Skip to main content
  • 27 februari 2016

Een verlichte meerderheid

Louis van Overbeek

Waarschijnlijk (en hopelijk) zullen we over enkele decennia (maar liever al veel eerder) stomverbaasd zijn dat we dan nog maar zo kortgeleden in overgrote meerderheid zulke ongehoorde denkbeelden aanhingen. Dat we de kleine minderheid die het daar niet mee eens was als ouderwets en niet goed wijs beschouwden en onszelf als progressieve en verlichte geesten.

Dat we meenden - ik noem slechts twee van onze vele hedendaagse dwaasheden - dat we ons, door van bijstandsgerechtigden al meer dan een decennium een verplichte ‘tegenprestatie’ te verlangen in ruil voor hun uitkering, als samenleving helemaal niet schuldig maakten aan het opleggen aan medeburgers van in mensenrechtenverdragen verboden dwangarbeid. En we niet wilden beseffen dat we door dementerende en dus wilsonbekwame ouderen, liefst en plein public op de televisie te euthanaseren, feitelijk de moordenaars waren van mensen op wier zorg we eerst zwaar hadden bezuinigd, en op wie we door het propageren van zo’n ‘waardig sterven’ zware sociale druk uitoefenden om ook voor deze kille en stiekem uitsluitend op budgettaire motieven gebaseerde ‘oplossing’ te kiezen.

Dat we ons lieten wijsmaken dat die recente door de rijksoverheid en artsenfederatie KNMG opgestelde ‘Handreiking schriftelijk euthanasieverzoek’ werkelijk ‘slechts een verduidelijking van de euthanasiewet’ was, zoals de overheid stelde, en niet een verdere verruiming daarvan en een zoveelste nieuwe handreiking aan Magere Hein, waarbij het mogelijk werd iemand te doden die weliswaar in het verleden een verzoek heeft gedaan tot euthanasie onder bepaalde omstandigheden, maar dit verzoek nu niet kan of wil herhalen.

Dat we geloofden dat de benoeming door de ministers van Volksgezondheid en Justitie van D66-jurist Jacob Kohnstamm als voorzitter van de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie, gezien zijn ‘affiniteit met het onderwerp’ de gewoonste zaak van de wereld was, ook al bestond die ‘affiniteit’ er enkel uit dat hij van 2000 tot 2006 voorzitter geweest van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) en tussen 2002 en 2006 bestuurslid van de World Federation of Right to Die Societies, een samenwerkingsverband van verschillende internationale organisaties, waaronder de NVVE, die een liberaler euthanasiebeleid voorstaan. Met de benoeming van deze man als voorzitter houdt de toetsingscommissie, die moet beoordelen of een arts die euthanasie heeft uitgevoerd zich heeft gehouden aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen, zelfs niet de schijn van onpartijdigheid op.

Hopelijk is met het bereiken van dergelijke uitwassen het punt bereikt waarop we binnen afzienbare tijd tot bezinning komen en ons voor onze kop zullen slaan van spijt en schaamte, zoals velen dit zich al beginnen te doen met onze nog recente opvattingen over privatisering en marktwerking, en zoals ons buurvolk zich dit al een jaar of zestig geleden deed met betrekking tot hun hele ideologie. Al zullen dan wel inmiddels duizenden van onze landgenoten door ons in vrijwel alle gemeentes in ons land onterecht, en zelfs zonder dat een rechter zich ertegen heeft uitgesproken, aan de dwangarbeid gezet, of naar Hades’ donkere woning gevoerd zijn. Keizers dragen nog steeds graag nieuwe kleren.

Een voorzichtige kentering lijken we gelukkig eindelijk te kunnen waarnemen: de commissie die onderzoek deed naar hulp bij zelfdoding onder leiding van oud SCP-directeur Paul Schnabel, heeft, ondanks het feit dat deze op de lijst van euthanasiepartij D66 voor de senaat staat, onlangs geadviseerd de mogelijkheden hiertoe niet verder te verruimen. En onder andere NRC-Handelsblad meldde op 12 februari jl. dat twintig gemeenten, waaronder Amsterdam, weigeren nog langer hun bijstandsontvangers de door het Rijk verplichte dwangarbeid op te leggen.