Skip to main content
  • 01 september 1991

Ingezonden brieven

JoopFinland

Groen links en de wao

In Konfrontatie nummer 1 stond een artikel over de sociale zekerheid van Piet van der Lende van de Werklozen Belangen Vereniging Amsterdam. Hierin werden een aantal ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid besproken. Er werd kritiek geleverd op het WRR-rapport 'Een werkend perspectief'. En er werd de hoop uitgesproken dat er verzet komt tegen de voorstellen van de overheid tot reorganisatie van de verzorgingsstaat. Want anders zouden, vrij vertaald, de rijken rijker en de armen armer worden. Tot zover volkomen terecht en in orde.

In de korte inleiding van het artikel werd echter gesteld, dat: "politici van Groen Links tot de VVD het over 1 ding eens zijn: de Nederlandse verzorgingsstaat met zijn sociale zekerheidstelsel is overleefd en moet op de helling." Hier ontbreekt het toch aan onderscheidingsvermogen. Bij VVD en CDA wordt inderdaad gevonden dat de Nederlandse uitkeringsstrekkers het veel te goed hebben. Hier worden allerlei maatregelen uitgebroed die de bijl zetten in allerlei sociale zekerheidsrechten. De PvdA pruttelt tegen , maar wil zijn regeringspositie niet in de waagschaal stellen en gaat dus een heel eind mee met de rechtse afbraakvoorstellen. Maar om Groen Links hierbij in een adem te noemen is wel een beetje een absurde voorstelling van zaken.

Het is nu vooral de WAO die onder druk staat. De Tweede Kamerfractie van Groen Links heeft in oktober 1990 een notitie hierover uitgebracht: 'Een ander beleid voor arbeidsongeschiktheid'. Hierin wordt dezelfde kritiek geuit als in het artikel van Piet van der Lende: de oplossing van de WAO-problematiek moet niet worden gezocht in bezuinigen op de uitkeringen, maar in het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Groen Links stelt daarbij voor een beroep te doen op de echte deskundigen: de arbeidsongeschikten zelf. Mede vanuit hun rijen moet de Arbeidsinspectie drastisch worden uitgebreid, zodat er een betere controle komt op de naleving van de Arbeidsomstandighedenwet. Ook de WAGW (Wet Arbeid Gehandicapte Werknemers) moet werkelijk worden uitgevoerd, zodat bedrijven worden verplicht een aantal arbeidsongeschikten in dienst te nemen.

Deze en meer voorstellen worden in de notitie verder toegelicht en onderbouwd. Uitgangspunt daarbij is: "Voor Groen Links staat voorop dat op geen enkele wijze afbreuk gedaan mag worden aan de huidige rechten van AAW/WAO'ers. (...) Het is niet hun schuld dat de werkgevers mensen de WAO insturen in plaats van te werken aan betere arbeidsomstandigheden."

Behalve een Tweede Kamerfractie heeft Groen Links een Werkgroep Sociale Zekerheid, die op dit terrein actief is.

De komende tijd is ieders samenwerking nodig om te voorkomen dat de regeringsplannen, al of niet in afgezwakte vorm, doorgaan. Die samenwerking mag niet belemmerd worden door misverstanden of vooroordelen!

Hans Metz, Haarlem

Links en de golf

Naar aanleiding van het artikel "De Verwarring" in 't juni-nummer van Konfrontatie graag de volgende opmerkingen.

"Waar was de vredesbeweging tijdens de Golfoorlog?" vragen de schrijvers zich af. Inderdaad heeft de PvdA en aanvankelijk ook het IKV verstek laten gaan. Dat wil zeggen de leidingen van deze groepen. Maar een behoorlijk aantal leden van de PvdA hebben wel geprotesteerd. En vanuit de Vredesbeweging heeft 't Komitee Anti Golf Oorlog (KAGO) AKTIE GEVOERD. Een deel van de vredesbeweging hield zich dus niet afzijdig.

En wat de stellingname tegen oorlog en bewapening in 't algemeen betreft is de Aktiegroep Zwaarden of Ploegscharen vanaf haar oprichting in 1970 steeds radicaal tegen elke oorlog geweest. Wij waren aangesloten bij 't KAGO en zullen ons aansluiten bij de voortzetting daarvan onder de naam Interventiegroep. Maar wij vinden het een nadeel dat er steeds groepen gevormd worden die speciaal stelling nemen tegen een bepaald deel van de wapenwedloop. Dergelijke stellingnames zijn er de oorzaak van dat de vredesbeweging sinds '85 (Volkspetitionnement) is verlopen.

Mr. A. Heering zegt het zo: "Het gaat om de overtuiging dat het militair systeem als zodanig niet deugt, dat het puur heidens van karakter is. Daarom moet de strijd tegen kernwapens met volle kracht worden voortgezet en uitgebreid tot alle oorlogstuig." Wij voegen daaraan toe: te beginnen in Nederland, waar de defensie-uitgaven per hoofd van de bevolking 940 gulden per jaar bedragen. Een ANP-bericht meldde zojuist dat wij per jaar 40 miljard uitvoeren aan wapentuig!

Want het is niet zo als de Volkskrant bij een verslag van onze Land Bijeenkomst als tussenkop zette: "Je krijgt geen mens meer op de been voor Vrede." We moeten er opnieuw uit!

We mogen dan niet direct de grote massa bereiken, er zijn nog veel mensen die naar verandering hunkeren. Als voorbeeld is te noemen de Acht Mei-Beweging. Maar de honderd kramen, die op zo'n manifestatie staan geven teveel een beeld van versnippering, waardoor het publiek met de vele papieren die men krijgt door de bomen het bos niet meer ziet. Maar uit Acht Mei blijkt wel dat veel mensen nog in beweging willen komen voor een andere maatschappij. Al zijn ze niet zo radicaal als wij zouden willen, we moeten wel op zulke bewegingen inspelen.

D. Prins, Tiel

Luister, marxist!

Na het failliet van de historisch meest succesvolle stromingen van het socialisme, zou men een hernieuwde belangstelling verwachten voor andere stromingen (zo men zich überhaupt nog wil identificeren met het socialisme). In het eerste nummer van Konfrontatie vindt men daar echter weinig van terug. Alsof er niets veranderd is, treffen we er een staaltje van marxistische geschiedvervalsing aan. Eric Hobsbawm erkent in het veelstromenland van het socialisme slechts twee stromingen: de sociaaldemocratie en het staatscommunisme. Angstvallig vermijdt hij de libertaire stromingen te bespreken. Deze stromingen bieden echter een beter perspectief dan de fixatie op de staatsmacht, die zo eigen is aan de beide bovengenoemde stromingen.

Hobsbawm is verre van onbekend met het anarchisme. In zijn boek 'Banditisme' behandelt hij het als een romantische reactie van de kleinburger op de industrialisatie. De klassieke visie van marxisten op anarchistische bewegingen. Met de ontwikkeling van het kapitalisme zouden deze bewegingen 'vanzelf' verdwijnen. De ontwikkeling van de produktiekrachten zou 'vanzelf' het socialisme brengen. Het socialisme zou historisch het kapitalisme op grond van diens interne tegenspraken opvolgen. Socialisme werd zodoende losgekoppeld van de menselijke wil en nog slechts gezien als een eindprodukt van de geschiedenis.

De twintigste eeuw wordt gekenmerkt door een ongebreidelde uitbreiding van de staatsmacht. Ook in de zogenaamde democratieën is de macht van de staat over de burgers bijzonder groot. De kritiek van de anarchisten op de staat is juister en aktueler dan ooit gebleken. Helaas hebben veel marxisten wat dit betreft een blinde vlek. In plaats van een dialoog op gang te brengen tussen de verschillende 'revolutionaire' stromingen, kiezen zij er voor niet-marxistische stromingen dood te zwijgen.

De enige hoop van links is volgens hen gelegen in de vernieuwing van het marxisme. Een oriëntatie op andere stromingen is hierbij vooralsnog niet te ontwaren. Nadat de reuzen van het staatscommunisme en de sociaaldemocratie ineengestort zijn, proberen zij angstvallig de lemen voeten ervan te behouden. Niets heeft de ontwikkeling van autoritaire 'ontsporingen'(?) binnen het marxisme kunnen verhinderen. De mythe van de wetenschappelijkheid van het marxisme heeft het gebruik van dwangmaatregelen altijd geheiligd.

Socialisme geënt op vrijheid, kende weinig verweer tegen de zekerheden van de 'historisch noodzakelijke teloorgang' van vrijplaatsen in de ontwikkeling van staat en kapitalisme. Het kapitalisme moest eerst tot volle bloei komen, voordat de bloem van het socialisme zou kunnen verschijnen, beweerden de marxisten. Ideeën over federalistische verbanden als alternatief voor centralisering belandden bij de marxisten op de mesthoop der geschiedenis.

In de verwachtingen die ik koesterde na het lezen van de woorden in het redactioneel van het nulnummer over nieuwe en duidelijkere perspectieven voor links, ben ik, na lezing van het eerste nummer, voor een groot deel teleurgesteld. Ik hoop dat in de volgende nummers van Konfrontatie meer aandacht zal zijn voor niet-marxistische stromingen in het socialisme.

Peter Zegers. Nijmegen