Skip to main content
  • 09 januari 2014

Helemaal in het westen van Afrika

Martin Broek

Per 1 januari, vlak voor de aanvang van Nederlandse deelname aan de UN -  Multidimensional Integrated Stabilisation Mission in Mali (MINUSMA), hou  ik het nieuws over Mali bij op een weblog. De eerste dagen heb ik nieuws,  maar de tweede week speelt Mali al nauwelijks een rol meer in de internationale media. 

Op donderdag 9 januari vind ik iets over voetballer Modibo Maiga, over  zanger Omara Bombino Moctar (heel mooi, kijk maar) en over de afbouw van  de Franse troepen, maar dat wisten we al. Niets voor een weblog. In Defense  News, Jane's Defence Weekly, de berichten van de grootste Amerikaanse militaire uitgever (Early Bird) en zelfs op de site van het Africa Command speelt  Mali - en dus de Nederlandse inzet - geen rol van betekenis. 

Ik moet het met Nederlands nieuws doen. Aangezien het landelijke nieuws al  door iedereen gelezen wordt die enige aandacht heeft voor de zaak, stort ik  me op lokale berichtjes. De reactie van TenCate op de uniformen, in de Tubantia. De rol van de marine, in de Heldersche Courant. Niet meteen spectaculair. 

In arremoede neem ik de Nederlandse artikel 100-brief nog maar eens door. In  mijn vorige column voor Konfrontatie schreef ik dat een oplossing met de  Toearegs een belangrijk punt zou moeten zijn. Tot mijn schrik zie ik dat de  Mouvement National pour la Liberation de 1'Azawad (MNLA) in de 'artikel  100'-brief op één hoop wordt gegooid met andere gewapende groepen, zoals  Al Qa'ida in de Islamitische Maghreb (AQIM) en de Mouvement pour l'Unicité et du Jihad en Afrique de l'Ouest (MUJAO). Het MNLA was onderhandelingspartner van de VN en de overheid in Bamako en had tot november  een wapenstilstand afgesproken met de Malinese overheid. Iets meer onderscheid tussen verschillende groeperingen zou gezien de gespannen situatie  tussen enerzijds het Noorden en anderzijds leger en hoofdstad gewenst zijn. 

Er zijn van die artikelen die je bij blijven en waarvan je niet goed weet wat je er  mee moet. De radiostilte in Mali is een goede reden om het even op te halen.  Vorig jaar rende een lid van het Korps Commando Troepen (KCT) Detlev in  zes dagen 231,5 km door de woestijn van buurland Mauretanië. De langste  etappe was 75 km. Mauretanië is dodelijk heet, weet ik uit ervaring. Detlev is  net als zijn collega commando's niet voor een kleintje vervaard en zeer  kundig. In die zin heeft alle makkelijke kritiek dat negentig commando's niets  uit kunnen richten een hoog Pavlov-gehalte. Dat kunnen ze wel. Zeker als het  gaat om inlichtingen verzamelen. Dat is een deel van hun vak. Voor de weging  van die informatie is wel hulp nodig van derden, zoals Malinese militairen. Dat kan dan tot gekleurde aannames leiden. Maak je daardoor fouten dan  wordt je deel van het conflict; zeker voor de benadeelden van je keuzes.

De overheid van Mali is corrupt en incapabel. Daar wordt misbruik van gemaakt door  buiteniandse ondernemingen die grondstoffen voor een schijntje het uit land uitsluizen en na het aangenaam verpozen het land laten zitten met de giftige schillen en  dozen (zie het boek Grondstoffenjagers door Raf Custers, EPO, 2013). Het staat ook  een oplossing voor de problemen in de weg. Op weblog Sargasso wordt juist dit punt,  het belang van de opbouw van een overheid, benadrukt. Die zal dan moeten zorgen  voor een eerlijke verdeling van voorzieningen over het hele land. Maar of er ooit een  overheid zal komen die er voor kan zorgen dat de rijkdommen van Mali in Mali  blijven, kan je betwijfelen. Daarvoor is Mali veel te zwak. Hoe sterk die overheid ook  wordt. 

De aandacht van de media ligt begin januari in het Midden-Oosten. Daar ligt een serie  andere Westerse avonturen (de oorlog in Irak, de avonturistische en halfhartige steun  aan de Syrische oppositie) mede aan de basis van groeiend extremistisch geweld. Het is ook de regio waar een honderdtal Nederlandse jongeren zichzelf op de kaart  probeert te zetten binnen die strijd. 

Het Nederlandse leger opereert met een kleine 400 man in de luwte van die storm:  helemaal in het Westen van Afrika. Daar is volgens de Franse president Hollande op 8  januari alles onder controle en de missie geklaard.