-
24 juli 2018
Berusting als activiteit
“De wereld om ons heen verandert in een razend tempo. Dingen die vandaag vanzelfsprekend zijn, zijn morgen ouderwets en zaken die we morgen tegenkomen kennen we vandaag nog niet. We leiden onze jeugd op voor banen die over vijf jaar niet meer bestaan en over vijf jaar bestaan er banen waar we nu nog geen weet van hebben. En ga zo maar door.”
Deze uitspraak, hoe wereldvreemd ook, lijkt te beschaafd voor Blok. Is ie van Rutte misschien, die eindelijk met zijn visie op de langere termijn komt? Mooi meegenomen, denkt hij vast, ook nog te gebruiken voor de onderwijsinspectie als een samenvatting van een jaar maatschappijleer op de Haagse vmbo-school? Een futuroloog is niet aannemelijk, want het nieuwe jaar is al weer halverwege. De slotzinnen van de schooldirecteur bij het afscheid van de achtste groep in een pleidooi voor levenslang leren? Of een praatje van het hoofd personeelszaken bij het definitieve einde van de vaste werkplek met de foto van de kinderen en de eigen stoel. Wat ook zou kunnen, is het wat lange motto van de lobbykoning, werkgeversvoorzitter De Boer, of een zoekende binnenkomer van een columnist met lichte hittestress. Kortom, alledaagse praat vol lijdzaamheid: wat we niet kennen, kunnen we niet bestrijden.
Door winst gedreven
Alledaagse berusting zet, zeker nu het voor meer mensen sociaaleconomisch wat beter gaat, de toon voor opiniemakers en politici. Daarin gretig gesteund door het in hoeken en gaten, van hoog tot laag, om zich heen grijpende management. Het is wat het is en dat is al ingewikkeld genoeg. Uiteraard worden hier en daar kanttekeningen gemaakt, maar het lijkt altijd weer mee te vallen. Onderliggend is de onstuitbare technologie met de onvermijdelijke gevolgen voor de arbeid, veelal teruggebracht tot het begrip 'baan' die vroeger zo zegenend en zeker was, maar nu in een mistig perspectief verzeild is geraakt. Onvoorspelbaar en onontkoombaar. Dat zijn de voorwaarden waaronder we te leven hebben. Mocht enige verontrusting te horen zijn, dan heerst meebewegen met een verwijzing naar de als achterlijk beschouwde machinebrekers en hun opvolgers die de toekomst haten. En dat op het postkantoor altijd lange rijen wachtenden voor je stonden.
Uitspraken als het aangehaalde citaat leiden in tweede instantie vaak tot noodzakelijk geachte veranderingen om de ongrijpbare toekomst te kunnen vatten. Het bestaande is al voorbij, vergeten lijken de toenemende inkomensongelijkheid, precaire werkgelegenheid en arbeidsstress. Problemen van het verleden die in reorganisatieplannen verschrompelen, we moeten vooruit; de volgende generaties wachten op ons. Maar voor zover die generaties niet al lang barsten van de twijfels, laten types als Zuckerberg zien hoe technologische ontwikkelingen klassiek door winst gedreven worden. De toepassingen in de kapitalistische productietechniek zijn dan ook geen systeemvrije aangelegenheid. Opgejaagd in de storm van de niets ontziende militaire industrie verliezen zelfs natuurverschijnselen hun autonomie.
Prullenmand
Niet altijd is de berusting argeloos. Met een luchthartigheid van 'worden we verrast, schuiven we wat op'. Tenslotte is aanpassen overzichtelijker dan bestrijden en de tafel is geriefelijker dan de straat. Met als gevolg dat de machtsverhoudingen binnen en buiten de organisatie van de arbeid geen uitgangspunt zijn in bijvoorbeeld politieke besluiten en sociale akkoorden. Zodra die vastgesteld zijn, verliezen controleerbare afspraken het van bedoelingen of praktische beslommeringen.
Een schril voorbeeld van de luchthartige berusting is de onderbezetting van sectoren als de gezondheidszorg en het onderwijs. Zou de totale som van een drastische verhoging van de winstbelasting bij de banken daar direct naar toegaan, zou elk ronsel bureau uitgesloten worden, zou de betaalde opleiding van de honderdduizenden werkzoekenden een traditie van jaren zijn, zou robotisering ongezonde en hoog belastende arbeid overnemen ….. de aan het bed gewenste handen zouden vrijkomen en de klassen een derde kleiner worden.
Helaas zijn de aangehaalde woorden afkomstig van de algemeen directeur van de FNV, om precies te zijn van de werkorganisatie, ter onderscheiding van de vereniging - officieel :“de werkgeversvereniging FNV Organisaties”. De geciteerde passage betreft de eerste zinnen van het voorwoord van een reorganisatieplan met als titel Focus&Verbinding (overigens ook de naam van een leergang voor het middenmanagement, duur achttien maanden). Nog niet openbaar, gedateerd juni 2018, maar al hevig aangevallen: een vage analyse, in strijd met het officiële beleid, een dictaat voor de vakbondspraktijk en voor het formeel door de leden vast te stellen beleid. De laatsten, overigens 'de klanten' die in het nieuwe beleid gestuurd moeten worden, weten nog van niks. De prullenmand ook niet.
Wat zou het inspirerend zijn voor leden en vooral ook niet-leden, wanneer de vakbeweging zich van het alledaagse zou onderscheiden, een voortrekker zou zijn in openheid, bewogenheid, zichtbaarheid, herkenbaarheid en democratie.
Niet volgzaam, maar tegendraads....