendinnen om mee te shoppen; een Opel voor de deur; en het geweld, de minachting en de afkeer zullen verdwijnen.  

Dit streven naar homo-assimilatie is niet alleen onbeschrijflijk naïef, het laat ook zien hoe groot de schaamte over de eigen homoseksualiteit nog vaak is. Die geïnternaliseerde homofobie is heel effectief, want die houdt ons in ons hok. Het zorgt er als het ware voor dat we niet te veel willen afwijken van de heteroseksuele norm waarmee we allemaal opgroeien. De schaamte over onszelf is ook exemplarisch voor de ‘polderemancipatie’ van de Nederlandse homo. Homoseksualiteit lijkt heel erg geaccepteerd - maar zodra bepaalde grenzen van wat normaal wordt gevonden worden overschreden, houdt die tolerantie meteen op. De minachting en discriminatie waarmee veel transseksuelen te maken hebben laat de beperkingen van de polderemancipatie zien. Tragisch is dat de homogemeenschap zelf zo’n grote rol speelt in de ‘policing’ van onze seksualiteit, zoals de Franse filosoof Michel Foucault dat noemde. De roep om te assimileren wordt steeds groter, juist binnen de gay community zelf.

Daarvan moeten we ons niks aantrekken. Provocatie, ‘zichtbaarheid’, grensoverschrijdend gedrag - het blijven onmisbare tools in handen van een homobeweging die geen assimilatie nastreeft, maar een grotere seksuele diversiteit, meer vrijheid om te kiezen en het recht op te groeien in een samenleving, in een cultuur, waarin niet alleen hetero’s ‘gewoon’ worden gevonden. De homogemeenschap moet blijven vechten voor een samenleving waarin ‘de ander’ niet langer uitgesloten wordt, maar alternatieve leefvormen serieus kunnen worden overwogen, ook als ze niet lijken op een heteroseksueel gezinnetje. In plaats van te assimileren, moeten we proberen de samenleving te veranderen.

En we moeten vooral, in onze volledige diversiteit, zichtbaar blijven. Op de Gay Pride is veel kritiek mogelijk - de grote rol van allerlei bedrijven die homo’s en lesbo’s vooral als consument zien bijvoorbeeld. Maar de nadruk op zichtbaarheid en diversiteit is juist goed. Laat je zien! Doorbreek de onzichtbaarheid van transgenders in de Nederlandse samenleving. Laat zien dat we als homo/lesbo/transgendergemeenschap zo divers zijn als men zich maar kan voorstellen! Wij zijn hier, wij blijven hier en we assimileren niet in een samenleving die wil dat we allemaal op elkaar lijken!