Skip to main content
  • 13 januari 2017

Blije flexwerker of toch niet?

Jose van Leeuwen

Bij de Monitor van afgelopen zondag hadden ze het over flexwerkers. Flexwerkers van jong tot oud, man of vrouw. Mensen bij PostNL die een paar uur een bijbaantje hadden maar daarnaast een werkende partner. Een jonge vrouw die een wiskundestudie nodig leek te hebben om al haar baantjes in kaart te brengen en te berekenen of zij wel genoeg had voor haar vaste lasten.

Ook ik heb drie jaar een flexbaan gehad in de gezondheidszorg. Flexibel in het aannemen van uren, overdag, avonds, nachts, weekenden, alles kon. Maar het verpleeghuis waar ik werkte had niet zoveel uren meer, dus moest ik op zoek naar een andere werkgever. Het uitzendbureau speciaal voor de zorg, bood uitkomst. Verdiende zelfs tientallen centen meer per uur. Vanuit het uitzendbureau werd ik uitgezonden naar diverse instellingen.

Ondertussen had ik bij een instelling gesolliciteerd maar nog niets vernomen. Toen werd ik gebeld, of ik wilde komen solliciteren. Natuurlijk wilde ik dit wel, had er toevallig net een paar uurtjes gewerkt en vond het heel leuk. O, heeft u al bij ons gewerkt via het uitzendbureau, ja, 4 uurtjes. Hierdoor moest ik dus 6 maanden wachten om te kunnen solliciteren.

Bij het verpleeghuis/zorginstelling moest ik er na 6 maanden uit, 2 flexcontracten gehad, dus moest eruit of vast aangenomen worden. Het aannemen van werk via het uitzendbureau en het zoeken naar een baan, al dan niet als flexwerker, is een sport op zich. Ook al werk je maar 1 uur via het uitzendbureau in een instelling, dan moet je 6 maanden wachten om er te kunnen werken als vaste kracht of flexwerker.

Ook voor de arbeidsvreugde en de zorgontvangende cliënt is flexwerken niet altijd een succes. De zoveelste flexwerker waar je voor uit de kleren moet. Die vraagt of je zelf je billen of voorhuid kan schoonmaken, die je moet vertellen hoe je graag verzorgd wilt worden. En de flexwerker die vrijwel altijd hoort “weer een nieuw gezicht". De flexwerker die zich voor 100 % kan inzetten maar er via de achterdeur na een bepaalde periode weer uitgaat terwijl vaste medewerkers na dezelfde periode een officieel afscheid krijgen. Koffie, koekje en een bloemetje.

Flexwerkers binnen de verzorgingshuizen worden ingezet tijdens de piekuren, werken zich over het algemeen rot omdat zij afhankelijk zijn van werk en vertrekken als het weer rustiger is. Moeten overal in kunnen vallen, worden weinig of niet ingewerkt en regelmatig aan hun lot overgelaten. Je moet binnen een bepaalde tijd zoveel mensen uit bed hebben gehaald, kamers opgeruimd hebben en al dan niet voor de maaltijd hebben gezorgd. Er is geen tijd om je in te lezen, goed over te dragen of mee te lopen, nee, je moet produceren.

Het gevoel in een team te werken is er vaak niet bij. Je bent geen teamlid tenzij je die plek opeist als je langdurig op dezelfde plek werkt. Het leren van elkaar of het geven van feedback is er vaak niet bij. Een verschraling van de kwaliteit van de zorg waar vele verliezers zijn, vooral de cliënt.